Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Training & opleiding – Oorlog onder opleiders

De nieuwe schoolstrijd

Nu hun gewone inkomsten opdrogen, richten hogescholen en universiteiten hun pijlen steeds meer op het bedrijfsleven. Niet iedereen is daar blij mee. Particuliere bureaus klagen over oneerlijke concurrentie, terwijl de klant de weg dreigt kwijt te raken.

Je zou ze bijna van een briljante businessstrategie verdenken, die Nederlandse universiteiten en hogescholen. Waarschijnlijk onbedoeld, maar toch: door afgestudeerden af te leveren die eigenlijk onvoldoende in hun mars hebben om goed te functioneren in het bedrijfsleven, hebben ze voor zichzelf in elk geval een forse markt gecreëerd voor postacademische cursussen. Kassa voor het contractonderwijs.

De onderwijsinstellingen bieden steeds meer opleidingen aan voor het bedrijfsleven. Of je nu jurist, accountant of marketeer bent, voor elk is er wat wils te halen op hogeschool of alma mater. In de traditionele vorm van post-HBO en postacademische opleidingen met een officieel diploma, maar steeds vaker ook met ‘in company'-cursussen, maatwerk voor bedrijven en vaardigheidstrainingen, het tot voor kort exclusieve werkterrein van particuliere opleiders als NCOI, De Baak, Schouten & Nelissen, GITP, Boertien, Zuidema en Horizon Training. Zoek een cursus ‘Verandermanagement' en je komt tegenwoordig net zo makkelijk bij de Academie voor Management van de universiteit Groningen uit als bij welk particulier instituut dan ook. En voor een bedrijfsopleiding ‘Effectief Leidinggeven' of een presentatiecursus kun je nu ook bij bijvoorbeeld de Hogeschool Utrecht of bij de INHolland Academy terecht.

"Het onderscheid tussen particuliere aanbieders en onderwijsinstellingen is aan het vervagen", concludeert Herman van den Bosch dan ook. Dat gebeurt overigens wel met wisselend succes, aldus de decaan van de faculteit managementopleidingen aan de Open Universiteit. "Veel bedrijfsopleidingen van hogescholen en universiteiten hebben nog altijd een hoge mate van ‘leerstoffigheid'. Veel van die postacademische opleidingen zijn van oorsprong gewone dagopleidingen die nu worden verkocht aan bedrijven, heel theoretisch dus."

Lucratieve markt

Dat universiteiten en hogescholen het vizier naar de particuliere markt verleggen, is niet zo verwonderlijk. Er valt immers goed geld te verdienen. De totale markt voor bedrijfsopleidingen in Nederland wordt geschat op zo'n twee tot vier miljard euro. Nu veel onderwijsinstellingen te maken hebben met teruglopende studententallen, is die markt natuurlijk extra lucratief, omdat er personele overcapaciteit mee kan worden opgevangen. Op die manier is inmiddels een veelheid aan instituten ontstaan.

Soms wordt die commerciële tak volledig verzelfstandigd, maar meestal blijft er een nauwe band tussen commercieel en gesubsidieerd onderwijs. In bijna alle gevallen maken de commerciële dochters (deels) gebruik van dezelfde lokalen, docenten en de goede naam van de onderwijsinstelling. Zo is de Groningse Academie voor Management formeel zelfstandig, maar wordt wel meegelift op de naam van de Universiteit Groningen, die ook aandeelhouder is van de holding waaronder de Academie valt.

De Universiteit Twente kiest er zelfs bewust voor om de marktactiviteiten dicht bij huis te houden. "We willen dat het postacademisch onderwijs zo goed mogelijk is ingebed in het reguliere onderwijs en onderzoek", zegt hoogleraar Olaf Fisscher, opleidingsdirecteur bij de faculteit management en bestuur. "We willen onze kennis te gelde maken. In geld, maar vooral maatschappelijk, dat is tenslotte onze taak als opleidingsinstituut. Daarnaast kunnen we via het postacademisch onderwijs ons netwerk uitbouwen. We komen met bedrijven in contact waar we studenten kunnen plaatsen, onderzoek kunnen doen. Zo versterken we onze kennisbasis, wat weer ten goede komt aan het gewone onderwijs." De inkomsten zijn volgens Fisscher van secundair belang. "Dit levert geen gouden bergen op. Ons doel is niet winst, maar versterking van ons netwerk en onze kennis."

