Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Onderzoek Tegenspraak: dit is wat je moet weten

Bijna alle managers zien het nut van tegenspraak in, maar slechts 28 procent is er actief mee bezig. De cijfers over tegenspraak.

Een verstandige leider organiseert zijn eigen tegenspraak, zo luidt de common knowledge. Wie vaker rondneust in organisaties, weet dat het lang niet altijd gebeurt. Veel managers en bestuurders doen hun dagelijkse ding zonder dat ze zich laten ‘storen’ door de mening van hun collega’s of ondergeschikten. Maar hoeveel leiders doen het eigenlijk wel of niet, en in het laatste geval, waarom niet? Tot nu toe is er nog nooit studie naar tegenspraak gedaan. Hieronder de resultaten van het eerste Nederlandse onderzoek naar tegenspraak, afgelopen weken gehouden onder 360 managers die deelnemen aan het MT Panel.

Deelnemers

De deelnemers aan het onderzoek zijn managers – over het algemeen – MT-lezers. 87 procent is leidingggevende: 43 procent aan 1 tot 10, 14 procent aan 11 tot 20 en 30 procent aan meer dan 20 werknemers. Het onderzoek is in de laatste weken van september uitgevoerd met behulp van de onderzoeksapplicatie van MWM2.

Consensus

Over het nut van tegenspraak bestaat consensus. 92 procent van de managers denkt dat de kwaliteit van besluiten kan verbeteren onder invloed van tegenspraak. Dat wil echter niet zeggen dat men er actief mee omgaat. 62 procent staat er weliswaar voor open, maar neemt geen initiatieven om het te organiseren. 36 procent doet dat wél. De overgebleven 2 procent noemt zichzelf ‘geen groot voorstander van tegenspraak’.

Dagelijks mee bezig

Van de 36 procent die tegenspraak organiseert, kan niet worden gezegd dat ze er allemaal erg vaak mee bezig zijn. 8 procent besteedt er slechts eens in de maand of minder tijd aan. De andere 28 procent, die als de actievelingen op dit gebied kunnen worden beschouwd, doet dat minimaal wekelijks. 12 procent van de managers is zelfs dagelijks bezig met het organiseren van tegenspraak.

Organisch proces

Maar ook al gaat de meerderheid er niet actief mee om, het vertrouwen is groot dat de tegenspraak toch wel komt. 26 procent van de managers denkt dat hun ondergeschikten hen zonder reserves durven tegen te spreken. Voor 53 procent zijn er weliswaar omstandigheden te bedenken waarin de medewerkers dat niet doen, maar ‘in vrijwel alle gevallen’ durven ze het wel. Tegenspraak lijkt als een organisch proces te worden opgevat: de meeste managers nemen geen uitdrukkelijke initiatieven, maar gaan ervan uit dat de ondergeschikten weinig schroom voelen om hun baas tegengas te geven.

Tandartsbezoek

Is dat dan de reden dat tegenspraak (hoewel het nut wordt erkend) in de praktijk niet altijd wordt georganiseerd – omdat het toch wel loskomt? Gevraagd naar deze reden blijken de deelnemers toch veel angst om zich heen te zien: zowel angst van de leidinggevende om zijn of haar beslissingen ter discussie stellen, als van ondergeschikten om hun chef boos te maken. ‘Tegenspraak doet pijn en kan de eigenwaarde aantasten’, zo schrijft een deelnemer. ‘En het vereist een omgeving die om kan gaan met de mogelijkheid tot tegenspraak.’ Of: ‘Het is niet prettig om tegengesproken te worden. Het valt in dezelfde categorie als tandartsbezoek. Het is goed voor je maar niet leuk.’

Dictators

Nogal wat managers steken de hand in eigen boezem, als gevraagd wordt naar de eigenschappen die nodig zijn om goed met tegenspraak te kunnen omgaan:

  • ‘Leiders willen het vaak helemaal niet horen.’
  • ‘Tegenspraak vraagt een bepaalde mate van lef en kwetsbaarheid, veel managers voelen zich nog steeds de baas die het wel weet.’
  • ‘Veel leiders zien tegenspraak als aanval.’
  • ‘De meeste leiders zijn sterke ego’s die in hun eigen sprookje zijn gaan geloven en vervolgens geen tegenspraak dulden.’
  • ‘In Nederland is geen debatcultuur. We houden meer van consensus, de weg van de minste weerstand.’ ‘Over het algemeen zijn we kleine dictators.’
  • ‘Eigenlijk willen wij geen tegenspraak.’

Juiste moment

Naast angst is er nog een andere – heel praktische – overweging die veel wordt aangehaald: tegenspraak organiseren vraagt een investering in tijd en energie, en kan de processen verstoren. ‘Het kost tijd. De waarde van tegenspraak laat zich niet meteen meten. Dan wordt het snel als weerstand gezien.’ ‘Het is moeilijk om het juiste moment voor tegenspraak te vinden. Vaak ben je al een eind op weg, en dan is tegenspraak lastig als er daardoor andere keuzes moeten worden gemaakt.’ ‘Tegenspraak creëert de verwachting dat het personeel altijd mee mag praten en ook beslissen. En negatief geformuleerd: dat het ook zijn zin krijgt en op de stoel van de baas kan zitten.’

Onzin

Overigens vindt een kleine minderheid dat je helemaal verkeerd bezig bent met het organiseren van tegenspraak. ‘Het is gekunsteld om het te organiseren. Laat ruimte voor tegenspraak door een cultuur te creëren waarin iedereen zijn zegje durft te doen.’ ‘De medewerkers moeten zich vrij genoeg voelen en weten dat ze serieus worden genomen. Tegenspraak organiseren zorgt volgens mij voor een drempel.’ ‘Tegenspraak organiseren of mobiliseren is de grootste onzin die er is. De veiligheid en werkcultuur zijn bepalend of een medewerker zich vrij voelt om zijn mening te uiten.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Positieve ervaringen met tegenspraak? Meld je organisatie of afdeling aan als best practice.

Ook meedoen met het MT Panel?

Meer over tegenspraak: