Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Verdient u wel genoeg?

Alle berichten in de media ten spijt: de Nederlandse manager verdient helemaal niet zoveel. De topverdieners zijn op de vingers van één hand te tellen en in het buitenland is het gras een stuk groener. Er is ook goed nieuws: de salarissen mogen weer stijgen.

De gemiddelde manager verdient bruto 60.000 euro per jaar. Daar komt een bonus bij van 9.000 euro, plus een auto van de zaak, cataloguswaarde 38.000 euro. Kun je mee aankomen op een feestje. Of toch niet? 60.000 euro verdienen en toch klagen. Het mag, want er is reden voor. Hoe goed het salaris van een manager ook is, het besteedbare inkomen is er de afgelopen jaren flink op achteruit gegaan.

Tussen 2000 en nu steeg de jaarlijkse inflatie tussen anderhalf en drie procent per jaar. Wat stond daartegenover? Bar weinig. Vorig jaar stegen de lonen gemiddeld slechts met 0,7 procent. Maar is dat erg? Economen roepen immers dat het overal in Europa kommer en kwel is. Maar in Nederland lijkt alles erger. Buitenlandse managers zagen hun lonen gewoon doorgroeien. De gemiddelde Europeaan ging er vorig jaar 2,4 procent in salaris op vooruit. Dat maakt de Nederlandse manager internationaal gezien tot een zielenpoot. En hij is toch al een van de slechtst betaalde leidinggevenden van West-Europa.

Neem een Nederlandse ict-manager. Dat is in Nederland een toppertje als het om salaris gaat. Hij verdient echter ongeveer net zo veel als zijn Franse collega. Maar Frankrijk zit qua belonen in de onderste regionen. Een betere vergelijking is Duitsland, dat veel meer als trendsetter geldt. Een Nederlandse senior salesmanager in de ict verdient 61.000 euro met een bonus van 36 procent (totaal 95.000). Een Duitse collega incasseert 69.000 euro, met een bonus van 40 procent (115.000). Een verschil van 20.000 euro.Die Nederlandse ict’er komt nog goed weg.

In andere sectoren komen managers er nog slechter vanaf in vergelijking met buitenlandse collega’s. Waar de Duitser salesmanager van een doorsnee bedrijf 72.000 euro per jaar verdient, plus een bonus van 29 procent, blijft de Nederlandse collega hangen op 56.000 euro. De bonus is slechts 18 procent. De Franse teamleider zit daar met 53.000 euro net onder. Gelukkig, zou je denken, die doet het slechter. Maar niet heus. De Fransoos strijkt een prestatiebonus op van 37 procent, en merkt dat zijn totale salaris ruim zesduizend euro per jaar hoger is dan dat van zijn Nederlandse collega-manager.

Onderkant
Dat is wel even wat anders dan al die verhalen over graaiende managers. Je hoeft maar een krant open te slaan om te lezen welke topman van een superbedrijf er nu weer ettelijke miljoenen op vooruit is gegaan. Of het gaat over ziekenhuisdirecteuren en bestuurders van woningbouwcorporaties, die kunnen er ook wat van. Niet voor niets waren er vorig jaar kamervragen over de topsalarissen in de zorg. Maar het gaat hier om uitzonderingen. In de hele zorgsector zijn bijvoorbeeld slechts dertien managers die meer dan twee ton verdienen.

De gemiddelde manager moet ondertussen de broekriem aanhalen. In het bedrijfsleven luidt de boodschap ‘kostenbeheersing’. Dat is nodig om ons aan de barre tijden te ontworstelen. En dus mogen de salarissen niet omhoog. Naast ‘gewone’ werknemers zijn vooral middenmanagers het kind van de rekening.