Om het postacademisch onderwijs systematischer en structureler aan te pakken, komt er in Twente een heuse ‘School of professional learning and development'. "Zo hopen we dat het postacademisch onderwijs beter wordt en marktgerichter", aldus Fisscher. "Maar we blijven ons academische karakter houden. We besteden meer aandacht aan persoonlijke vaardigheden, maar kennis blijft de basis."

Kenniscirculatie

Ook voor de INHolland Academy, de commerciële opleidingstak van hogeschool INHolland, is het betere contact met de praktijk een belangrijke drijfveer. "We zijn ontstaan door de vraag uit de markt", zegt directeur Margret de Blanken. "Het bedrijfsleven wil verdere opleiding van werknemers en daar sluiten we met ons post-HBO programma op aan. We doen ook ‘in company'-trainingen en maatwerk. Zo houden onze docenten contact met het werkveld en daardoor kunnen we ons reguliere bachelorprogramma op peil houden. Daarmee breng je kenniscirculatie op gang."

De INHolland Academy verwelkomt jaarlijks een kleine 5000 cursisten in de 280 verschillende opleidingen van het commerciële programma. De totale omzet bedraagt zeven miljoen euro. Lang was het geen vetpot; pas de laatste twee jaar draait de academie winst. "Wij moeten commercieel opereren in een niet-commerciële organisatie", aldus De Blanken. "Dat is nog best lastig. Want we moeten betalen voor alles dat we afnemen van de hogeschool. Elk telefoontje, elke vierkante meter klaslokaal."

Papiertje

Dat klinkt allemaal heel nobel en zuiver, maar toch is de particuliere opleidingsbranche, die naar schatting nog steeds zo'n 90 procent van de bedrijfsopleidingen voor zijn rekening neemt, niet gelukkig met de commerciële activiteiten van onderwijsinstellingen. "Vroeger ging het bij hen om na- of bijscholing van oud-studenten binnen hun vakgebied, gericht op kennis en een diploma", aldus GITP-directeur Hans van der Molen. "Bij ons ging het daarentegen meer om vaardigheden die nodig zijn om kennis te effectueren, om inbedding en gebruik binnen een organisatie. Maar dat klassieke onderscheid is er steeds minder. Ook postinitieel onderwijs richt zich nu op vaardigheden. Onderwijsinstellingen nemen mensen in dienst met ervaring bij particuliere trainingsbureaus. Omgekeerd richten de commerciële bureaus zich op het bieden van een papiertje, het geven van geaccrediteerde post-HBO- en postacademische opleidingen. De concurrentie neemt toe en daarmee ook de verwarring bij de klant. Want wat zijn de verschillen?"

De GITP-topman, tevens bestuurslid van de Vetron, de brancheorganisatie van particuliere opleiders, vraagt zich af of de concurrentie altijd eerlijk is. "Formeel is het commerciële programma financieel onafhankelijk van het reguliere, gesubsidieerde onderwijs. In de praktijk is er geen sprake van een level playing  field. Aan universiteiten verbonden opleidingen hebben toegang tot de faculteit, maken gebruik van de reputatie en van docenten. Dat wordt niet altijd doorberekend. Als ik zie voor hoe weinig geld ROC's bepaalde opleidingsprogramma's aanbieden…"

Een tweede pijnpunt bij de particuliere partijen is de btw. Onderwijsinstellingen rekenen soms – ten onrechte – geen btw over hun commerciële opleidingen. Dat verschaft ze een concurrentievoordeel bij klanten die zelf ook geen btw mogen vragen, zoals gemeenten en provincies. In principe kunnen ook particuliere bureaus btw-vrijstelling krijgen voor geaccrediteerd onderwijs, maar in de praktijk stuit dat soms op bezwaren van de Belastingdienst.

Van der Molen heeft één troost. "Gelukkig gaan de ontwikkelingen bij onderwijsinstellingen erg traag. Onderwijsinstituten zijn niet altijd even zakelijk ingesteld. Wij hebben het voordeel dat we ondernemers zijn, wij moeten hier van leven, dit is onze core business."

In de strijd met de onderwijsinstellingen hebben de particuliere opleiders de krachten gebundeld in een nieuwe lobbyclub, de Nederlandse Raad voor Training en Opleiding. De NRTO moet tegenwicht geven aan de oprukkende onderwijsinstellingen. Dat is hard nodig, vindt Tillie van der Poel, voorzitter van de Vetron en directeur van opleider Blooming. "Dat onderwijsinstellingen masterstitels aanbieden is hun goed recht, maar al het andere is vaak regelrecht schnabbelen. Ordinaire concurrentievervalsing. Juist in crisistijd wordt eerder naar de prijs gekeken. Dan kan het niet zo zijn dat bepaalde partijen gesubsidieerd kunnen acquireren."

