Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Transparantie terug in de doofpot

Transparantie lijkt tegenwoordig het toverwoord voor al onze problemen.

Transparantie moet ons redden van achterkamertjes en vage doelstellingen. Openheid, inzicht en meetbare controles hebben de toekomst. Iedere zichzelf respecterende organisatie laat in transparante jaarverslagen zien wat ze allemaal exact bereikt heeft. Politici durven open en eerlijk te benoemen wat pijnpunten zijn en dankzij het internet kunnen we constant informatie vinden over ieder thema. Maar…als zelfs Geert Wilders ineens deelneemt aan geheime gesprekken over de nieuw te vormen coalitie, is het misschien tijd om de doorgeslagen transparantie tegen het licht te houden.

Transparantie als wapen

Richard Engelfriet uit zijn liefde voor achterkamertjes, geheimhouding en beslotenheid. Wie alles kan zien, heeft immers niets meer om over na te denken.

Transparantie gebruiken we tegenwoordig graag als wapen. Om de absurde beloningen van topmanagers aan te pakken, kwam de commissie Tabaksblat met een gedragscode. Kern van de zaak was dat we voortaan in jaarverslagen volledig transparant maken wat de salarissen en bonussen zijn. Dat zou die graaiende managers leren! Helaas gebeurde het tegenovergestelde. Managers gebruiken die gegevens nu gewoon als onderhandelingsinformatie: ‘Als die kerel bij Unilever gewoon 4 ton plus bonus krijgt, en jullie mij hier bij Sara Lee afschepen met 2 ton, ga ik toch eens verder kijken’. Het gevolg: de topsalarissen rijzen steeds verder de pan uit.



Pim Fortuyn

Of kijk naar de politiek. Sinds Fortuyn hebben we geleerd voortaan transparanter te zijn. Problemen benoemen zoals ze zijn. ‘Je moet gewoon de feiten kennen’, heet dat. En dus horen we nu altijd dat een overval gedaan is door een Marokkaan, dat allochtonen hoger scoren in de gevangenispopulatie en hoeveel geld immigratie kost. Het gevolg: een maatschappij waarin steeds meer mensen recht tegenover elkaar zijn komen te staan, en waarin politici maar al te graag bevolkingsgroepen tegen elkaar opzetten: moslims versus niet-moslims, ondernemers versus milieu-activisten en ‘rijke graaiers’ tegenover ‘de gewone man op straat’. Wat heeft dat benoemen van problemen ons de afgelopen acht jaar nou eigenlijk opgeleverd?



Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Sabotage

In veel organisaties heeft transparantie ook desastreuze gevolgen. Zo denken sommigen dat transparantie helpt om beter te verkopen: maak per persoon inzichtelijk wat het resultaat is. Dat houdt die verkopers lekker gretig. Bij een zakelijke dienstverlener betekent dat dat je exact kunt bekijken welke collega het meeste geld binnensleept, en wie het slechtst presteert. Het gevolg? Medewerkers gunnen elkaar het licht niet in de ogen en saboteren er vrolijk op los bij hun collega’s. Vraag op zo’n afdeling naar de sfeer en je krijgt doodleuk de kernwaarden wantrouwen, achterdocht en rattengedrag om de oren. Om maar te zwijgen van het ziekteverzuim en personeelsverloop.


Geen pottenkijkers


Transparantie is leuk als het gaat om het uitkiezen van een hotelletje via internet. Dat je kunt zien wat andere mensen ergens van vinden. Het is ook geweldig dat je makkelijk kunt vergelijken wat een product bij verschillende aanbieders kost. Maar als het gaat om echt wezenlijke zaken als geluk, succes en resultaat, zijn we dan misschien niet veel beter af met fijne achterkamertjes waar ruzies worden opgelost zonder pottenkijkers? Met managers die hun excel sheets een dagje thuislaten en op zoek gaan naar welke toegevoegde waarde ze voor hun medewerkers kunnen betekenen? En met verkopers die zich weer eens ouderwets bekommeren om hun klanten in plaats van hun target? En laten we eerlijk zijn: als zelfs Geert Wilders, de man die jarenlang te koop liep tegen ‘Haagse achterkamertjes’, nu ineens zelf in het diepste geheim gesprekken voert over een rechtse coalitie, dan mag transparantie toch wel weer eens wat vaker in de doofpot?