Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

Uitgever Yves Gijrath

Uitgever Yves Gijrath slaagde waar veel voorgangers faalden: het bereiken van de allerrijkste Nederlanders. Het blad Miljonair en vooral de jaarlijkse Miljonair Fair gooien hoge ogen. En recent lanceerde Gijrath het blad Jackie, een glossy voor rijke vrouwen. “Het geld ligt op straat en een goede ondernemer raapt dat op.”

Bukt u als u 50 eurocent ziet liggen?
“Wat is dat nou voor vraag? Maar vooruit: het antwoord is ja. Ik raap zelfs 1 eurocent op als ik die zie liggen. Hoe veel het is maakt niet uit, het gaat erom dat je geld niet op straat laat liggen. Ook in figuurlijke zin: het geld ligt op straat en een goede ondernemer raapt dat op.”

Is dat het wezen van succesvol ondernemerschap: geld zien liggen?
“De essentie van ondernemerschap is passie. Dat zie je aan alle toppers, zowel ondernemers als ziekenhuisdirecteuren en topsporters: ze hebben allemaal een enorme passie voor wat ze doen. Daarnaast moet je jezelf continu willen verbeteren, dus nieuwsgierig zijn. Hans Breukhoven zei eens: ‘Nieuwsgierigheid is de hoogste vorm van intelligentie.’ Da’s toch mooi gezegd.”

Wie is je favoriete Nederlandse miljonair?
“Die heb ik niet.”

Oud geld of nieuw geld?
“Nieuw geld, absoluut, zelfverdieners. Hans Kroon, voormalig topman van Van der Moolen, is zo iemand. Fascinerende man, een Hollandse ondernemer pur sang. Die man heeft grandeur en elan daar kun je een puntje aan zuigen. Ambitieus ook. Hij is gewoon als bediende op het Damrak begonnen. Op de fiets reed hij rond. Maar hij kwam ’s ochtends aan vóór alle anderen en ging als laatste pas weer weg. Vanuit niets heeft hij een beursgenoteerde onderneming opgezet en is daar zeer vermogend van geworden.”

Is Hans Kroon het prototype van de Nederlandse miljonair? Bestaat dat type überhaupt?
“De Nederlandse miljonair is in ieder geval veel boeiender en interessanter dan men denkt.”

Men denkt al gauw: ‘kouwe kak’.
“Wij denken Amerikaans over Nederlandse miljonairs, we denken dat ze protserig zijn en dat ze willen laten zien wat ze hebben. Dat strookt totaal niet met de waarheid. Bij oud geld merk ik altijd dat ze met twee tongen praten. Openbaar doen ze ingewikkeld over moeilijke onderwerpen, maar intern is het vooral van: ‘wie heeft de grootste’. Dat gaat dan met een dédain en arrogantie! Ik hou van normale mensen.”

Dirk Scheringa met zijn geitenwollen sokken.
“Nou, tja. Het is knap wat die man heeft neergezet, daar niet van. Maar Scheringa is een type ondernemer die dwars door iedereen heengaat. Succesvol, maar ten koste van alles. Hoe hij bijvoorbeeld met Oscar Moens omgegaan is, dat verdient bij mij niet de schoonheidsprijs.”

Oscar Moens?
“De ex-keeper van AZ. Een conflict met Moens is door Scheringa op straat gegooid. Dat is niet netjes, zoiets los je intern op. Kijk, je moet niet altijd je gelijk willen halen. Laat het soms maar. Misschien kan je je gelijk halen via de rechter, maar aan het eind van de streep schiet je daar zelden iets mee op. Dan zijn er alleen maar verliezers. Ik zeg altijd: als je wilt vermenigvuldigen, dan moet je ook kunnen delen.”

Je wordt toch juist miljonair door hard te zijn en altijd tot het uiterste te gaan?
“Nee absoluut niet. Uiteindelijk denk ik dat mensen die bereid zijn tot een compromis verder komen. De rigoureuze manier heeft sommige mensen veel succes gebracht, dat is waar, maar dat zijn niet de mensen die ik bewonder. Je moet je energie vooral positief gebruiken. Dat betekent heus niet dat je altijd het conflict moet vermijden. Soms kan het gewoon niet anders. Maar de oplossing zit zelden in het met zwaaien met dwangbevelen en advocaten.”

Waar komt uw fascinatie voor miljonairs en geld vandaan?
“Ik heb geen fascinatie voor geld, ik heb een fascinatie voor ondernemen en ik heb met name fascinatie voor bladen maken. Ik had net zo goed een blad kunnen maken over sport of over psychologie.”

Volgens mensen die ik sprak komt dat voort uit de financiële problemen die uw vader heeft gehad met zijn bedrijf, een reisbureau.
“Dat speelt wel mee, ja. Zoiets gun je niemand. Mijn ouders moesten zelfs hun huis uit. Ik was er bij toen de mensen van de bank langskwamen. Mijn vader werd gewoon gepiepeld door die gasten en dat vond ik zo erg voor hem. Ik zat in die tijd op de heao en kon hem niet helpen, dat vond ik verschrikkelijk.”

Het is dus niet helemaal toeval dat het een blad voor miljonairs is geworden?
“In dat segment zat een gat in de bladenmarkt. Er zijn wel initiatieven geweest, maar die liepen allemaal op niets uit. Ik denk dat ik ben geslaagd omdat ik het lef had om het blad gewoon Miljonair te noemen. Niemand zag wat in die naam. Marketingman Ralph van Hessen zei ‘niet doen, dat is te ostentatief’. Je weet wel, het Playboy-effect: je wil er eigenlijk niet mee gezien worden. Een paar klanten waren wel enthousiast. Een van hen zei: ‘Die naam is gewoon duidelijk. Ik wil er wel in adverteren.’ Daar ben ik uiteindelijk op afgegaan.”

En toen kwam de Miljonair Fair. U was bang dat er proleten op af zouden komen, zei u in een interview voor aanvang van de eerste beurs in 2002.
“Ja, dat is gelukkig niet bewaarheid geworden.”

Werkelijk? Ik zag nogal wat mensen met te grote ringen, te grote bontjassen en te veel make-up. Veel kwantiteit, weinig kwaliteit.
“Dat is nogal wat, wat u daar zegt. Wat een onzin! Op de opening waren 4500 gasten waaronder de complete top van het bedrijfsleven. Iedereen was top of the bill gekleed, keurig in smoking of in gala. Soms is het prettig je mooi aan te kleden, te genieten, te netwerken. Dan kóóp je die ring of die auto of die boot. Het klinkt heel simpel maar het is wel de praktijk. Want uiteindelijk moet er wel worden omgezet.”

Ik was niet op de opening, ik was op zondag.
“Ook over alle dagen genomen waren de bezoekers mooi gekleed. En dat vind ik opmerkelijk, want de beurs is voor iedereen toegankelijk; de enige drempel is de toegangsprijs van 30 euro. Dus je krijgt ook dagjesmensen. Tuurlijk. Maar proleten? Wat is een proleet?”

Zegt u het maar.
“Er zullen mensen zijn die vinden dat u er als een proleet uitziet omdat u een oorbel draagt. Ik zeg daar niets over. Ik zeg: je moet iedereen in z’n waarde laten en je oordeel niet baseren op het uiterlijk. Kijk naar Erik de Vlieger, als je die voor het eerst ziet denk je dat hij van de postkamer is. Dat vind ik een zwakte als je zo denkt. Hij komt binnenlopen op zijn gympen, in spijkerboek en T-shirt. Maar hij is wel de baas.”

