Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Ronald Brus neemt besluiten in een flow

Hij was een echte laatbloeier. Verknalde zijn Citotoets, en woonde nooit meer dan twee colleges bij. Toch woonde thrillseeker Ronald Brus op zijn dertigste aan de Atlantische kust in Connecticut. De scheidend Crucell-ceo is ‘alles maar komen aanwaaien’, zegt hij zelf.
 

Eén bruuske klap, met de vlakke hand, van een 55-jarige Duitse hoogleraar, op zijn gezicht. Scheidend Crucell-ceo Ronald Brus stelt er zijn carrière aan te danken. “Die man was zo woest. Zo nijdig heb ik sindsdien nooit meer iemand gezien. Zalig was het!”
Het was 1990 en de 27-jarige Brus stond nog aan het begin van zijn loopbaan. Hij was medisch directeur van een farma­ceutisch bedrijf in München en ontdekte dat een prominente hoogleraar een met acht ton gespekt patiëntenonderzoek had vervalst. “Hij had met hetzelfde potlood al zijn data verzonnen.”

NATURE NURTURE

Welke invloeden 'vormen' de topman of -vrouw? Management Team en The Executive Network onderzoeken in een reeks interviews samen de aloude vraag naar nurture en nature van onze ceo's en de invloed daarvan op hun carrière.

> alle interviews

Brus koos voor de confrontatie – “Das werde ich melden am Bundesgesundheitsambt” – en oogstte de Duitse lel. “Wenn Sie das machen, Doktor Brus, werde das das Ende Ihrer Karriere.”
Toen Brus erachter kwam dat niet zíjn loopbaan, maar die van de hoogleraar ten einde kwam, dacht hij onherroepelijk terug aan zijn kindertijd. “Ik kwam ermee weg! Ik kon gewoon zeggen wat waar was, zonder represailles.” 

Bumper aan een boom

Het is niet de enige klap die Brus in zijn jonge jaren om de oren kreeg. Ook de basisschooldirecteur nam hem al eens te grazen. “Ik had een weddenschap met klasgenootjes dat ik het eerste klaar zou zijn met de Citotoets. Ik schreef mijn naam erboven, leverde de papieren leeg in, en verliet triomfantelijk de klas.”

Die brutaliteit liet de directeur niet onbestraft. Waarna ook Brus wraak nam. “Ik heb toen de bumper van zijn Volkswagen Kever aan een boom vastgebonden. Dan kon-ie niet weg, dacht ik. Wist ik veel dat zijn hele bumper eraf zou vallen…”

Als ­‘uitblinker in kattenkwaad’, zoals hij zichzelf omschrijft, was zijn jeugd ‘één groot feest’. Zondagskind Brus, zoon van een ingenieur en een directiesecretaresse, die opgroeide in het beschermende milieu van Haren, kon evenwel ook heel fanatiek zijn. Vooral met Risk, een bordspel dat voor Brus de metafoor is voor het hele leven. “Risk is als ondernemen. De legers staan voor het geld dat je nodig hebt. En je opdracht is je originele idee. En gaandeweg het spel ben je alleen maar bezig met het spel en de positie.”

Mazzel

En zoals je in Risk ook wat mazzel nodig hebt om de wereld te veroveren, heb je dat ook in het echte leven. Brus heeft er in elk geval niet over te klagen. De tijden waren goed, toen hij zich bij de Italiaanse farmaceut Zambon naar binnen wist te praten. En dat waren ze nog steeds toen hij in 1993 – krap 30 jaar oud – overstapte naar Forest Laboratories, waar vooral stock-opties leken te worden gekweekt. Vier jaar later verdient Brus er ‘een kleine 3,5 dollarton’ aan salaris en nog eens zo’n bedrag aan opties, bonussen en aandelenpakketten. Het is 1996 en hij woont riant aan de Long Island Sound, een baai aan de Atlantische kust.

En dan repatrieert Brus. Hij sluit zich aan bij een team van de Leidse gentherapie-hoogleraar Dinko Valerio. “Het Risk-spel begon opnieuw.” Ditmaal gaat het clubje zelf naar de beurs. Met Crucell – en later ook biotechdochter Galapagos – surft Brus mee in de volle wind van de biotechhype. De uitdaging? Een reeks ongewisse beloften verkopen. Brus doet een beroep op zijn communicatieve vaardigheden – “Over alles kunnen meepraten brengt je op een zeker niveau” – en met verve. Terwijl biotechbelofte Pharming afglijdt tot pennystock, blijft Crucell maar groeien.

