Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Het nieuwe Thialf is als een thermoskan

In Heerenveen staat sinds kort niet alleen de snelste laaglandbaan van de wereld, Thialf is na een grondige renovatie in 2016 ook nog de meest duurzame schaatshal. En dat was hard nodig, vertelt directeur Marc Winters. De energiekosten waren namelijk enorm.

In 1986 is Thialf nog steeds één van de eerste overdekte schaatstempels ter wereld. Modern, state of the art en van alle gemakken voorzien. Maar in het afgelopen decennium groeit langzaam maar zeker het besef dat het complex moet worden gerenoveerd. De faciliteiten raken verouderd en records worden er al een tijdje niet meer gereden. Maar - en dat verhaal is veel minder bekend - ook de stookkosten moeten drastisch omlaag. “Tot een paar jaar geleden ging zeker 30 procent van de bedrijfskosten op aan energie”, vertelt directeur Marc Winters. “Iedereen die een bedrijf runt snapt dat dit een gigantisch percentage is. Het was dan ook hard nodig om daar iets aan te doen, anders zou de schaatshal op den duur failliet zijn gegaan aan te hoge energielasten.” Energieverbruik Zowel de CO2-uitstoot als de energierekening met minimaal de helft omlaag. Dat is één van de belangrijkste voorwaarden die de directie van Thialf aan het architectenbureau meegeeft, wanneer die op de tekentafel aan de slag gaat. “Het energieverbruik bij een schaatshal zit ‘m natuurlijk vooral in de wintermaanden. Die loopt bij ons van september tot ongeveer eind maart. Zeker 90 procent van het verbruik vindt in deze periode plaats”, aldus Winters. “Het gaat dan vooral om drie zaken: het koelen van het ijs, warmtepompen om andere delen van het pand op temperatuur te krijgen en het drogen van de lucht. Dat laatste aspect is belangrijk omdat je niet wilt dat vochtige lucht condenseert op het ijs. Met name rondom grote toernooien speelt dit een rol.” Reflecterende schil Het ontwerp van het nieuwe Thialf vergelijkt de algemeen directeur met een thermoskan. Een reflecterende schil om het pand zorgt ervoor dat warme lucht nauwelijks nog kan ontsnappen. Daarnaast is het plafond nu een paar meter lager om zo het energieverbruik verder te minimaliseren. Aan de warmte die vrijkomt van de vriesmachines om het ijs te koelen is ook gedacht. “Daarmee worden alle vloeren van Thialf verwarmd; ook die van het grote middenterrein”, aldus Winters. Verder is overal in het gebouw laagtemperatuurverwarming aangebracht en zijn er verschillende klimaatzones. Een unicum in schaatsland. “Tussen de tribunes en de ijsbaan wordt van alle kanten lucht geblazen waarmee we een soort onzichtbaar gordijn creëren. Daardoor slaat het vocht niet op het ijs. Het drogen van de lucht in het stadion kost ons op deze manier veel minder energie dan hiervoor.” Zonnepanelen De zeer efficiënte energiebesparende maatregelen, springen voor bezoekers niet in het oog. Dat doen wel de 5000 zonnepanelen op het dak van Thialf. Die wekken samen meer dan één megawatt aan echte groene stroom op en zorgen daarmee voor een kwart van de energiebehoefte van de schaatstempel. Ter vergelijking, dat is ongeveer gelijk aan de duurzame energievoorziening van 375 huishoudens. Thialf is overigens niet het enige stadion in Nederland met zonnepanelen op het dak. Ook de Amsterdam Arena (4000 stuks), het AFAS-Stadion in Alkmaar (1725 stuks), het Groningse Euroborg (539 stuks) en het stadion van ADO Den Haag (2900 stuks) gebruiken de zon als energiebron. Van het gas af! “IJs maken vraagt nog steeds veel energie, maar in de nieuwe situatie hebben we het bedrijf wel weer exploitabel weten te maken. De energierekening bedraagt nu nog 15 procent van onze totale begroting. We hebben, zeker het eerste jaar, heel wat delegaties uit het buitenland mogen ontvangen die wilden weten hoe we dit in Thialf voor elkaar hebben gekregen”, aldus Winters. Die overigens meteen benadrukt dat de schaatshal er nog niet is. “In principe zijn we 100 procent klimaatneutraal door de combinatie van zonne-energie en inkoop van groene stroom. Maar ons uiteindelijk doel gaat nog een stapje verder. We willen meer technieken toevoegen met de mogelijkheid om terug te leveren. Van het gas af, meer zon en wind horen daarbij, maar we onderzoeken ook de inzet van waterstof en geothermie. Nul op de meter is nu nog toekomstmuziek, maar voor ons wel de juiste denkrichting.”
Thialf Foto: Getty Images

In 1986 is Thialf nog steeds één van de eerste overdekte schaatstempels ter wereld. Modern, state of the art en van alle gemakken voorzien. Maar in het afgelopen decennium groeit langzaam maar zeker het besef dat het complex moet worden gerenoveerd. De faciliteiten raken verouderd en records worden er al een tijdje niet meer gereden. Maar – en dat verhaal is veel minder bekend – ook de stookkosten moeten drastisch omlaag. “Tot een paar jaar geleden ging zeker 30 procent van de bedrijfskosten op aan energie”, vertelt directeur Marc Winters. “Iedereen die een bedrijf runt snapt dat dit een gigantisch percentage is. Het was dan ook hard nodig om daar iets aan te doen, anders zou de schaatshal op den duur failliet zijn gegaan aan te hoge energielasten.”

Energieverbruik

Zowel de CO2-uitstoot als de energierekening met minimaal de helft omlaag. Dat is één van de belangrijkste voorwaarden die de directie van Thialf aan het architectenbureau meegeeft, wanneer die op de tekentafel aan de slag gaat. “Het energieverbruik bij een schaatshal zit ‘m natuurlijk vooral in de wintermaanden. Die loopt bij ons van september tot ongeveer eind maart.

Zeker 90 procent van het verbruik vindt in deze periode plaats”, aldus Winters. “Het gaat dan vooral om drie zaken: het koelen van het ijs, warmtepompen om andere delen van het pand op temperatuur te krijgen en het drogen van de lucht. Dat laatste aspect is belangrijk omdat je niet wilt dat vochtige lucht condenseert op het ijs. Met name rondom grote toernooien speelt dit een rol.”

Reflecterende schil

Het ontwerp van het nieuwe Thialf vergelijkt de algemeen directeur met een thermoskan. Een reflecterende schil om het pand zorgt ervoor dat warme lucht nauwelijks nog kan ontsnappen. Daarnaast is het plafond nu een paar meter lager om zo het energieverbruik verder te minimaliseren. Aan de warmte die vrijkomt van de vriesmachines om het ijs te koelen is ook gedacht. “Daarmee worden alle vloeren van Thialf verwarmd; ook die van het grote middenterrein”, aldus Winters.

Verder is overal in het gebouw laagtemperatuurverwarming aangebracht en zijn er verschillende klimaatzones. Een unicum in schaatsland. “Tussen de tribunes en de ijsbaan wordt van alle kanten lucht geblazen waarmee we een soort onzichtbaar gordijn creëren. Daardoor slaat het vocht niet op het ijs. Het drogen van de lucht in het stadion kost ons op deze manier veel minder energie dan hiervoor.”

Zonnepanelen

De zeer efficiënte energiebesparende maatregelen, springen voor bezoekers niet in het oog. Dat doen wel de 5000 zonnepanelen op het dak van Thialf. Die wekken samen meer dan één megawatt aan echte groene stroom op en zorgen daarmee voor een kwart van de energiebehoefte van de schaatstempel.

Ter vergelijking, dat is ongeveer gelijk aan de duurzame energievoorziening van 375 huishoudens. Thialf is overigens niet het enige stadion in Nederland met zonnepanelen op het dak. Ook de Amsterdam Arena (4000 stuks), het AFAS-Stadion in Alkmaar (1725 stuks), het Groningse Euroborg (539 stuks) en het stadion van ADO Den Haag (2900 stuks) gebruiken de zon als energiebron.

Van het gas af!

“IJs maken vraagt nog steeds veel energie, maar in de nieuwe situatie hebben we het bedrijf wel weer exploitabel weten te maken. De energierekening bedraagt nu nog 15 procent van onze totale begroting. We hebben, zeker het eerste jaar, heel wat delegaties uit het buitenland mogen ontvangen die wilden weten hoe we dit in Thialf voor elkaar hebben gekregen”, aldus Winters. Die overigens meteen benadrukt dat de schaatshal er nog niet is.

“In principe zijn we 100 procent klimaatneutraal door de combinatie van zonne-energie en inkoop van groene stroom. Maar ons uiteindelijk doel gaat nog een stapje verder. We willen meer technieken toevoegen met de mogelijkheid om terug te leveren. Van het gas af, meer zon en wind horen daarbij, maar we onderzoeken ook de inzet van waterstof en geothermie. Nul op de meter is nu nog toekomstmuziek, maar voor ons wel de juiste denkrichting.”