Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

‘Opgeven is er niet bij’

Wat bezielt een ondernemer om midden in een Utrechtse probleemwijk zijn garage open te stellen voor ontspoorde jongeren? Gerard en John Reindertsen doen het al tien jaar, met onverwoestbaar optimisme.

Voor de familie Reindertsen is het allemaal doodnormaal. Bij hun autobedrijf in hartje Overvecht, de inmiddels beruchte Utrechtse probleemwijk, staat al ruim tien jaar lang de deur open voor probleemjongeren. Niet omdat vader Gerard (65) en zoon John (35) nou zulke weldoeners zijn. Nee, die jongens zijn gewoon nodig. “Dat is altijd zo geweest”, vertelt vader Gerard, voormalig prins Carnaval in Utrecht. “Toen we nog een pompstation hadden, werd er al regelmatig ingebroken. Op een gegeven moment haal je wat van die gasten binnen en daardoor krijg je een soort bescherming. Zo werkt dat binnen hun cultuur. Maar dan gingen de inbraken door, die kwamen van binnenuit. Op een gegeven moment ontving ik een ansichtkaart uit de gevangenis.’Geniet maar van je rust,’ stond er op.”

 

Alle stoere verhalen ten spijt, uiteindelijk willen Gerard en John vooral goede monteurs opleiden voor hun garage en daarmee de jongens en de buurt een beetje vooruit helpen. Vorig jaar deed Gerard het bedrijf over aan zoon John. Nog altijd begeleidt hij wat jongens als leermeester. Maar John trekt nu de kar. Hij veranderde de naam van het bedrijf in AC Delco Service Center en maakte officieel wat al jarenlang aan de gang was. John Reindertsen sloot een samenwerkingsovereenkomst met het ROC ASA, een reusachtige MBO-instelling uit Utrecht. In september vorig jaar kwamen de eerste twintig jongens naar de werkplaats, met beneden de garage en op een bovenverdieping de school. Makkelijk ging dat niet: Reindertsen ontdekte dat meer dan de helft een crimineel verleden had, brandblussers werden gesloopt en laptops ontvreemd. Er was slechts anderhalve docent voor de twintig jongeren die elk gaatje in de afspraken aangrepen om de boel te verstoren. En Reindertsen liep daar tussendoor als een politieagent in overall.

 

Weggestuurd

Tijdens de pauze van de automonteurs in de dop, die Reindertsen zo graag in de toekomst binnen zijn bedrijf zou zien, wordt een beetje duidelijk met welke mentaliteit hij dagelijks te maken heeft. De meeste leerlingen zijn weggestuurd op een andere opleiding of ze hingen maar wat rond op straat en kwamen bij AC Delco terecht, omdat ze nu eenmaal leerplichtig zijn. Ze hebben veel regels en structuur nodig. Humor hebben ze wel en de grappen hebben veelal te maken met de verschillen in afkomst. Zo dolt een jongen van Joegoslavische komaf zijn collega – een Afghaanse Limburger – met zijn motivatie om voor een leven als automonteur te kiezen. “Jij wil straks natuurlijk lekker met een gepimpt Golfje naar Afghanistan rijden om je vrienden te helpen. Als je daar eenmaal rondrijdt in de woestijn met die bak, schuiven er opeens allemaal mitrailleurs uit je koplampen. De James Bond van Afghanistan.” Pas als de sigaretjes zijn opgerookt, lijkt de pauze afgelopen. “We moeten eigenlijk tot vijf uur werken, maar dat komt bijna nooit voor.”

 

Alle idealisme ten spijt, het gaat niet goed met het bedrijf. Gezeten aan de koffie vertelt Reindertsen eerlijk over de problemen. Noodgedwongen moet het autoherstelbedrijf inkrimpen van elf naar zes man, terwijl de winstgevende status van 2005 werd verruild voor een verlies in 2007. Wat is er aan de hand? Reindertsen wijst op de gigantische lading tijd die het kost om het opleidingscentrum te runnen. “Ik heb me veel te intensief met het opleidingsgedeelte moeten bezighouden en te weinig met het bedrijf zelf. Er komt veel bij kijken als je die jongens hier een beetje normaal wil laten functioneren. Daar heb je ook de medewerking van de school bij nodig. ‘John, houd die omzet in de gaten’, roept mijn vrouw al vanaf het begin. Ze heeft natuurlijk gelijk.”

 

Subsidies komen te laat

Reindertsen ziet nog andere oorzaken voor het zware weer. “Klanten lezen dat we probleemjongeren, veelal van allochtone afkomst, aan hun auto’s laten sleutelen. Dat schrikt sommigen af.” Misschien wel het grootste probleem is de bureaucratie, waar hij tegen aan loopt. “De flexibiliteit en dynamiek die je als ondernemer gewend bent, is er bij de overheid gewoon stukken minder bij. De politiek en de scholen moeten over de betaling van de rekeningen altijd flink vergaderen. Ik was een keer op een vergadering, we moesten iets regelen, en na twee uur waren we pas bij punt twee van de 36 punten. Die andere 34 punten heb ik, samen met een collega, binnen een halfuur opgelost.” En dat is nog niet alles, doordat allerlei subsidies te laat worden overgemaakt, zit Reindertsen geregeld met liquiditeitsproblemen. Sterker, doordat een deel van het subsidiegeld afhangt van de uitbreiding van AC Delco met een Amsterdamse vestiging (zie kader) hangt het hele onderwijs-werkconcept aan een zijden draad.

 

Reindertsen begrijpt dat de omzet niet mag leiden onder zijn enthousiasme om iets goeds te doen voor de jongeren uit de wijk. Daarom gaat hij het onderwijsgedeelte uitbesteden aan een stichting. Dan is er weer tijd voor nieuwe plannen in plaats van de ‘damage control’, waarmee hij nu dagelijks bezig is. “Ik wil hier met een beloningsstructuur gaan werken. Dat een leerling zich heeft bekwaamd in het verwisselen van banden en hiervoor een badge op zijn overall krijgt. Vervolgens krijgt hij per klus bijvoorbeeld een gedeelte van zijn rijbewijs vergoed. Zeg nou zelf: dat is toch geweldig?” Van opgeven wil hij niks weten. “Natuurlijk, het heeft allemaal een hoop tijd gekost, maar je moet ook niet vergeten dat vorig jaar zestien van de twintig jongens er wel doorheen zijn gekomen. Ik ben een groot voetballiefhebber en ik zal als een Duitser strijden tot de laatste minuut.” (BH)

Garages in een probleemwijk

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Al ruim tien jaar lopen probleemjongeren stage bij garage 123-Quality Service in de Utrechtse probleemwijk Overvecht. Sinds zoon John Reindertsen de garage vorig jaar overnam van zijn vader Gerard (en omdoopte in AC Delco Service Center) werkt de herstelplaats officieel samen met MBO-instelling ROC ASA. Het gaat veelal om zowel autochtone als allochtone leerlingen, vaak met een crimineel verleden. De bedoeling is dat er volgend jaar in de Amsterdamse achterstandsbuurt Slotervaart een soortgelijk initiatief van start gaat.