Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Dagelijkse rituelen van 6 beroemdheden: van zilver poetsen tot liggend schrijven

Een rondje hardlopen voor je je dag echt goed begint, een kop koffie omdat je anders niet op gang komt: iedereen heeft rituelen om de dag door te komen. In zijn boek Dagelijkse Rituelen doet de Amerikaanse schrijver Mason Currey de rituelen van 155 bekendheden uit de doeken. Dit zijn er zes van.

De dagelijkse rituelen die 6 beroemdheden de dag door helpen Een rondje hardlopen voor je je dag echt goed begint, een kop koffie omdat je anders niet op gang komt: iedereen heeft rituelen om de dag door te komen. In zijn boek Dagelijkse Rituelen doet de Amerikaanse schrijver Mason Currey de rituelen van 155 bekendheden uit de doeken. Dit zijn er zes van. #1 Woody Allen (regisseur) Als scenarioschrijver is het belangrijk om de hele dag met goede ideeën te komen en verschillende plotwendingen uit te kunnen denken, maar soms lukt het niet. Allens truc? Ga onder de douche. ‘Als ik opsta en een douche neem is dat een grote steun. Daarom douche ik soms nog een keer extra. Het schudt het allemaal op en het ontspant me.’ Het helpt Allen vooral om de temperatuur flink op te schroeven - of te laten dalen. ‘Douchen is vooral goed als het koud is. Dat klinkt nogal onbenullig, maar als ik werk heb ik gewoon mijn kleren aan, en die douche wil ik nemen voor een creatieve impuls. Dus trek ik wat kleren uit en probeer ik mezelf zo even echt koud te laten worden zodat ik onder de douche wil stappen. Daarna sta ik veertig minuten lang onder kokend heet water, alleen maar ideeën te verzinnen en de plot uit te denken.’ #2 Truman Capote (schrijver) ‘Ik ben een horizontale auteur. Ik kan niet nadenken als ik niet lig, in bed of uitgestrekt op een divan met een sigaret en koffie in de buurt. Als de middag zich voortsleept, stap ik van koffie over op muntthee, op sherry en op martini’s, liet Truman Capote optekenen in The Paris Review in 1957. Zelfs typen deed hij in bed, waarbij hij de schrijfmachine met zijn knieën in evenwicht hield. #3 Albert Heijn (zakenman) Albert Heijn had weinig met rituelen: doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg. Die totale afwezigheid van kapsones kwam ook terug in zijn dagelijkse rituelen: hij zat in witte hemdsmouwen achter zijn bureau, liet zich makkelijk storen, lunchte ‘s middags met een boterham met kaas en een glas melk, rookte drie pakjes per dag, at ‘s avonds graag kapucijners en draaide lichte muziek in de tijd dat Frank Sinatra al te oppervlakkig was en je op zijn minst van Bach moest houden. #4 Carl Jung (psychiater) Carl Jung ging niet zomaar naar een hutje op de hei om tot rust te komen en goed te kunnen werken, hij bouwde er zelf een. In het Zwitserse dorpje Bollingen bouwde hij een simpel stenen huisje met bovenverdieping, dat hij steeds bleef uitbreiden met verschillende torens. ‘s Ochtends stond hij om zeven uur op, groette zijn potten en pannen en was een lange tijd bezig met het klaarmaken van ontbijt, dat normaal gesproken bestond uit koffie, salami, fruit, brood en boter, aldus biograaf Ronald Hayman. Nadat hij twee uur geconcentreerd had geschreven, wandelde hij door de bergen, schilderde, mediteerde, ontving gasten én vele brieven via de post, bereidde een maaltijd en om 10 uur was het bedtijd. Carl Jung beschrijft zijn tijd in Bollingen als de de plek waar hij het meest wezenlijk zichzelf was. #5 Annie M. G. Schmidt (schrijfster) Voor Annie M. G. Schmidt was schrijven geen heilig vuur, maar gewoon een kweestie van gaan zitten en doen. Ze nam voortdurend veel te veel werk aan, uit angst dat mensen geen beroep meer op haar zouden doen. Daardoor kwam ze voortdurend in de knoop, waardoor ze nog harder moest werken en nog vroeger op moest. Was dat normaliter om acht uur, om koffie te zetten en een sigaret op te steken, bij deadlines verliet Schmidt om vier uur haar bed. Hoewel ze een probleem met slapen had en een groot deel van haar volwassen leven aan de slaappillen zat, ging ze midden in de nacht met frisse moed aan de slag. #6 Nikola Tesla (uitvinder) Nikola Tesla werkte het liefst in het donker. Als hij binnenkwam om 12 uur ‘s middags, deed zijn assistente direct de rolluiken naar beneden. Hij werkte tot middernacht door, met om acht uur een pauze om te eten in de Palm Room van het Waldorf-Astoria Hotel. Tesla belde van tevoren zijn instructies voor de maaltijd door, waarna hij bij aankomst naar zijn gebruikelijke tafel werd geleid waar achttien schone linnen servetten klaar lagen. Terwijl hij op zijn eten wachtte, poetst hij het reeds glimmende zilver en kristal met deze lappen, waarbij hij langzaam een berg servetten op de tafel creëerde. Dagelijkse Rituelen is te verkrijgen via Managementboek.
Foto: Getty Images