Maar wie waren dan de proleten waar u zo bang voor was?
“Ik was bang voor mensen die bij de ingang met een bankafschrift zouden wapperen. Zo iemand snapt het dus niet. De Miljonair Fair is een Disneyland voor big spenders. De bedoeling is dat je van de ene verbazing in de andere valt. Het gaat om mooie dingen. En om de ondernemers die daarbij horen. Neem Oger. Die man is begonnen als verkoper, maar zijn kledingzaken zijn nu toonaangevend. Frits Hessing heeft een instituut op autogebied en die staat daar, iedere dag. Neem Connie Breukhoven, iedereen heeft een mening over die vrouw. Men vindt haar vaak proleterig. Maar in feite is ze een gepassioneerde zakenvrouw.”

Eén ding viel me vies tegen van uw miljonairsbeurs: er was geen standje van clubs als Unicef of War Child of Jantje Beton.
“Dan heeft u niet goed gekeken. Er was een waanzinnige mooie stand van de Orange Babies. Die heeft de Gijrath Media Groep gratis ter beschikking gesteld. Orange Babies zetten zich in voor kinderen en vrouwen in Afrika die het aids-virus dragen. Ze proberen om het leven van die mensen draaglijk te maken. Gewoon een heel goede organisatie. Waar ik kotsmisselijk van word, zijn die bedrijven die te koop lopen met het goede doel dat ze steunen. Die het goede-doelenverhaal vooral gebruiken om zichzelf sociaal bewogen te presenteren. Ook veel Nederlandse soapsterretjes doen dat. Moet je eens opletten, aan het eind van elk jaar moeten die sterretjes zo nodig weer iets voor een goed doel doen.”

U doelt op Georgina Verbaan, de vriendin van Jort Kelder.
“Tja, dan noem je een gevoelig onderwerp. Noem liever Katja Schuurman, dat is een beter voorbeeld. Aan het einde van het jaar moet zij haar imago zo nodig weer op de kaart zetten. Hun management stimuleert dat.”

U heeft net een nieuw tijdschrift gelanceerd, de vrouwenglossy Jackie. In een tijd van recessie en op een markt die toch al overvol is. Dat lijkt meer op Russisch roulette dan op verstandig ondernemerschap.
“Ten eerste: in mijn optiek is er geen recessie. Leg een liniaal langs de beursbarometer tussen 1997 en nu en je ziet een gezonde stijging. De extreme groei van eind jaren negentig is gecorrigeerd. Dat is alles. En wat betreft de markt voor damesbladen: als ik kijk naar de Nederlandse damesbladenmarkt, dan constateer ik middelmaat. Ik zie wel degelijk ruimte voor een blad in het topsegment. Het gaat om de kwaliteit. Tot een paar jaar geleden speelde kwaliteit nauwelijks een rol. Iedereen was bang de boot te missen; overal kon je geld voor krijgen. Dat was pas Russisch roulette.”

U heeft zelf een marketingbureau gehad, maar u heeft Jackie gelanceerd zonder fatsoenlijke marktanalyse.
“Ik vertrouw meer op mijn intuïtie dan op marktonderzoek. De meeste ondernemingsplannen worden kapot geschreven door die onderzoeken. Die maken het te ingewikkeld en het onderbuikgevoel ontbreekt.”

Je kunt je onderbuikgevoel toch verifiëren met een marktonderzoek?
“Dan ben je vaak te laat. Ondernemen gaat om timing. Je moet de eerste zijn. Ik hoor van adverteerders dat ze een advertentiepodium missen en dan denk ik: hé, daar leeft iets. Onze bestaande klantenkring bleek ook geïnteresseerd in de upper market vrouw. En ja, dan maak ik er geld voor vrij. Voor u is dat misschien Russisch roulette, maar voor mij is dat bewust ondernemerschap. Trouwens, VNU deed uitgebreid marktonderzoek en bracht toen Avenue uit. Nou, dat is me toch een flop geworden.”

De ambities voor Jackie zijn groot: er moet een Jackie-café komen en een Jackie-tv-programma, gemaakt door Annita van der Hoeven, vrouw van de ex-Ahold-topman.
“Ik ken Annita goed, haar productiemaatschappij heeft opnames voor ons gemaakt op de miljonairfair. Zij wilde iets met Jackie doen en heeft daar een format voor ontwikkeld. Wij zijn er voorlopig nog niet klaar voor. Het café is iets wat we wel absoluut willen. We zijn op zoek naar de juiste locatie, ergens in Amsterdam-Zuid. Daar hoort zo’n tent thuis.”

