Geen producten in de winkelwagen.
Wordt de auto zuiniger en veiliger, of krijgen we toch de zelfrijdende auto? 6 ontwikkelingen voor 2020 (en 3 x wat niet gaat gebeuren).
Nissan kondigde deze week aan in 2020 een commercieel levensvatbare auto te introduceren die volledig zelfstandig kan rijden. Het bedrijf verwacht in het komende voorjaar een speciaal testcircuit voor de auto's te openen in Japan. En zo komt het rijden van de toekomst steeds dichterbij. We zetten zes ontwikkelingen die hoogstwaarschijnlijk zullen doorzetten op een rijtje en drie die zeker (nog) niet gaan gebeuren. Eerst de zes ontwikkelingen die op de autobezitter afkomen:
1. Auto’s worden steeds zuiniger
Een belangrijke ontwikkeling van de laatste vijftien jaar is dat auto’s steeds zuiniger zijn geworden. Een gemiddelde benzineauto reed in 1980 1 op 11, in 2007 was dat 1 op 16. ‘Het gewicht van auto’s is toegenomen, terwijl ze tegen de stroom in zuiniger zijn geworden. Ik vind het een hele prestatie die de industrie daar heeft laten zien’, zegt Michel van Lindert, consultant bij het Instituut voor Duurzame Mobiliteit. De industrie heeft de komende jaren nog wel wat werk aan de winkel. Volgens Europese klimaatregelgeving moeten nieuwe benzineauto’s in 2020 gemiddeld 1 op 25 rijden. Bovendien moeten de testmethodes voor de verbruikersgegevens dusdanig worden aangepast dat de berijder dit ook daadwerkelijk kan halen. Dat is nu vaak niet het geval.
2. Het nieuwe rijden blijft actueel
Het Nieuwe Rijden lijkt iets van begin deze eeuw. Toch kan het volgens Van Lindert rekenen op toenemende interesse. Vooral vanuit bedrijven die potentiële kostenbesparingen zien in het brandstofverbruik van hun werknemers. ‘Ik merk dat er met name vanuit bedrijven heel veel informatie wordt opgevraagd in de vorm van folders en interactieve trainingen. Je ziet nu dat steeds meer online gaat gebeuren. Mensen hoeven niet meer een week op training, ze kunnen ‘s avonds even achter de computer kruipen.’ Het nieuwe rijden is overigens niet alleen voordelig voor benzine- en dieselrijders. Ook bij hybride en elektrisch rijden levert een zuinig rijgedrag voordeel op, bijvoorbeeld door een hoger actie radius.
3. Technologie helpt zuiniger te rijden
Technologie kan de bestuurder ook helpen om zuiniger te rijden. Een voorbeeld is de start-stopmotor die de motor uitzet als de auto even stil staat voor een stoplicht. ‘Daar is op kleine schaal mee begonnen. Je zult zien dat het op nagenoeg alle nieuwe modellen gewoon gemeengoed wordt’, zegt Van Lindert. Hetzelfde geldt voor sensoren die de bandenspanning bijhouden en de autobezitter waarschuwen als de bandenspanning te laag is. Ook andere hulpmiddelen om het verbruik terug te dringen zullen hun intrede maken. Denk bijvoorbeeld aan een display dat de bestuurder vertelt in welke versnelling hij het best kan rijden.
4. En technologie zorgt voor meer veiligheid
Daarnaast wordt ook steeds meer veiligheidstechnologie standaard. ESP, dat voorkomt dat de auto in een slip raakt, is vanaf volgend jaar voor alle nieuwe auto’s verplicht, maar op het gebied van veiligheid kan er veel meer en gaat er ook heel veel meer gebeuren. Koploper op dit terrein is natuurlijk Volvo, dat in 2020 geen dodelijke of zwaargewonde slachtoffers meer wil veroorzaken door het gebruik van zijn auto’s.
5. Meer biobrandstoffen
De opkomst van biobrandstoffen is door een hoop negatieve publiciteit rond de voedselcrisis van 2008 tot staan gebracht. Toch is het waarschijnlijk dat we steeds meer op verantwoorde biobrandstof van bladeren en weggegooid voedsel gaan rijden. Van Lindert: ‘Veel mensen weten het niet, maar als je nu tankt, tank je al plus-minus 5 procent biocomponent mee. In Frankrijk zie je al heel veel E10, benzine met 10 procent biocomponent toegevoegd. Dat is nog wel een ontwikkeling die hier zal komen binnen nu en enkele jaren.’
6. Een verandering van het verhuurmodel
De laatste jaren is autodelen sterk in opkomst. De achterliggende trend zou zijn dat jongeren geen auto meer voor de deur willen, maar vooral interesse hebben in het gebruik van een auto. Toch is het de vraag of autodelen nou echt een compleet nieuwe vorm van autogebruik is, of dat het hier meer gaat om een verandering van het businessmodel van de verhuurbranche. Kijkend naar de branche zelf lijkt het op het laatste. Een auto ophalen bij het kantoor van het verhuurbedrijf gaat tot het verleden horen.
Wat gaat er niet gebeuren?
Daarnaast zijn er een aantal ontwikkelingen waar we heel veel over lezen, maar die, als ze al doorzetten, zeker niet in 2020 een feit zullen zijn.
1. Het einde van de verbrandingsmotor
Het wordt al meer dan honderd jaar beweerd: de toekomst van de auto is elektrisch. En toch is de verbrandingsmotor nog steeds de dominante technologie. Dat zal voorlopig zo blijven. In het voor de elektrische auto meest positieve scenario van de Europese Commissie heeft 90 procent van de nieuw verkochte auto’s in 2020 een verbrandingsmotor. Wel zal het aandeel hybrides gaan toenemen. In het scenario van Brussel tot 20 procent van de nieuwe verkopen. Of dat percentage echt gehaald gaat worden, hangt vooral af van innovaties, prijsontwikkeling en bijtellingregels.
2. Alle auto's worden zelfrijdend
De Google Car heeft al meer dan een half miljoen kilometer gereden, er zijn zelfrijdende raceauto’s die sneller dan een gemiddelde coureur over een circuit gaan en het CDA wil dat vrij baan wordt gemaakt voor de zelfrijdende auto. Toch hoeven we er voorlopig niet op te rekenen dat de computer de mens het stuur uit handen neemt. ‘Ik denk dat het kan als je je wegen voorstelt van San Francisco naar Las Vegas. Een zelfrijdende auto in de binnenstad van Amsterdam is nog een ver-van-het-bed-show. Je moet vijf ogen hebben om fietsers in de gaten te houden’, zegt Van Lindert.
3. De auto voor de deur verdwijnt
Autodelen komt op, constateerden we al eerder. Maar het toekomstbeeld dat niemand meer een auto voor de deur heeft gaat wel heel ver. Een belangrijke reden is dat autodelen ook weer niet zo goedkoop is als altijd wordt beweerd. Uiteindelijk is het huren van auto’s al snel duurder dan het hebben van een eigen auto. Bovag Verhuurbedrijven rekende in 2008 uit dat het omslagpunt bij 8.000 kilometer per jaar ligt. Voor een doorsnee gezin dat de auto af en toe gebruikt is dat waarschijnlijk eerder 5.100 kilometer per jaar. En dat is los van het gemak dat de auto voor de deur biedt.