Het is een marktcurve waarin de jongensachtige thrillseeker in Brus goed gedijt. “Het was een roes, we durfden zoveel! We gingen in onderhandeling met ceo’s die veel belangrijker waren dan wij, we namen bedrijven over die veel groter waren. Kattenkwaad uithalen, we konden alles. Het leek wel monopoliegeld.”  

Grootste waagstuk

Het grootste waagstukje kwam in 2006, de overname van Berna. De 100 jaar oude Zwitserse vaccin­producent telde ruim twee keer zoveel werknemers als Crucell en schreef bovendien zwarte cijfers – geld dat Crucell de laatste jaren door de crisis heenhielp. En dat past goed in Brus’ vaste Risk-strategie: allianties sluiten met sterkere spelers. “In het kielzog van een sterkere speler vallen ze jou nooit aan.”

In zekere zin is dat ook wat Brus vorig jaar deed, toen farmareus Johnson & Johnson biotechpareltje Crucell opkocht voor een bedrag van 1,7 miljard euro. Na de deal, die Brus zelf naar schatting 20 miljoen euro opbracht, ging hij slechts kort op in de witte jassen van de reguliere farma-corporate. Afgelopen december nam hij alsnog zijn ontslag bij Johnson & Johnson. Liever brengt hij nieuwe bedrijven tot groei, nu als investeerder.

 

 

Vraag en antwoord

Grijpt u bij grote beslissingen – de overname van Berna, de beursgang van Crucell – echt terug op Risk?“

Ja. Het heeft ermee te maken dat je dit soort besluiten neemt met een positieve flow erachter. Dan gebeuren er goede dingen. Dan werkt alles mee.”

Hoe weet u of die flow er is?
“Je creëert hem zelf! Je moet die vibe hebben, die zorgt dat iedereen op dezelfde golflengte komt. Pas als alles meezit, neem ik zo’n besluit. Daar zit altijd iets van een gok in – op safe spelen is niets voor mij.”

Bouwt u legers op?
“Ja. En ik val pas aan als ik mijn doel daarmee ook kan bereiken. Als je eenmaal aanvalt, moet je ook tot het gaatje gaan, hè? Ook als het even tegenzit.”

Terug naar het echte leven. Bent u een harde werker?
“Hard werken is overschat. Het gaat erom dat je de dingen die je doet, doet zonder scrupules. Dan hou je heel veel tijd over voor reflectie. En je moet het feit dat je centen verdient niet als leidraad nemen. Als je dat doet, dan is de magie weg.”

Nooit uitgerekend wanneer u het best uw opties kunt verzilveren?
“Nooit! Er zijn er die hun opties in een spreadsheet zetten en er iedere dag naar kijken. Dat vind ik zo’n larie.”

Vorig jaar liep u een paar miljoen euro mis bij een optietransactie. Geen spijt?
“Totaal niet! Een van onze managers beklaagde zich ooit dat alle concurrenten zo snel miljonair zijn geworden en wij nog niet. Toen zei ik: wat hebben wij dan voor uitzonderlijks gedaan waarmee we dat verdiend zouden moeten hebben? Ik denk altijd: doe eerst maar iets buitengewoons, dan komt de oogst vanzelf.”

Wat is de rol van uw ouders geweest in uw leven?
“We hadden nooit ruzies thuis. Ik ben van superlinks een echte liberaal geworden. Zij zijn juist steeds linkser geworden. En hoewel we er aan de eettafel altijd discussie over hadden, was er nooit rivaliteit. Elke dag, bij lunch en diner, dat was bij ons discussietijd. Heel veilig, geborgen.”

Hoe keken uw ouders tegen uw ­loopbaan aan?
“Mijn ouders hebben een calvinistische inslag. Wij hadden het hartstikke goed thuis. De familie van mijn vader was rijk. Ze wisten dus dat geld niet gelukkig maakt. En ook dat het hebben van geld niet betekent dat je harder hebt gewerkt dan anderen. Ze hadden wel hun vragen bij de grote risico’s die ik nam. Dat ik al jong een enorm huis kocht, dat ik een baan aannam in een ander land. Maar tegelijk stimuleerden ze me daar ook onwijs in.”
Is uw relatie met uw ouders veranderd sinds u een vermogend man bent?
“Ik denk het wel. Ik heb mijn ouders drie jaar geleden een Porsche Cayenne cadeau gedaan. Vonden ze verschrikkelijk! Ze schaamden zich ervoor, voor de buren. Ze parkeerden het ding steevast twee straten verderop. Na een half jaar kreeg ik hem weer terug.”

Herkent u die schaamte?
“Totaal niet. Wat maakt het uit wat anderen van je vinden? Ik ben veel extravaganter, wil juist níet dat mensen denken dat ik me conformeer. Die opstelling heb ik altijd gehad, en dat staat haaks op die van mijn ouders.”