 

Middenmanagers

Volgens dit jaar verschenen onderzoek van consultant De Breed & Partners blijkt dat de middenmanagers wat betreft de beloning aan de onderkant zitten. Hoewel werkgevers vaak tot tranen geroerd zijn als ze vertellen over de toewijding en de inzet van hun middenmanagers, houden ze de hand op de knip. Gelukkig is er altijd baas boven baas. Overheidsmanagers, dat zijn pas echt armoedzaaiers. De overheid is namelijk een regelrechte krent. Niet voor niets stonden er bij de grote ambtenarendemonstratie vorig jaar op het Museumplein opvallend veel mensen in pak. Zelfs twee topambtenaren verdienen samen nog niet wat een topmanager bij een middelgroot bedrijf binnenhaalt. Ook hierover zijn de onderzoekers weer duidelijk: ambtenaren zijn gewoon tweede keus, hoe hoog ze ook zitten. “Het zou logisch zijn om functies met dezelfde taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden gelijk te belonen,” zegt Marcel in ’t Veen van adviesbureau Berenschot. “Maar gezien de externe omgeving, het controlemechanisme, verschillen in beleid maken en commercieel verantwoordelijk zijn en het afbreukrisico in bedrijven, is er een verschil tussen de beloningen in het bedrijfsleven en bij de overheid. Ook speelt de transferwaarde van functies in het bedrijfsleven een grotere rol dan bij de overheid.”

Managers bij de overheid kunnen alle hoop op een mooi inkomen wel laten varen. De politiek heeft vorig jaar bepaald dat geen enkele ambtenaar meer mag verdienen dan een minister. Die gaat er volgend jaar weliswaar op vooruit, maar het blijft een schijntje in vergelijking met wat gangbaar is in het bedrijfsleven.

Bonussen voor topambtenaren zijn taboe verklaard. Hoe hoger de functie, hoe meer de beloning bij de overheid uit de pas gaat lopen met die in het bedrijfsleven. De overheid is eigenlijk alleen aantrekkelijk voor managers die bij bedrijven niet kunnen doorbreken. Hoe lager het niveau, hoe beter het toeven is bij de overheid.

Bonus
Maar er is hoop. De lonen gaan weer stijgen, ook dat van de gewone manager. “Dit jaar verwachten we een iets hogere stijging van de lonen, tussen de 3 en de 3,5 procent,” zegt Steven Meester van adviesbureau Towers Perrin. Het gaat weer beter met de bedrijven, en dus profiteren de managers mee. Maar deze stijging wordt vooral in de vorm van bonussen uitgekeerd. Het basissalaris stijgt minder snel. Managers moeten er maar aan wennen dat ze een steeds groter deel van hun geld uit bonussen zullen moeten halen. Nu al bestaan sommige salarissen voor bijna een derde uit variabele beloning. Maar niet elke manager profiteert. Managers die dicht bij klanten zitten krijgen de vetste bonussen, omdat zij het meest bijdragen aan de omzet. Managers op de achtergrond krijgen veel minder. Wat draagt het hoofd van de facilitaire dienst nu bij aan de omzet, denken werkgevers. Zo’n soort manager moet vaak genoegen nemen met een bonus die schamel afsteekt tegen die van collega’s die de omzet draaien.De bonus, stelt Meester van Towers Perrin, draagt dan ook bij aan grotere inkomensverschillen tussen managers. Niet alleen tussen hoog en laag, maar ook tussen dezelfde managers uit verschillende sectoren en disciplines. Waar de ene sector slecht draait en dus geen euro extra betaalt, begint de andere alweer uit te delen.

 

Vooral in de ict is het lente geworden, want de sector schrijft weer zwarte cijfers. Salesmanagers in de ict strijken bonussen op van meer dan veertig procent, meer dan het dubbele van wat elders gebruikelijk is. De salarisverschillen kunnen oplopen tot duizenden euro’s per jaar. Meester ziet de ict als voorloper van de rest van het bedrijfsleven. Nergens zijn prestaties en beloning zo sterk aan elkaar geklonken als daar. “Bij de sales zijn de prestaties het duidelijkst zichtbaar. Sommige managers werken daar bijna op commissiebasis.”

 

Hoe leuk is het nog om manager te zijn? Zelfs managers die hun lonen zien stijgen, merken dat buitenlandse collega’s nog grotere klappers maken. “Dat komt omdat bonussen nog lang niet zo’n substantieel onderdeel uitmaken van het totale beloningspakket dan bij buitenlandse collega’s,” zegt In ’t Veen van Berenschot. “Daardoor stijgen de lonen hier minder hard.” Wegwezen dus, zou je denken. Maar huis en haard verlaten voor een handvol geld, dat doe je niet zo maar. Dus zit er niets anders op dan uit te zoeken waar de beste boterham verdiend kan worden. Het vinden van de juiste managementstoel is een kunst op zich en kan vele duizenden euro’s profijt opleveren.

