Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Van de directeursstoel naar de Tweede Kamer

Wanneer u op 22 november in het stemhokje staat, vindt u op de kieslijst weinig kandidaten uit het bedrijfsleven. Slechts een enkeling maakt de overstap van directeursstoel naar een blauwe zetel in de Tweede Kamer. Drie managers die dit wel aandurven, lieten zich voor Management Team testen door een assessmentbureau.

VVD-kandidaat Halbe Zijlstra (37)

VVD, plaats 19

“Toen dit jaar het kabinet viel, kreeg ik de mogelijkheid de landelijke politiek in te gaan. Als je die kans krijgt, moet je er niet te lang over nadenken. Ik wil Nederland sterker maken, anders missen we internationaal de boot. We moeten de Nederlandse concurrentiepositie verbeteren en de verzorgingsstaat stroomlijnen.

“Als Kamerlid wil ik graag wat doen aan de uitkeringsduur en het ontslagrecht. Dat lijkt heel sociaal in Nederland, maar in mijn ogen is het eerder asociaal. Je krijgt een zak geld en je moet je zielig voelen. Hoe langer de uitkeringsduur, hoe moeilijker het is om weer aan de slag te komen. Daarom wordt wat mij betreft de uitkeringsduur ingekort, maar gaat de hoogte van de uitkering omhoog. Verder moet het ontslagrecht soepeler worden, juist om mensen sneller aan het werk te krijgen. Groepen als ouderen en minderheden die nu slecht aan de bak komen, hebben namelijk meer kans op een baan als het risico voor de werkgever wordt beperkt. Een ondernemer weegt risico’s af en zal alleen een duurdere oudere werknemer aannemen als hij er ook weer snel en zonder hoge kosten vanaf kan.”

Rollenspel
Zijlstra is op weg naar Den Bosch. Einddoel: assessment- en selectiebureau Van Slagmaat & De Geus. Op het programma staan twee in te vullen vragenlijsten, twee intelligentietesten en gesprekken met ‘assessoren’. Hoogtepunt van de testdag wordt een rollenspel, waarin ondernemer Zijlstra een gesprek zal voeren dat in zijn toekomstig leven als Kamerlid zou kunnen voorkomen.
Zijlstra krijgt Gerben Huisman op bezoek, zo leest hij in de beschrijving van het rollenspel. Huisman is voorzitter van een brancheorganisatie van adviesbureaus die werken voor de overheid. Projecten dreigen te mislukken tenzij er wordt ingegrepen. De opdracht is met Huisman in een gesprek van 20 minuten tot een oplossing te komen. De casebeschrijving stelt dat Zijlstra van mening is dat één project moet stoppen en dat Huisman moet opstappen als voorzitter.

Het rollenspel start. “Hoe maakt u het,” begroet Zijlstra Gerben Huisman joviaal. Met veel armgebaren, zowel voorover- als achteroverzittend, bouwt hij een positief verhaal op. Af en toe gaat hij in op opmerkingen van Huisman, om daarna de draad van zijn eigen verhaal weer op te pakken.

Halverwege het gesprek valt het kwartje bij Huisman: “Als ik het goed begrijp wil je dat ik aftreed.” Als Huisman schoorvoetend instemt, gaat Zijlstra over op zijn volgende doel: het stoppen van het project. “Het klinkt alsof je het al besloten hebt,” reageert Huisman. Hij gaat een eind mee – hij treedt af – maar wil het project nog niet direct stopzetten.

“Nou, dat klinkt als een goed plan. Dat zullen we gaan doen!,” besluit Zijlstra het gesprek even enthousiast als hij het begon. Met “We gaan het redden!” neemt hij afscheid.

Onzichtbaar
Zijlstra denkt dat assessor Geert-Pieter van Slagmaat, die vrijwel onzichtbaar bij het gesprek aanwezig was, wel de ware Halbe Zijlstra heeft gezien tijdens het rollenspel. Het enige verschil met de werkelijkheid is het begin van het gesprek: “Normaal gesproken gaan de eerste tien minuten over de beide families of over voetbal.”
Zijlstra herkent zich in de overwegend positieve beschrijving die er in het rapport van hem wordt geschetst. Ook het punt van aandacht, “ruimte geven aan anderen”, verrast hem niet: “Ik moet niet te hard pushen. Ik wil dingen voor elkaar krijgen, maar moet uitkijken dat ik mensen daarbij niet verlies.”


