Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Wat de manager van de sportcoach leert

Veel managers volgen de verrichtingen van coaches als Van Gaal, anderen staan zaterdags zelf langs de lijn. Wat nemen zij daarvan op maandag mee naar kantoor?
 

1 Niet schreeuwen!

Bij Ajax zag managementtrainer Erik van Rinsum hoe het níet moet: “Bryan Roy moest als leerling-coach de Ajax-jeugd trainen, terwijl zijn mentor Danny Blind toekeek. De training ging niet goed. Roy stond vanaf de zijlijn voortdurend te schreeuwen. Blind riep Roy bij zich en vertelde hem woordelijk wat hij tegen zijn spelers moest zeggen. Roy deed dat en Blind was tevreden. Ik heb daar met verbazing naar staan kijken.”

Van Rinsum schreef samen met golfleraar Peter Lind Sportcoachen: prestaties zonder schreeuwen. Kern van de boodschap in dat boek: coachen is geen eenrichtingverkeer. Een goede coach vertelt een sporter niet wat hij moet doen, maar zoekt uit wat de sporter nodig heeft om zijn prestaties te verbeteren. De beste sporter is daarom ook niet noodzakelijk de beste coach.

Van Rinsum: “Toen Erik Dekker, die nu ploegleider is bij Rabobank, werd gevraagd waarom hij een goede leider is, antwoordde hij: omdat ik als wielrenner alles al een keer heb meegemaakt. Dat is een verkeerde opvatting van coachen. Je laat een sporter niet beter presteren door hem te vertellen hoe jij het deed. Datzelfde geldt voor managers. Baasjes die alles beter weten worden lager gewaardeerd dan managers die medewerkers de ruimte geven en hun eigen keuzes laten maken.”

2 Een gezonde geest

Pons Jan Vermeer trainde jarenlang de jeugdselectie van de Nederlandse tennisbond. De lessen die hij zijn jonge tennissers voorhield, doceert hij in opdracht van het Mentally Fit Institute nu aan managers. “Het gaat om energiemanagement”, vertelt Vermeer. “Als sportcoach zorg je ervoor dat spelers geen energie verspillen. De mentale, fysieke en emotionele batterij moet volledig zijn opgeladen. Recuperatie is belangrijk. Niet de training, maar het herstel maakt mensen sterker.

Dat is ook een les voor het bedrijfsleven. Vaak beginnen mensen met een halfvolle batterij aan de dag. Ik leer ze regelmatig rust te nemen, zodat het stresshormoon cortisol wordt afgebouwd. Ook leer ik mensen niet te focussen op het resultaat, maar op het proces. Je weet van tevoren niet of je zult winnen, maar je kunt je wel voornemen de wedstrijd op een bepaalde manier te spelen. Als dat lukt, kun je tevreden zijn over je prestatie, zelfs als je verliest. Zo bouw je zelfvertrouwen op en voorkom je frustratie. Dat is een les waar managers, met hun keiharde targets, ook veel aan hebben.”

3 Chaos is nuttig

Onder leiding van Paul van Ass zijn de hockeyers van het Wassenaarse HGC bezig aan een fantastisch seizoen. Minder bekend is dat Van Ass ook succesvol zakenman is. Op zijn 28ste nam hij zijn eerste bedrijf over. Tegenwoordig is hij mede-eigenaar van een participatiemaatschappij. Sport en management lijken veel op elkaar, denkt Van Ass. “Als leidinggevende in een bedrijf weet je hoe je het beste uit mensen haalt en hoe je ze samen prestaties laat leveren. Ik gebruik als hockeycoach veel metaforen uit het bedrijfsleven, zoals de chaostheorie. Een organisatie moet een goede mix zijn van orde en chaos. Je moet niet alles vastleggen in protocollen, want met een stel ambtenaren behaal je geen winst. Natuurlijk opereer je vanuit een bepaalde structuur, maar je moet oppassen dat je niet de creativiteit van het individu kapotslaat.”

In sommige opzichten is sporters coachen makkelijker dan een bedrijf leiden, vindt Van Ass: “In de sport is er elk weekend een afrekenmoment. Een slecht presterende sporter valt meteen door de mand. Een slecht presterende salesmanager kan zich nog vaak achter de slechte marktomstandigheden verschuilen. Bovendien kun je niet iedereen langs de meetlat van een topsporter leggen.”

4 Meer emotie

Leiderschapsexpert Rogier Offerhaus (C-Results) weet wel waar de fascinatie van managers voor sport vandaan komt: “Bedrijven dromen ervan dat hun klanten net zo fanatiek zijn als de fans van Feyenoord en hun managers net zo gepassioneerd als Van Gaal. Een goede sportcoach neemt zijn spelers mee in zijn verhaal en weet zo van het team een eenheid te smeden.”
In het bedrijfsleven is de emotie vaak ver te zoeken, vindt Offerhaus: “Managers kijken vooral naar de cijfers. Hun doel is het bedrijf van a naar b brengen. Misschien moeten ze af en toe eens als een Louis van Gaal op een podium staan.”

 

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Lees ook het boek "80 tips voor coachend leidinggeven" of volg de Masterclass: Menskennis voor managers. (23-06-2010)