Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Het Nieuwe Normaal van banken: ‘Bouw mee aan de toekomst van klanten’

De coronacrisis schept een nieuwe werkelijkheid. Banken zijn nu razend druk met kredieten die het bedrijfsleven overeind moeten houden. Maar welke rol spelen ze daarna? Barbara Baarsma: ‘Als je netwerken koppelt en kennis inbrengt, wordt van alles mogelijk.’

Barbara Baarsma Nieuwe normaal banken
Foto: Edwin Walvisch

Als je het heel grof mag schetsen, zijn er twee partijen die zorgen dat bedrijven in Nederland financieel niet direct onderuitgaan in de coronacrisis: de overheid, die met handenvol maatregelen de ondernemingen wat lucht verschaft, en de banken. 

Drukte aan het kredietloket

Banken staan hun klanten toe de aflossing op bedrijfsleningen tot 2,5 miljoen euro een half jaar uit te stellen. Volgens bankenvereniging NVB gaat dit om 2,4 miljard euro. Voor nog eens 3 miljard is nieuw of ruimer krediet verstrekt.

En, graag of niet: de financiële instellingen zijn ook aangewezen om kredietregelingen uit te voeren waarvoor de overheid garant staat. Voor de Borgstellingsregeling MKB (BMKB, tot 1,5 miljoen) en de Garantie ondernemersfinanciering (GO, vanaf 1,5 miljoen tot 50 miljoen) gelden soepelere voorwaarden, een ruimere garantstelling en lagere premies bovenop de marktrente. 

Het is nog net geen run op de kredietloketten, maar de collega’s van Barbara Baarsma moeten stevig aan de bak om alle aanvragen te beoordelen. ‘Dat is onze maatschappelijke rol: die nemen we op ons, zo efficiënt mogelijk. Al vergt dat nog wel nader overleg met de overheid.’

Econoom met 3 petten

Baarsma is ongetwijfeld de econoom die in Nederland de meeste petten draagt. Ze is directievoorzitter van Rabobank Amsterdam, hoogleraar toegepaste economie aan de Universiteit van Amsterdam en dan is ze ook nog actief in de ‘politieke economie’: ze is voorzitter van Bankraad DNB, lid van de monitoringscommissie Corporate Governance Code en was tot 2019 kroonlid bij de SER.

‘Ik kan in alle functies mijn kennis en ervaring kwijt en ik opereer in volstrekte onafhankelijkheid vanuit mijn eigen drijfveren. Ik doe iets omdat ik het wil, niet omdat ik het moet doen. Dat is trouwens ook exact wat de nieuwe economie van mensen vraagt: gok niet op één baan of functie, maar ga na waar je voor staat en laat dat bepalen welke rol of rollen je vervult.’

Gevraagd: nieuw leiderschap

Wat die rol betreft: voor de leiders binnen banken, bedrijfsleven en overheid bevat de coronacrisis een grote opdracht. ‘Deze tijd vraagt om een nieuwe vorm van leiderschap. Van iedereen: burger, overheid, maar ook van de banken. Van banken mag je verwachten dat ze warmhartig naar oplossingen voor klanten zoeken, maar wel met koel verstand het schaarse kapitaal toewijzen aan bedrijven met continuïteitsperspectief.’

‘We hebben heel lang gepraat over inzetbaarheid, maar in de corona-economie komt het er echt op aan’

‘En van de overheid mogen burgers, bedrijven en banken een veel transparantere belangenafweging vragen. De economie is op slot gegaan, maar inzicht in de afwegingen die daaraan ten grondslag liggen, krijgen we niet. Wel dat de gezondheid op nummer 1 staat, inclusief een uitgebreid verhaal van virologen en andere medici. Maar hoe zijn vervolgens de economische kosten en de maatschappelijke gevolgen meegewogen? Het inzakken van de productiviteit en het oplopen van de staatsschuld? Het achterblijven van kansarme kinderen op school? De mishandeling van mensen in een onveilige thuissituatie?’

Mededogen met ondernemers

Het bedrijfsleven verkeert nog steeds in grote onzekerheid over een nieuw pakket maatregelen en de timing van een open-up van de economie. ‘Ondernemers kunnen niet leven met die onzekerheid, ze hebben perspectief nodig. Hier past mededogen, en dat ontbrak wat in de persconferenties tot op heden. Mededogen is wat mij betreft ook een belangrijk kenmerk van leiderschap.’

De banken zelf nemen op dit moment hun verantwoordelijkheid door zo snel mogelijk voor financiële lucht te zorgen voor hun klanten, want daar komt kredietverlening en ‘aflosvakantie’ toch op neer. ‘Daar doen we ongelofelijk ons best voor, en bij de verruimde garantieregelingen is die verantwoordelijkheid verbonden met wat de overheid doet.’  

Weerbarstige praktijk

Maar de praktijk van de overheidssteun voor bedrijven is weerbarstig. Ja, de voorwaarden zijn soepeler, maar elke kredietaanvraag zal de bank nog altijd moeten beoordelen op continuïteitsperspectief. Misschien is de vergelijking met de triage bij de ic niet helemaal kies omdat het hier niet om mensenlevens gaat, maar voor bedrijven is het wel een kwestie van leven of dood: komt er overbruggingskrediet of niet? 

‘Met als verschil: de ic-arts kent zijn patiënten vaak niet, wij kennen onze klanten wel. Om hun toekomstperspectief te bepalen, heeft een bank inzage in de historische financiële gegevens, maar hebben we meer nodig: een actuele liquiditeitsplanning, orderportefeuille en andere gegevens. Alleen: vaak hebben mkb’ers die niet paraat. We moeten dat dan aanvullen en per klant uitzoeken of dit voldoende continuïteitsperspectief oplevert. Daar gaat heel veel tijd en energie in zitten.’

Triage bij schaars kapitaal

Want wat een ding betreft is bankieren niet veranderd: als een klant omvalt, kost dat geld. En de overheidsgarantie van de kredietregelingen is geen 100 procent, maar maximaal 67,5 procent. ‘Dat moet voor kleinere en relatief bewerkelijke kredieten naar 100 procent, net als in Duitsland. Ook zou het enorm helpen als de overheid bij de coronavariant van de BMKB-regeling toestaat dat niet per klant, maar per sector een beoordeling wordt gemaakt. Verder is het nodig dat de overheid duidelijkheid geeft over de criteria voor hertoetsing.’

Daar komt toch vergelijking met die triage weer om de hoek kijken. Toen artsen de schaarste op hun ic’s moeten verdelen, was er een maatschappelijk debat nodig om regels te maken die een breed draagvlak hadden. ‘Zo is het ook bij het verdelen van schaars kapitaal. De regels moeten niet alleen door banken worden bepaald, maar de open normen vragen ook een breder debat.’

Dienaren van de economie

Hoe ziet het werk van banken eruit als de economie straks weer van het slot gaat en in de verwachte recessie belandt? ‘Afhankelijk van hoe snel alles weer opengaat zal de krimp oplopen van 5 tot misschien wel 14 procent, wie zal het zeggen? Wij zijn als banken dienaren van de reële economie. We zullen dus blijven kijken of bedrijven en particuliere klanten zich staande houden en wat zij nodig hebben. Die inzichten moeten we bespreken met de overheid, om zo het beleid zo effectief mogelijk te laten aansluiten bij die behoeften. En ook daarbij mag je leiderschap van ons verwachten, ook als het gaat om het inschatten van het toekomstperspectief van bedrijven.’

Drie voorwaarden voor continuïteit

‘Je wilt dat het kapitaal terechtkomt bij bedrijven met een toekomstbestendig verdienmodel. Als econoom denk ik dat ze daarvoor aan drie voorwaarden moeten voldoen. Allereerst: is het bedrijf ondersteunend aan de energietransitie? Investeert het zelf erin, innoveert het om klimaatverandering tegen te gaan? Als dat niet gebeurt, is het niet toekomstbestendig.’

‘Ten tweede: is het bedrijf voldoende gedigitaliseerd? Dat is een absolute noodzaak voor continuïteit. En dat geldt ook voor voorwaarde drie: een leercultuur in het bedrijf. Niet elk bedrijf hoeft zelf zijn mensen bij te scholen, dat kan in sectorverband. Want dit maakt de crisis echt urgent: honderdduizenden mensen moeten misschien een andere baan zoeken, nieuwe vaardigheden leren. We hebben heel lang gepraat over inzetbaarheid, bij de SER heb ik in het verleden meegeschreven aan een rapport over een leven lang ontwikkelen, maar in de corona-economie komt het er echt op aan.’

Hulp bij toekomstperspectief

Wat Baarsma en haar bank betreft, blijft het niet bij het afrekenen van klanten op hun toekomstperspectief. Banken zullen ze moeten helpen bij het ontwikkelen ervan. Zie het als investeren in de kwaliteit van je klantenbestand. ‘Bij de Rabobank konden klanten via MKB Digital Workspace al een scan laten uitvoeren naar de mogelijkheden om meer te digitaliseren. We hebben ook een team dat adviseert over circularisering. De coronacrisis zal ervoor zorgen dat we dergelijke programma’s versnellen.’

‘We hebben via onze klanten overzicht over de circulaire economie’

Nog een mooi voorbeeld hoe onder coronadruk dingen ineens sneller gaan. Rabobank, van oudsher dé bank die sterk is in landbouw en voedselvoorziening, heeft al langer een programma dat als doel heeft korte voedselketens te stimuleren. ‘Tijdens het hamsteren zag je hoe kwetsbaar lange ketens kunnen zijn, met links lege schappen en rechts bloemen en aardappels die werden doorgedraaid.’

Als je meer haalt uit lokale voedselketens, is de gedachte, is dat niet alleen goed voor het verdienvermogen van boeren in de omgeving en een beperktere co2-uitstoot door transport, maar komt het ook de voedselzekerheid ten goede. ‘En kringlooplandbouw is veel makkelijker te faciliteren als je een nieuw evenwicht weet te vinden tussen lokale en internationale ketens.’ Vanuit dit vergezicht weer even terug bij het hier en nu: supportyourlocalsNL brengt deze visie in praktijk, met onder meer voedselboxen die worden gevuld met streekproducten.

Verbindingskracht

Die samenwerking tussen bank, overheid en ondernemers illustreert de derde belangrijke bijdrage die banken volgens Baarsma aan de samenleving moeten leveren: naast kapitaal en kennis beschikken ze over verbindingskracht.

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

‘We kunnen meedenken over nieuwe verdienmodellen, over kansrijke samenwerkingen, over joint-ventures of overnames waarmee je waardevernietiging door faillissementen zou kunnen voorkomen. We hebben via onze klanten overzicht over de circulaire economie: we kunnen zien waar en met welke partijen je de kringloop zou kunnen sluiten. Als je netwerken koppelt en kennis inbrengt, wordt van alles mogelijk, dat is het leuke van nu bankier zijn.’

Toegegeven, de Rabobank had met zijn coöperatieve achtergrond al langer een visie op haar maatschappelijke opdracht. ‘Door die coöperatieve opdracht te verbinden aan onze bancaire, staan we ook als bank sterker.’ Het verschil is misschien dat onder druk van de coronacrisis die gloedvolle missie sneller wordt omgezet in actie? ‘Het krijgt nu echt betekenis. Als ik het plat mag zeggen: het is een tijd van niet lullen, maar poetsen.’