CV
Opleiding
– commercieel economisch management, Hanzehogeschool Groningen.
– sociologie, Rijksuniversiteit Groningen.

Managementervaring
– accountmanager, autoleasemaatschappij Arval.
– projectmanager, Activity Project Management Services.
– ondernemer, projectmanagementbedrijf Improvex.
– fractievoorzitter gemeenteraad Utrecht.

Halbe Zijlstra is geboren in Oosterwolde en woont in Utrecht.

Assessmentrapport
(samenvatting)

Sterke kanten
– gedrevenheid, enthousiasme en energie; doelgerichtheid; verbaalanalytisch vermogen.

Punten van aandacht
– ruimte geven aan anderen; open en rechtstreeks zijn in politieke situaties.

Advies
De heer Zijlstra is uitzonderlijk goed in het interpreteren en opbouwen van een redenering. Zakelijkheid kenmerkt zijn aanpak om dingen voor elkaar te krijgen. Door zijn snelheid en verbale dominantie gekoppeld aan zijn sturende opstelling, komt hij krachtig over maar ervaren anderen weinig ruimte.

Te ontwikkelen
Door zijn stijl staat hij in korte tijd met 2-0 voor. Hij kan echter snel achter komen te staan met 2-3. Ons concreet advies aan hem is om meer tijd te besteden aan de relatie en in gesprekken de rust en ruimte te creëren om anderen aan bod te laten komen. De rechtstreekse benadering, die hem als manager typeert, kan hem als Kamerlid veel krediet verschaffen.

CDA-kandidaat Kamerlid Ad Koppejan (44)

CDA, plaats 26

“Mijn drijfveer om de politiek in te gaan, is vergelijkbaar met mijn motivatie als ondernemer. Tevreden klanten en werknemers zijn voor mij belangrijker dan winstmaximalisatie. In de politiek is mijn belangrijkste drijfveer een tevreden achterban, naast een betere samenleving uiteraard. Mijn kiezers moeten zich zo goed door mij vertegenwoordigd voelen dat ik over vier jaar met voorkeurstemmen word herkozen.

“Bij het Havenbedrijf heb ik de gevolgen van politieke scoringsdrift al ervaren. Dan ging een wethouder een overeenkomst met een bedrijf al in de media uitventen, terwijl de deal nog niet rond was. Dat dit ten koste ging van onze onderhandelingspositie, was voor hem van secundair belang.

Ruimte voor ondernemen
“Ik wil mijn ervaring als ondernemer inzetten in de politiek. Er moet meer ruimte komen om te ondernemen in Nederland: de administratieve lasten moeten omlaag, nieuw ondernemerschap moet gestimuleerd en er moet een betere toegang komen tot startkapitaal. Om dit te bewerkstelligen moet de overheid zich garant stellen bij een lening bij de bank. Er zijn weinig voorbeelden van ondernemers die succesvol zijn in de politiek, maar Kamerlid worden, is een kans die nu voorbijkomt. Ondernemer kan ik altijd weer worden.”

Campagne
Ad Koppejan is in deze periode ’s avonds druk met campagnevoeren en overdag met het afstoten van zijn activiteiten als directeur-eigenaar. Zijn twee bedrijven bouwen en onderhouden websites voor bedrijven en overheden, bijvoorbeeld www.overheid.nl, het digitale loket voor alle overheidsdiensten. Vanaf 22 november mag hij zich nog wel eigenaar noemen met een deel van de aandelen, maar als hij straks plaatsneemt in de Tweede Kamer, mag hij zich vier jaar lang niet bemoeien met de bedrijfsvoering. Ondanks zijn expertise wordt hij geen woordvoerder ict-zaken. “Dat zou belangenverstrengeling veroorzaken,” verklaart hij. “Ik kan moeilijk als Kamerlid de overheid aansporen meer digitale diensten op te zetten, waar mijn bedrijf weer aan zou kunnen verdienen. Maar ik kan natuurlijk wel mijn collega’s adviezen influisteren.”