#1 Woody Allen (regisseur)

Als scenarioschrijver is het belangrijk om de hele dag met goede ideeën te komen en verschillende plotwendingen uit te kunnen denken, maar soms lukt het niet. Allens truc? Ga onder de douche. ‘Als ik opsta en een douche neem is dat een grote steun. Daarom douche ik soms nog een keer extra. Het schudt het allemaal op en het ontspant me.’

Het helpt Allen vooral om de temperatuur flink op te schroeven – of te laten dalen. ‘Douchen is vooral goed als het koud is. Dat klinkt nogal onbenullig, maar die douche wil ik nemen voor een creatieve impuls. Dus trek ik wat kleren uit en probeer ik mezelf even echt koud te laten worden zodat ik onder de douche wil stappen. Daarna sta ik veertig minuten lang onder kokend heet water, alleen maar ideeën te verzinnen en de plot uit te denken.’

#2 Truman Capote (schrijver)

‘Ik ben een horizontale auteur. Ik kan goed nadenken als ik lig, in bed of uitgestrekt op een divan met een sigaret en koffie in de buurt. Als de middag zich voortsleept, stap ik van koffie over op muntthee, sherry en martini’s, liet Truman Capote optekenen in The Paris Review in 1957. Zelfs typen deed hij in bed, waarbij hij de schrijfmachine met zijn knieën in evenwicht hield.

#3 Albert Heijn (zakenman)

Albert Heijn had weinig met rituelen: doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg. Die totale afwezigheid van kapsones kwam ook terug in zijn dagelijkse rituelen: hij liet zich makkelijk storen, lunchte ‘s middags met een boterham met kaas en een glas melk, rookte drie pakjes per dag, at ‘s avonds graag kapucijners en draaide luchtige muziek in de tijd dat Frank Sinatra al te oppervlakkig was en je op zijn minst van Bach moest houden.

#4 Carl Jung (psychiater)

Carl Jung ging niet zomaar naar een hutje op de hei om tot rust te komen en goed te kunnen werken, hij bouwde er zelf een. In het Zwitserse dorpje Bollingen bouwde hij een simpel stenen huisje met bovenverdieping, dat hij steeds bleef uitbreiden met verschillende torens. ‘s Ochtends stond hij om zeven uur op en was een lange tijd bezig met het klaarmaken van ontbijt, dat normaal gesproken bestond uit koffie, salami, fruit, brood en boter, aldus biograaf Ronald Hayman. Nadat hij twee uur geconcentreerd had geschreven, wandelde hij door de bergen, schilderde, mediteerde, ontving gasten én vele brieven via de post, bereidde een maaltijd en om 10 uur was het bedtijd. Carl Jung beschrijft zijn tijd in Bollingen als de de plek waar hij het meest wezenlijk zichzelf was.

#5 Annie M. G. Schmidt (schrijfster)

Voor Annie M. G. Schmidt was schrijven geen heilig vuur, maar gewoon een kwestie van gaan zitten en doen. Ze nam voortdurend te veel werk aan, uit angst dat mensen geen beroep meer op haar zouden doen. Daardoor kwam ze voortdurend in de knoop, waardoor ze nog harder moest werken en nog vroeger op moest. Was dat normaliter om acht uur, om koffie te zetten en een sigaret op te steken, bij deadlines verliet Schmidt om vier uur haar bed. Hoewel ze een probleem met slapen had en een groot deel van haar volwassen leven aan de slaappillen zat, ging ze midden in de nacht met frisse moed aan de slag.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

#6 Nikola Tesla (uitvinder)

Nikola Tesla werkte het liefst in het donker. Als hij binnenkwam om 12 uur ‘s middags, deed zijn assistente direct de rolluiken naar beneden. Hij werkte tot middernacht door, met om acht uur een pauze om te eten in de Palm Room van het Waldorf-Astoria Hotel. Tesla belde van tevoren zijn instructies voor de maaltijd door, waarna hij bij aankomst naar zijn gebruikelijke tafel werd geleid waar achttien schone linnen servetten klaar lagen. Terwijl hij op zijn eten wachtte, poetst hij het reeds glimmende zilver en kristal met deze lappen, waarbij hij langzaam een berg servetten op de tafel creëerde.

Dagelijkse Rituelen is te verkrijgen via Managementboek.