 

Dan gaat het niet alleen om de sector, maar ook om andere kenmerken van managementfuncties. Vroeg pieken is lonend. Jonge managers van nog geen dertig zagen hun salarissen dit jaar sterk stijgen. Maar oude, ervaren managers werden juist geplukt. Zij moesten soms tientallen procenten salaris inleveren, volgens dit jaar verschenen onderzoek van De Breed & Partners.

Arme overheidsmanagers
Manager worden bij de overheid? Gemeenten, ministeries en provincies kennen prachtige wervingscampagnes. Maar wie zijn loon lief heeft doet het niet. Alleen hele lage managers kunnen gaan, als ze tenminste van plan zijn om ook laag te eindigen. Hoe hoger in de boom bij de ambtenarij, hoe slechter het relatieve salaris. Tot schaal 11 kan de overheidsmanager qua beloning de concurrentie nog aan met zijn collega in het bedrijfsleven, zo blijkt uit salarisgegevens van Hay Group. Dat komt ongeveer overeen met een bruto salaris van 45.000 euro. Een manager van vergelijkbaar niveau verdient in het bedrijfsleven weliswaar 3 procent meer, maar moet er ook harder voor werken. Waar de manager van schaal 11 in totaal 1648 uur per jaar werkt, moet de manager in het bedrijfsleven er gemiddeld 1734 maken. In het bedrijfsleven werken ze derhalve ruim anderhalf uur langer per week. Wat neerkomt op een uurloon in het bedrijfsleven dat op dit niveau twee kwartjes lager ligt. Managers in het bedrijfsleven moeten het dan ook hebben van hun bonussen. Vanaf schaal 12 is de overheidsmanager financieel duidelijk slechter uit dan de manager in het bedrijfsleven. Hoe hoger de functie, hoe groter het verschil in salaris wordt. Bij schaal 15 en 16 – dat overeenkomt met 52.000 tot 75.000 euro bruto per jaar – is het verschil in beloning zelfs opgelopen tot 25 procent. En waar een hoge overheidsmanager 85.000 euro verdient, vangt een manager van hetzelfde kaliber in het bedrijfsleven een kleine 30.000 euro per jaar meer. Dan gaat het alleen nog maar om het vaste inkomen. Wordt de variabele beloning meegenomen, dan kan het verschil op dit niveau oplopen tot 75.000 euro per jaar.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Winnaars…
Managers met het juiste profiel en op de goede plek krijgen beter betaald dan hun onfortuinlijke collega’s elders. Zelfs al werken die harder. Commerciële managers genieten in alle sectoren de hoogste beloning. Maar ook binnen dezelfde functies zijn er managers die meer verdienen. Dit jaar zagen vooral managers tussen 25 en 30 jaar hun inkomen stijgen ten opzichte van vorig jaar. Soms met tientallen procenten. Vooral de jonge, commerciële managers profiteerden en verdienen dit jaar 28 procent meer dan vorig jaar. Ook 50-plussers kregen een stuk beter betaald, mits niet ouder dan 54 jaar. In het middenmanagement steeg hun salaris met 22 procent.

…en verliezers
Middenmanagers zijn de slechts betaalde managers. Zij gelden als harde werkers in een moeilijke positie, maar ze krijgen er niet naar betaald. Hun salaris blijft ver achter bij dat van collega’s uit het algemene management en de commerciële jongens en meisjes. De achterstand bedraagt tienduizenden euro’s per persoon per jaar. Opvallend zijn de verschillen in variabele beloning. De bonussen van de commerciële managers zijn dubbel zo groot als die van de algemene managers, en zelfs vier tot vijf keer zo groot als hun collega’s in het middenmanagement. Middenmanagers rijden voorts rond in de goedkoopste auto’s van de zaak. Verder zijn er managers die er dit jaar fors op achteruit zijn gegaan in salaris, soms tientallen procenten. Dat lot trof vooral name 55-plussers. Te veel ervaring is kennelijk een minpunt. Middenmanagers met meer dan vijftien jaar ervaring leverden dit jaar 4 tot 8 procent salaris in. Bij de commerciële managers met meer dan twintig jaar ervaring was de neergang onder oude rotten nog groter. Hun salaris kelderde met 12 procent.