Op het kantoor van Van Slagmaat & De Geus brengt hij eerst een paar uur door achter de computer, waar hij vragenlijsten invult en intelligentietesten doet. Daarna is het tijd voor actie: het rollenspel. Koppejan moet zich hierin uiteraard de rol van Kamerlid aanmeten en ook hij krijgt Gerben Huisman, voorzitter van een brancheorganisatie van adviesbureaus die werken voor de overheid, op bezoek. De opdracht luidt eveneens om met Huisman in een gesprek van twintig minuten tot een oplossing te komen.

Sterke kant
Koppejan trekt meteen van leer om de gesuggereerde doelen te bereiken. “Gaat u zitten,” zegt hij na de stuurse begroeting van Huisman. “Bedankt dat u zo snel gekomen bent. We moeten namelijk snel actie ondernemen, anders gaat het mis.” Voordat Koppejan gaat vertellen wat die actie moet zijn, bouwt hij een verhaal op, hierbij weinig tegenspraak van Huisman duldend. “Laten we niet in discussie treden,” reageert hij bijvoorbeeld op een van de tegenwerpingen van zijn gesprekspartner. Halverwege het gesprek komt de aap uit de mouw: “Wat mij zou helpen zijn twee dingen: dat we het mislukkende project stilleggen en dat jij terugtreedt als voorzitter.”

“Prrrrr,” briest Huisman, “nou wordt ie mooi.” Hij doet nog een aantal tegenwerpingen, maar overtuigt Koppejan niet. “Jij weet al wat je wil,” beseft Huisman opnieuw.

Aan het eind van het gesprek heeft Koppejan Huisman toch zover dat hij het voorzitterschap neerlegt, maar het falende project is nog niet afgeblazen. Koppejan geeft hem schoorvoetend bedenktijd: “Het is nu woensdag, ik bel je vrijdag.” “Oké, maar ik zeg niets toe,” besluit Huisman het gesprek.

Werkelijkheid
Assessor Geert-Pieter van Slagmaat, die het gesprek in hoek van de kamer aandachtig heeft gevolgd en genotuleerd, brengt de twee heren weer terug naar de werkelijkheid met de vraag: “Hebben we in dit rollenspel de echte Ad Koppejan gezien?” Koppejan bevestigt dat hij in de werkelijkheid het gesprek op dezelfde manier zou aanpakken om er aan toe te voegen dat hij nog te veel directeur en te weinig volksvertegenwoordiger was.

Een paar dagen later krijgt hij het rapport. De conclusies (zie kader) komen niet als een donderslag bij heldere hemel. Als sterke kanten van het aankomend CDA-Kamerlid noemt het rapport de eigenschappen resultaatgerichtheid en doorzettingsvermogen. Maar Koppejan krijgt ook een duidelijke waarschuwing. “Van nature is hij meer sturend dan dat hij gericht nagaat wat de ander precies bezighoudt en beweegt. Belangrijke informatie kan daardoor onder de oppervlakte blijven en gesprekspartners kunnen het gevoel krijgen dat zij onvoldoende worden gehoord of begrepen.”

Luistercapaciteit
Koppejan is het niet volledig met de laatste conclusie eens. “Met name vanwege mijn vermeend gebrek aan luistercapaciteit. Als dat vooral wordt afgeleid uit mijn houding tijdens de praktijkoefening, dan heb ik daar wel een verklaring voor. Ondernemers die misbruik maken van hun positie als voorzitter van een overheidscommissie door zichzelf mooie opdrachten toe te delen, hoeven van mijn kant op weinig begrip of een luisterend oor te rekenen. Die moeten gewoon aftreden.”


CV
Opleidingen
– politicologie, Vrije Universiteit Amsterdam.
– marketing, Tias Business School.

Managementervaring
– dienstplichtig officier, Landmacht.
– vakbondsbestuurder Vervoersbond CNV.
– communicatiemanager,
Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam.
– ondernemer, internetbedrijven Swinth
en E-Grant.

Ad Koppejan woont in zijn geboorteplaats Zoutelande, is getrouwd en heeft twee dochters en een zoon.