Mensen zonder grenzen zijn gevoeliger voor verslavingen. Waarom bent u niet bijvoorbeeld in het casino beland?
“Ik denk dat dat wel komt door het ­kompas dat ik van mijn ouders meekreeg. Ik betaal mijn belasting, heb nog nooit een sigaret aangeraakt, ben nog nooit dronken geweest. Casino’s ­interesseren me niet; ik zoek andere thrills.”

Nooit de grenzen van uw lijf opgezocht?
“Met sport wel, maar met drank en drugs? Nooit! Dat vind ik zoiets primitiefs… Kijk, het enige dat echt van mij is, is mijn integriteit. Dat ga ik toch niet te grabbel gooien? Dat je gaat lopen kotsen van de drank, onvoorstelbaar.”

Wat zouden uw ouders u terecht ­kunnen verwijten?
“Mijn ouders maakten zich alleen maar zorgen of ik wel lief genoeg ben voor mijn personeel.”

Deelt u die angst?
“Dat gevoel heb ik meegekregen van mijn ouders. Altijd als mijn vader thuiskwam, praatte hij over zijn werk. Wat mij ­daaruit bij is gebleven is dat als mensen eerlijk zijn, ze veel kunnen maken. Maar als je achterbaks bent, kun je nog zoveel talent hebben, dan krijgen ze altijd een hekel aan je. Dat werkt ook zo met artsen. Lieve dokters krijgen nooit een proces aan hun broek, welke fouten ze ook gemaakt hebben. Maar als je een arrogante eikel bent, weten ze je te vinden bij de eerste de beste fout. En daar zijn mijn ouders bang voor – dat ik die les niet goed genoeg ter harte heb genomen.”

Bent u ooit nat gegaan?
“Ja. In een dwaze bui gaf ik me in mijn tijd bij Forest op om een nieuw medicijn te presenteren aan een deskundigenpanel van de FDA, het Amerikaanse ministerie dat nieuwe medicijnen op de markt keurt. Van de toelating van dat medicijn hingen miljoenen dollars af. Mijn baas en een roedel beursanalisten waren aanwezig. Die werden gedurende mijn pitch steeds zenuwachtiger en begonnen ons aandeel als een zotte te dumpen. Het medicijn werd afgekeurd en op die dag verdampte 8 procent van onze beurswaarde, een kleine 200 miljoen dollar.”

Dat lijkt me reden voor ontslag.
“Toch niet. Amerikanen kunnen goed tegen hun verlies. Ik kwam ermee weg.”

Dus toch niet nat. Waarom niet?
Na een stilte: “Ik denk dat ik veel aan mijn gevoel voor humor te danken heb. Humor is schaars en dus erg waardevol. Ik heb geen enkele moeite om een slechte ­boodschap te brengen. Ik kan hem altijd zo verpakken dat mensen me persoonlijk niets kwalijk nemen.”

Dat moet een machtig gevoel zijn…
“Ja. Zo voelt dat wel. Kijk, je moet het leven niet te serieus nemen. Er zijn twee spelletjes: dat om geld en dat om het echte succes. Het ­spelletje om geld speel je gewoon omdat je niet wil dat iemand anders wint. Ik heb liever dat ík dat geld krijg dan een fondsmanager van Fidelity. Althans, zo kijk ik ertegenaan.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

En het spelletje om succes in het leven?
“Daar heb je echt geluk voor nodig. Ik vraag wel eens aan ceo’s van een heel groot bedrijf: heb jij nou een idee waarom jij dat bent geworden? Ze komen dan vaak met een verhaal van ‘keihard werken, goed je best doen, niet falen’. Nou, dan begrijp je er echt geen pepernoot van! Succesvol kun je alleen zijn geworden omdat je ouders je hebben verwekt, omdat je hier bent geboren en niet in Afrika, en omdat je de juiste vaccins hebt gehad zodat je er nog steeds bent. En natuurlijk de juiste opleiding. De rest is puur geluk. Als je dat niet meer ziet, dan begrijp je het leven niet.”

Bio Ronald Brus

  • 1963 geboren in Haren
  • 1989 afgestudeerd geneeskunde, Universiteit van Groningen
  • 1990 Medical director bij Zambon B.V.
  • 1994 Product planning physician, Forrest Laboraties New York
  • 1997 Executive vice president, Business Development Crucell/IntroGene
  • 2000 Lid raad van bestuur Galapagos
  • 2000 Cbo (chief business officer) Crucell
  • 2003 Coo Crucell
  • 2004 Ceo Crucell

 

Eerder in deze serie: