Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

‘Scherp integratiebeleid gevaar voor innovatie’

Het is somber gesteld met het innoverend vermogen in Nederland. Een mogelijke aanscherping van het integratiebeleid kan de kenniseconomie en daarmee de concurrentiepositie van Nederland in de wereld bovendien een extra klap geven.

Dat zegt hoogleraar Henk Volberda van de Rotterdam School of Management tegen MT.nl.

Volberda maakt zich zorgen over het stagneren van de toestroom van hooggekwalificeerde kenniswerkers naar Nederland, wanneer een nieuw kabinet het integratiebeleid aanscherpt. “Amsterdam is nu een hotspot voor internationaal talent, maar dat kan snel veranderen”, waarschuwt de Rotterdamse hoogleraar Strategisch management en Ondernemingsbeleid. Hij verwijst daarbij naar de ontwikkelingen in Denemarken. “Sinds ze daar een strenger integratiebeleid hanteren, hebben de Denen een probleem op innovatiegebied.”

Top 10 concurrentiepositie

1. Zwitserland
2. Zweden
3. Singapore
4. Verenigde Staten
5. Duitsland
6. Japan
7. Finland
8. Nederland
9. Denemarken
10. CanadaMondiale concurrentie

De gesloten houding ten opzichte van buitenlandse kenniswerkers doet de Denen dusdanig de das om, dat ze op de vandaag gespresenteerde mondiale concurrentie-index van het World Economic Forum vier plaatsen zijn gedaald, naar de negende positie. Denemarken stond sinds 2003 stevig in de topvijf.

Nederland heeft zijn concurrentiepositie in de wereld dit jaar zien verbeteren ten opzichte van vorig jaar, en steeg van de tiende naar de achtste plek op de mondiale concurrentie-index. Ondanks de slechte prestaties op innovatiegebied. Volberda: “We streven naar een structurele positie in de top vijf. Maar laten we nou niet blij zijn met deze achtste plaats, we moeten echt stevig doorpakken op het gebied van innovatie om ook daadwerkelijk in de top vijf te komen.”

Een van de gevaren voor de Nederlandse concurrentiepositie is volgens de hoogleraar de gesteldheid van de financiele sector. “Dit jaar zien we een broos herstel op de financiele markten en bij de solvabiliteit van de banken, maar de tak staat nog steeds onder druk. Samen met de achterblijvende kenniseconomie, is dat nu de grootste zorg.”

Innovatieknelpunten

De Rotterdamse hoogleraar, die voor de concurrentie-index van het World Economic Forum de situatie in Nederland onderzocht, pleit al jaren voor het verhogen van de inzet op innovatie. “We zijn slecht in kennisbenutting. Nederland is behoorlijk technologisch geavenceerd, maar op de een of andere manier lukt het het bedrijfsleven niet om dat om te zetten in nieuwe producten.”

Volberda ziet een zevental knelpunten:

1. Uittocht van kenniswerkers

Het gebrek aan gekwalificeerde kenniswerkers speelt het Nederlands bedrijfsleven nu al parten bij hun pogingen tot innovatie, stelt Volberda. Niet alleen dreigt dit tekort groter te worden wanneer een nieuw kabinet het integratiebeleid aanscherpt, ook een daling van de investeringen in kennis in Nederland beinvloedt de aantrekkingskracht voor buitenlands talent negatief. 

“Een ernstig verlies van hooggekwalificeerde banen dreigt als overheden en bedrijven niet meer investeren in kennisontwikkeling en kennistoepassing.” Volberda verwijst daarmee naar Organon. “R&D verdwijnt steeds meer naar opkomende economieen. In het geval van Organon is dat naar Amerika, maar we zullen meer van dit soort cases krijgen. Het is een geruisloos proces dat ik dagelijks om me heen zie. Door kuddegedrag bij managers worden kennisgerelateerde activiteiten het land uit verplaatst. Nederland is koploper op het gebied van outsourcen, we moeten oppassen dat we niet alleen lege huls-bedrijven overhouden, met enkel sales en marketing.”

2. Te weinig geld voor R&D

Een belangrijke oorzaak van de innovatie-achterstand is volgens Volberda dat bedrijven te weinig investeren in onderzoek en ontwikkeling. “We blijven op dat vlak echt achter. De Nederlandse manager heeft een passie voor kostenverlaging en niet voor opbrengstverhoging. De focus ligt op het creeren van aandeelhouderswaarde op de kortere termijn. Langetermijndenken brengt meer risico met zich mee.”

3. Terughoudendheid banken

Wat ook niet helpt is volgens Volberda de terughoudendheid van banken bij kredietverstrekking. “Dat is echt een groot probleem voor bedrijven.”

4.  Gebrek aan ondernemerschap

“Een derde punt is gebrek aan ondernemerschap. We zien in Nederland wel veel startende ondernemers. Maar de bedrijven die ze beginnen blijven vaak klein, met minder dan tien werknemers, los van alle eenpitters. We hebben meer bedrijven nodig als bijvoorbeeld TomTom.”

5. Samenwerking bedrijfsleven onderzoeksinstellingen

“Er staan bovendien nog steeds Chinese muren tussen kennisinstellingen en het bedrijfsleven en die worden maar niet geslecht.” Wat dat betreft zou Nederland volgens Volberda een voorbeeld aan Zwitserland moeten nemen, het land met de beste concurrentiepositie ter wereld. Die toppositie heeft het voor een groot deel te danken aan de superieure kennisinstellingen en goede samenwerking van bedrijfsleven en universiteiten.

6. Gebrekkige bijdrage overheid

“De eenzijdige investeringen van voormalige kabinetten in harde technologie, sleutelgebieden en technologische topinstituten heeft niet geleid tot een hogere innovatiecapaciteit van Nederland. Het innovatievermogen van in Nederland gevestigde bedrijven is juist bijzonder kwetsbaar gebleken. Juist nu moet Nederland inzetten op innovatie om de produvtiviteit en het innovatievermogen te verbeteren.”

Volberda pleit ervoor dat Nederland zijn innovatie-agenda grondig herziet en meer investeert. “In plaats van te bezuinigen moeten we juist sterker inzetten op kennis. Bijvoorbeeld met behulp van een ministerie van onderwijs en innovatie. We moeten van laissez faire, van niets doen, naar een meer dominant industriebeleid. Innovatie kunnen we onder meer bevorderen door het fiscaal aantrekkelijker te maken. De overheid moet meer investeren. De kwaliteit van onderzoeksinstellingen loopt anders alleen maar verder achteruit.”

7. Slimmer werken

De aandacht moet volgens Volberda niet alleen liggen op technologische vernieuwing, maar ook op slimmer werken. “Om de innovatiekloof in Nederland op te lossen zal sociale innovatie bovenaan op onze nationale agenda moeten komen: flexibel organiseren, horizontaal managen en slimmer werken, zullen maken dat technologische innovaties beter renderen in Nederlandse ondernemingen.”

Internationale concurrentiepositie
 

Nederland doet het in de concurrentie-index van het WEF goed op het gebied van:
Infrastructuur In tegenstelling tot veel andere landen heeft Nederland het afgelopen jaar flink geinvesteerd in de infrastructuur. De tweede Maasvlakte, Betuwelijn, verbeterde wegen en goede prestaties van de havens maken dat Nederland hier hoog op scoort. Ook de virtuele infrastructuur (communicatie, it, glasvezelnetwerk) is goed, waardoor Nederland aantrekkelijk is voor bedrijven om zich te vestigen.
Macro-economisch beleid Internationaal gezien doen we het goed met dank aan het goede imago van de overheid. Doordat Nederland op de financiele markten als betrouwbaare partij wordt gezien, kunnen we goedkoop geld lenen.
Gezondheidszorg We klagen misschien veel over de gezondheidszorg, maar internationaal gezien doet Nederland het goed.
Arbeidsmarkt Nederland heeft een grote uitzendbranche, wat flexibiliteit betekent. Doordat medewerkers moeilijker te ontslaan zijn investeren bedrijven meer in hun mensen. De relatie werkgevers-werknemers is goed, waardoor er weinig wordt gestaakt. 

 
Lees meer:

 Interessant boek: 'De innovatiemotor'

MT Innovatie seminar

Innoveren succesvol toepassen in uw bedrijf? Bezoek de MT Morning Meeting over open innovatie op 23 september 2010. Leer hoe u met behulp van samenwerkingsverbanden echte toegevoegde waarde creeert.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Meer informatie over de MT Morning Meeting Open Innovatie

> Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de gratis Nieuwsbrief van MT