Assessmentrapport
(samenvatting)

Sterke kanten
– initiatief en ondernemerschap; pragmatisme, resultaatgerichtheid en besluitvaardigheid; doorzettingsvermogen; bestuurlijke ervaring; onafhankelijkheid.

Punten van aandacht
– kan sneller en actiever afstemmen op
meningen en beweegredenen van gesprekspartners.
– verwerkt grote hoeveelheden informatie
niet heel erg snel.

Advies
De heer Koppejan is een gedreven, ondernemend ingesteld persoon.…pragmatisch en oplossingsgericht…zet door tot hij beoogde resultaten heeft bereikt… stelt zich stevig op en staat voor zijn beslissingen.

Te ontwikkelen
‘Afstemming op anderen’ wordt effectiever indien hij mensen om zich heen sneller actief ruimte geeft, hij minder zelf aan het woord is en actief checkt of hij op één lijn zit met gesprekspartners. Dat levert hem meer informatie op en leidt vaak ook tot meer draagvlak, beide van belang voor het efficiënt bereiken van doelen.

Jolande Sap (43) van Groen Links

Groen Links, plaats 8

“Ik ga niet in de kamer zitten voor mijn idealen, maar om mijn idealen in haalbare resultaten om te zetten. De kern daarvan is een modern sociaal-economisch beleid. Ik wil met creatieve voorstellen draagvlak in de hele kamer zoeken voor een ontspannen samenleving, waarin iedereen de kans krijgt naar eigen mogelijkheden te participeren. Als er iets is wat ik wil bereiken dan is het een mooie levensloopregeling waarin iedereen kan kiezen tussen de zorg voor dierbaren, leren en werken. Niet alleen de hoogopgeleide elite.

“Ik ben sterk inhoudelijk gedreven om de wereld beter te maken. Bovendien vind ik het heerlijk om mezelf te profileren. Ik sta graag in de schijnwerpers. De vorige keer, vijf jaar geleden heb ik getwijfeld, maar toen waren mijn kinderen nog te jong en vroeg ik me af of het zou lukken om als mens in balans te blijven. Politiek bedrijven wil ik doen met passie, humor en relativeringsvermogen. Ik wil geen drammerig type zijn.”

Autonoom
Jolande Sap neemt twee dagen later de trein van Amsterdam naar Den Bosch. Ze is directeur van een adviesbureau en heeft wel vaker assessments gedaan. Sap heeft er zin in. “Ik leer er altijd weer veel van,” zegt ze enthousiast. Als voorbeeld noemt ze een assessment dat ze deed toen ze nog ambtenaar was op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. “Daar kwam toen uit dat ik graag autonoom werk, dat ik resultaatgericht ben en – tot mijn verrassing – dat ik kennelijk veel ondernemingszin heb.”

Dat laatste was één van de redenen om haar ambtenarenloopbaan vaarwel te zeggen. “Onder de verschillende kabinetten Balkenende moest ik beleid ontwikkelen waar ik het echt totaal niet mee eens was.”

In 2003 werd ze directeur van Expertisecentrum LEEFtijd. Haar bureau, waarvoor negen mensen werken, adviseert bedrijven onder andere in het anticiperen op een vergrijzend personeels- en klantenbestand.

Sap, nummer acht op de lijst van Groen Links, wacht eerst de uitslag van de verkiezingen af voor ze haar baan zal overdragen.

Zwakte
Met dit besef begint ze aan het rollenspel. Ook zij krijgt ‘branchevoorzitter’ Gerben Huisman van de organisatie van adviesbureaus voor haar neus. Zodra Huisman een kik geeft, krijgt hij ruime gelegenheid zijn visie te geven. Achterovergeleund in haar stoel, haar handen gevouwen, luistert Sap aandachtig naar de man tegenover haar. “Ik wil weten hoe jij ertegen aankijkt,” moedigt ze hem aan. Terwijl Huisman vertelt, stuurt Sap hem langzaam naar de twee doelen van het gesprek: het project moet stopgezet en de voorzittershamer neergelegd. “Jij ziet het als zwakte,” reageert ze op Huismans bezwaren om het voorzitterschap neer te leggen, “maar ik zou het juist een hele krachtige stap vinden.”

Ook vandaag wil Huisman even nadenken. “Je wordt tot een hoger doel geroepen,” sluit Sap het gesprek af, “we hebben contact als jij bent uitgedacht. Veel wijsheid.”

“Dit was de achteroverzittende, begripvolle Jolande,” zegt Sap na het rollenspel. “Er is ook een vooroverzittende Jolande. Dat is meer mijn natuurlijke stijl, maar omdat er in dit gesprek stevige kritiek is op beide partijen, heb ik ervoor gekozen zoveel mogelijk begrip te tonen. Anders wordt het een welles-nietes-spelletje. Ik wilde mijn gesprekspartner meekrijgen door hem veel ruimte te geven.”
Sap is verder ook tevreden over het resultaat van het gesprek: “Ik had het stopzetten van het project toch maar mooi binnen.”
“Het is voor mij interessant om te zien dat ik ook geloofwaardig overkom als ik niet mijn primaire stijl hanteer,” concludeert ze.
Het assessmentrapport bevat voor Sap maar één verrassing: “Het aandachtspunt samenwerken. Ik weet dat ik daar als manager op moet letten, maar ik verwachtte dat dit voor een Kamerlid niet zo erg zou zijn. Als er een omgeving is waar je met ongeduld ver komt, dan is het wel in de Kamer, dacht ik.”

CV
Opleiding
– economie, Universiteit Tilburg.
– management, communicatie en adviestrainingen Krauthammer en GITP.

Managementervaring
– projectleider en afdelingshoofd Ministerie
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
– directeur adviesbureau Expertisecentrum LEEFtijd.

Jolande Sap is geboren in Venlo, woont samen in Amsterdam en heeft een dochter en een zoon.


Assessmentrapport
(samenvatting)

Sterke kanten
– communicatieve vaardigheden, strijdvaardigheid, politieke sensitiviteit, analytisch en conceptueel denkvermogen.

Punten van aandacht
– sensitiviteit en geduld, samenwerken.

Advies
Mevrouw Sap is resultaatgericht, sterk in analyseren en op een strijdbare manier opgekomen voor haar idealen. Haar gedrevenheid zit haar sensitiviteit en geduld soms in de weg.

Te ontwikkelen
Ze heeft aandacht voor het proces en hoe anderen erin zitten – tenminste als zij zich dit heeft voorgenomen. Haar uitdaging, ook in de rol van Kamerlid, is om het tempo van anderen serieus te nemen en niet alleen op inhoudelijk vlak maar ook in relationeel opzicht, tijd te besteden aan samenwerking en contact. Hiermee vergroot ze de ‘gunfactor’ voor haar eigen plannen en zal zij ook door anderen sneller worden opgezocht om gezamenlijk tot zaken te komen.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Conclusies

“Bij alle drie zie je de neiging meer sturend en zendend te opereren dan ontvangend,” concludeert assessor Marijn de Geus aan het einde van de dag. “Ze zijn zeer gedreven, hebben de behoefte anderen te overtuigen, gaan doelgericht te werk en doen niet snel concessies.

Mensen met ambitie hebben vaak de neiging om te denken dat ze invloed uitoefenen door in het gesprek aan het woord te zijn. Als ze luisteren voelen ze zich passief. Terwijl je, als je eerst luistert en slimme vragen stelt, makkelijker invloed kan uitoefenen. Voor De Geus is het geen verrassende conclusie: “We geven managers bij ontwikkelassesments regelmatig het advies: ga meer luisteren.”

Dadendrang
Mensen die volgende week een voorkeurstem willen uitbrengen op een manager, kunnen dus zowel links als rechts terecht. Ze kunnen er bij Koppejan, Sap en Zijlstra zeker van zijn dat ze iemand steunen met dadendrang en daadkracht. De garantie dat zij zich straks vertegenwoordigd voelen, krijgen ze echter niet. Tenzij deze kandidaat-Kamerleden het advies van de assessoren opvolgen.
Een laatste overweging: raken deze managers, die graag resultaten boeken, niet gefrustreerd in de stroperige Haagse praktijk? Jolande Sap is zich hiervan bewust en heeft hier een oplossing voor: “Resultaten zijn belangrijk voor me, dus ik zal haalbare doelen en tussendoelen moeten stellen. Ik zal een mooie kamervraag ook als een succes moeten zien.”