Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

Zo krijgt fit20 iedereen op kantoor in beweging

Fitte medewerkers zijn productiever, gelukkiger en verzuimen minder. Als werkgever kun je alleen moeilijk je toch al drukke werknemers verplichten om te sporten. Toch probeert fit20 juist de drukke professional in beweging te krijgen. ‘Vitaliteit is essentieel voor het werkgeluk’, betoogt managing director Rob Reuters.

Bijna de helft van de volwassen Nederlanders heeft matig of ernstig overgewicht. Ongeveer een kwart van de Nederlanders zegt zich niet gezond te voelen. En hoewel we in ons land dol zijn op sport beweegt meer dan de helft van de Nederlanders te weinig. Tijdgebrek is de meest genoemde belemmering waarom er te weinig gesport of bewogen wordt. Dat laatste is iets wat Rob Reuters, managing director bij fit20, herkent. ‘Met name de groep tussen de 35 en 55 jaar heeft vaak weinig tijd. Met jonge kinderen en een verantwoordelijke baan bevinden zij zich in het spitsuur van hun leven.’

Geen zweet

Het is dan ook geen wonder dat het grootste deel van de klanten van fit20 zich in deze leeftijdscategorie bevindt. De belofte van het bedrijf is eenvoudig. Door 20 minuten per week te trainen kun je je meetbaar fitter voelen. De oefeningen worden met een hoge weerstand in een laag tempo uitgevoerd in een betrekkelijk koele ruimte (17℃). Hierdoor zweten deelnemers niet en kunnen ze in hun gewone kleren sporten.

Kun je echt in twintig minuten per week fit blijven? Reuters krijgt deze vraag regelmatig en begrijpt de scepsis. ‘Toen mijn vriend Walter Vendel (CEO en oprichter fit20) mij tien jaar geleden vroeg om hier te komen werken en de methode uitlegde, lachte ik hem uit.’ Reuters, zelf een redelijk fanatiek sporter, nam de uitdaging aan om het te proberen. ‘Eerlijk gezegd wist ik niet wat me overkwam. Ik voelde me snel fitter en dacht: als het bij mij werkt, werkt het bij hele volksstammen’. Met die overtuiging trad hij in 2010 in dienst bij fit20.

Eigen verantwoordelijkheid

Sindsdien ging het hard met het fitnessconcept. Fit20 heeft inmiddels 144 studio’s in 8 landen waar klanten onder begeleiding kunnen trainen. Daarnaast biedt het bedrijven de mogelijkheid om een eigen inhouse-oplossing aan te bieden. ‘Dit gaat op basis van pay for performance. We vragen bescheiden beheerskosten en 40 vierkante meter voor een studio. We willen geen slapende leden, dus gaan pas verdienen als medewerkers gebruik van ons aanbod maken. Het risico moet bij ons liggen.’ Fit20 mag onder meer Ahold, PwC, Randstad en Siemens tot zijn klanten rekenen. In de optiek van Reuters zijn werkgevers niet verantwoordelijk voor de gezondheid van hun medewerkers. “Maar ze hebben wel baat bij gezondere werknemers en kunnen de eigen verantwoordelijkheid faciliteren.’

De grootste uitdaging op de werkvloer is om mensen te bereiken die weinig bewegen. ‘Wij zien dat mensen die al fit zijn zich vaak als eerste melden’, erkent Reuters. ‘Alleen zijn er een paar manieren om de drempel voor anderen te verlagen.’ Volgens de fit20 managing director blijven de daadwerkelijke redenen waarom mensen niet bewegen onbesproken. ‘Ze zeggen: ‘sporten is niks voor mij’, maar vaak gaat daar iets anders achter schuil. Bijvoorbeeld dat men onzeker is over het eigen lichaam en zich oncomfortabel voelt om in strakke sportshirts tussen sportieve collega’s te staan.’ Omdat bij fit20 in normale kleding wordt gesport en de begeleiding één op één of één op twee is valt dit probleem weg.

Sociale wezens

De persoonlijke begeleiding creëert volgens Reuters een comfortabele omgeving, maar dwingt deelnemers op het lichamelijke vlak om buiten hun comfortzone te trainen. ‘Zij zorgen ervoor dat er met de optimale intensiteit wordt getraind, terwijl blessures worden voorkomen. Als je zelf traint ga je vaak smokkelen met oefeningen, maar 80 procent van het resultaat zit in de laatste 20 procent van de oefening. Evolutionair zijn we zo geprogrammeerd dat we niet zo diep willen gaan’, zegt Reuters. Van nature zal het lichaam altijd energie willen besparen. Gelukkig zijn we ook sociale wezens. We spannen ons graag in voor een ander, dus met een personal trainer ga je dieper.’

Die sociale aard is volgens de managing director ook de reden dat fit20-deelnemers niet snel een training overslaan. ‘De trainer maakt tijd voor je vrij, die wil je niet in de steek laten. Wanneer mensen een afspraak overslaan of vergeten nemen we even contact op voor een nieuwe afspraak. Zo haal je een hoop weerstanden weg’, legt Reuters uit. Toch is het niet de trainer, de wetenschappelijke onderbouwing of de werkgever die de meeste mensen over de streep trekt. ‘Wij en de werkgever zijn natuurlijk belanghebbenden, maar enthousiaste collega’s worden echt serieus genomen.’

Verzuimreductie

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Bij in-house-programma’s volgt vaak na een paar maanden een tweede golf van inschrijven. ‘Dan zijn mensen enthousiast gemaakt door collega’s’, verduidelijkt Reuters. Dit enthousiasme wordt door fit20 ook gevangen in cijfers. Het bedrijf doet veel onderzoek naar de klantbeleving. ‘In de logistieke distributiecentra van Albert Heijn werken veel medewerkers van boven de 50. Rug- en schouderklachten kunnen hier makkelijk uitmonden in verzuim en productieverlies. Van de distributiemedewerkers die aan fit20 meededen en een startklacht hadden gaf 87 procent na zes maanden aan dat deze klachten sterk waren verminderd of verdwenen.’

De laagdrempelige vorm van bewegen heeft bovendien een vliegwielfunctie. ‘Uit enquêtes blijkt dat mensen na tien maanden fit20 gemiddeld zo’n 30 procent meer bewegen. Deelnemers gaan vooral meer fietsen en wandelen.’ Reuters ziet dan ook dat werkgevers steeds meer verantwoordelijkheid nemen voor de vitaliteit van hun medewerkers. ‘Door de verhoging van de pensioenleeftijd ‘moeten’ medewerkers steeds langer mee. Zeker in de hypercompetitieve arbeidsmarkt waar we ons nu in bevinden is het belangrijk om medewerkers aan je te binden. Vitaliteit is iets waarmee bedrijven zich kunnen onderscheiden ten opzichte van concurrenten.’