Enorm aanbod

Belangrijk knelpunt bij álle bedrijfsopleidingen zijn accreditatie en niveau van de opleiding. Regulier onderwijs aan hogescholen en universiteiten is automatisch geaccrediteerd door onafhankelijk deskundigen. Dat wil zeggen dat duidelijk is aan welke kwaliteitseisen de opleiding voldoet. Voor commercieel postinitieel onderwijs ligt dat anders. Vaak is volstrekt onduidelijk welk niveau een opleiding heeft. De onderwijsraad noemt dat in een recent onderzoek een belangrijk obstakel in het volwassenenonderwijs. "Er is een enorm aanbod aan cursussen en opleidingen en inkopers van die opleidingen kunnen daar heel tevreden over zijn, maar het zegt allemaal niets over het niveau", zegt secretaris-directeur Adrie van der Rest van de Onderwijsraad. "Er is voor postacademische opleidingen een nieuw soort accreditatie nodig", vindt Herman van den Bosch van de Open Universiteit dan ook. "Het gaat er niet alleen om of een opleiding academisch aan de maat is, maar ze moet ook relevant zijn voor de praktijk. Je wilt als bedrijf het beste van twee werelden."

‘Ik mis objectieve maatstaven'

De strijd tussen particuliere opleiders en traditionele universiteiten en hogescholen mag dan vaak bad news betekenen voor de trainingsbureaus, hun klanten zijn er vaak blij mee. "De prijzen van opleidingen dalen. Dat komt door de recessie, maar ook door de toegenomen concurrentie", constateert bijvoorbeeld Arthur van Toombergen, manager people development bij energiebedrijf Nuon. Wel heeft hij moeite met de soms scheve prijs-kwaliteitverhouding en onduidelijkheid over de kwaliteit van opleidingen. "Ik mis objectieve maatstaven. Bij geaccrediteerde opleidingen weet je wat je krijgt. Nadeel is wel dat die opleidingen minder flexibel zijn. Maatwerk kun je nu eenmaal moeilijk laten accrediteren."

Nuon heeft voor regelmatig terugkerende opleidingen een aantal preferred suppliers. Of een opleider is verbonden aan een onderwijsinstelling is van minder belang, aldus Van Toombergen. "De particuliere bureaus hebben vaak een aanbod van standaardtrainingen waarop je kunt inschrijven. Universiteiten en hogescholen hebben bredere expertise die je op maat kunt inkopen."

Ook Elly Ploumen, hoofd management development bij KPN, kijkt bij de inkoop van opleidingen nadrukkelijk naar de traditionele onderwijsinstellingen. "Vooral voor opleidingen die zijn gericht op kennis en inzicht. Maar er zijn onderling wel grote verschillen in aanbod en kwaliteit. We zoeken per kennisveld naar de juiste opleiding. Op hrm-terrein werken we samen met de Universiteit van Tilburg, terwijl we voor marketing eerder een beroep zullen doen op bijvoorbeeld de businessschool Tias. Voor opleidingen voor het topmanagement komen we weer uit bij internationale businessschools, zoals Insead."

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Zo'n 80 procent van de opleidingen die KPN inkoopt is gericht op vaardigheden, en daarvoor komen meestal de particuliere opleiders in beeld. Ploumen juicht het toe dat onderwijsinstellingen zich vaker op dat terrein begeven. "Hoe meer keuze, hoe beter. Maar ik zie dat de meeste onderwijsinstellingen op het gebied van praktijktraining nog te kort komen. Ze hebben er de juiste mensen vaak niet voor."

De bomen en het bos

Particuliere opleiders die postacademische opleidingen geven en universiteiten die praktijktrainingen organiseren. Wie zich oriënteert op de opleidingsmarkt, kan snel verdwalen. Daarom een paar tips. Op Eduhub.nl en millian.nl kan een eerste selectie worden gemaakt op basis van opleider, cursusinhoud en ervaringen van anderen. Wie hecht aan een officieel diploma kan op nvao.net checken welke postacademische opleidingen en instituten officieel geaccrediteerd zijn. Bij cedeo.nl vindt u een overzicht van de bedrijfsopleidingen die onder het keurmerk Cedeo vallen. Paepon (beroepsonderwijs), Vetron (trainingsinstituten) en VOI (ICT-opleiders) zijn brancheorganisaties van particuliere opleiders.