Intussen wordt het blad slecht ontvangen. Een recensie in de Volkskrant was vernietigend en navraag in kiosken en boekhandels leert dat het blad slecht verkoopt.
“Daar heb ik niks aan, uw bewering is nergens op gebaseerd. De cijfers van de losse verkoop zijn gewoon nog niet bekend. De oplage van Jackie is tachtigduizend en de prognose van de losse verkoop ziet er goed uit. Dus ik weet niet waar u uw gegevens vandaan haalt. Ik denk dat we minimaal 70 procent van de oplage verkopen. Bovendien zijn de adverteerders enthousiast. Bij die Volkskrant-knaap, die overigens zelf een paar flutblaadjes uitgeeft, zijn we elk jaar een keer aan de beurt. Schandalige recensies.”

Bent u niet bang dat een mislukking van Jackie de Gijrath Media Groep te gronde richt. Dat is u immers al een keer eerder overkomen. Uw vorige bedrijf Regio Publishers ging eind jaren negentig ten onder na de mislukte lancering van het voetbalweekblad Hattrick.
“Djeeez, wilt u die zaak weer oprakelen? Hattrick ging mis omdat ik me heb laten overdonderen door Jan van Buuren. Wat wil je? Ik was geïmponeerd door die man, ik was een naïeve, jonge ondernemer en Jan van Buuren kwam binnen, de grote man van Nieuwstribune. Hij heeft mij meegetrokken in zijn eigen waanzin.”

Uit de failliete boedel heeft de curator, mr. Beijne, u uiteindelijk Joods Journaal verkocht en daarmee bent u verder gegaan.
“Drie maanden lang heeft die curator mij aangevallen en uiteindelijk ben ik bij hem langsgegaan. Eerst had ik van alles over hem uitgezocht. Hij bleek een zakkenvuller die nooit iets doet voor de crediteuren. Eigenlijk een crimineel. Enfin, ik heb hem over de tafel getrokken en toen was het snel van ‘mea culpa’. En toen heeft hij mij Joods Journaal verkocht voor veertigduizend gulden. Zoiets hoort ook bij ondernemen.”

U weet mensen blij te maken met dingen die ze eigenlijk niet mooi vinden, zei een kennis van u. Iemand anders zei: wat Gijrath aanraakt verandert in goud. Hij heeft een gouden pik.
“Dat vind ik een mooi compliment. Ik kan veel omtoveren in goud, dat durf ik wel te zeggen.”

Wanneer staat Gijrath eindelijk zelf in de Quote 500?
“Dat moet je aan Jort vragen.”

Zelf nog iets gekocht op de Miljonair Fair?
“Ik had graag de Masarati Quattroporte willen kopen. Honderdvijftigduizend euro. Ik had het kunnen betalen. Toch maar niet gedaan. Wel dit horloge aangeschaft. Prachtig toch. Van rosé goud. Er zijn er maar vijf van gemaakt. Kijk, nu komt de grote truc, draai je dit om dan staat daar ‘miljonair’. Geinig hè?”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

CV Yves Gijrath

1966 > geboren in Amsterdam-Buitenveldert 1985 > heao Amsterdam, 1989 > sportleraar Club Med 1990 > marketing- & salesmanager handelsondernemening Elas International 1992 > eigen marketing adviesbureau – Yvesco Group 1995 > directeur/aandeelhouder Regio Publishers 1999 > directeur/eigenaar Gijrath Media Groep B.V. 2000 > lancering tijdschrift Miljonair 2001 > eerste Miljonair Fair in de PTA in Amsterdam 2003 > lancering tijdschrift Jackie Yves Gijrath is gehuwd en heeft twee kinderen.