Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Ontslagen en weer opgeklommen

Ontslag? Nee, dat zal mij niet gebeuren, ik doe mijn werk. Zo denken de meesten onder u en laat dat ook vooral zo blijven. Maar mocht uw dienstbetrekking onverhoeds toch worden opgezegd, ga dan in ieder geval niet bij de pakken neerzitten. Drie managers vertellen hoe het wel moet.

Ontslag is een heikel punt in de campagnes voor de Tweede Kamer- verkiezingen. Het CDA is voornemens het ontslagrecht te versoepelen en de bijbehorende vergoeding te beperken. Bij een soepeler ontslagrecht is een werknemer weliswaar minder zeker van zijn huidige baan, maar een werkgever is eerder geneigd iemand aan te nemen. Dit moet leiden tot meer werkgelegenheid. Tenminste, zo blijkt uit ervaringen in de Verenigde Staten en Denemarken. Maar het onderwerp is voor de Partij van de Arbeid, de beoogde coalitiepartner van het CDA, vooralsnog onbespreekbaar. Tot zover de politieke theorie.

In Nederland werden in 2005 meer dan 140.000 ontslagprocedures in gang gezet. Let wel, dit is slechts het aantal zaken dat bij het CWI en de kantonrechter aan bod kwam. Het werkelijke aantal ontslagen ligt waarschijnlijk beduidend hoger, want er worden veel onderlinge regelingen getroffen tussen werkgevers en werknemers. Hoe dan ook, per jaar worden in ons land honderdduizenden mensen geconfronteerd met ontslag. Tot zover de kille cijfers.

Nu de praktijk. De geleerden zijn het erover eens dat ontslag een zeer ingrijpende gebeurtenis is, vergelijkbaar met het beëindigen van een liefdesrelatie. Ontslag komt vaak als een donderslag bij heldere hemel, hoe duidelijk de signalen ook zijn geweest. Na hun ontslag zijn veel mensen een tijd lang van de kaart; verdriet, onbegrip en woede overheersen, het geloof in de medemens en de maatschappij is zoek. Het overkwam, in meer of mindere mate, Ronald Bijnevelt, Joost den Hartog en Willem Venema. Maar hun ontslagverhalen uit de praktijk geven de burger weer moed.

Ronald Bijnevelt

Na een loopbaan van ruim 23 jaar bij een connectorenfabrikant, kwam Ronald Bijnevelt (52) op straat te staan. Vol goede moed ging hij op zoek naar een nieuwe baan, vijftien maanden later was het pas raak.

“Na mijn opleiding HTS Werktuig- bouwkunde ging ik aan de slag als ontwerper van applicatiemachines bij een toeleverancier van componenten voor de elektronische industrie in ‘s-Hertogenbosch. Via verschillende functies werd ik twee decennia later business manager van een van de afdelingen. Toen het eind 2000 slecht ging met de tele-comindustrie, hadden wij daar veel last van. Bij belangrijke klanten als Ericsson en Alcatel vonden grote reorganisaties plaats, en zo ook bij hun toeleveranciers. Wereldwijd verdwenen er bij ons bedrijf 3.500 arbeidsplaatsen. De afdeling waar ik werkte werd gedeeltelijk afgestoten, de rest gesloten. Zo stond ik eind september 2003 op straat, met een mooie regeling, dat wel.

Goede moed
“Vol goede moed ging ik op zoek naar een nieuwe baan. Ik had goede opleidingen en een brede werkervaring. De verhalen dat je op mijn leeftijd geen baan kon vinden, geloofde ik niet. Mijn stellige overtuiging was dat ik binnen zes maanden werk zou hebben, maar door de reorganisaties was er in mijn bedrijfstak even geen behoefte aan nieuw personeel. In andere sectoren kwam ik ook niet aan de slag omdat men daar de voorkeur gaf aan mensen uit de eigen industrie.

“Na een maand of tien was de moed me in de schoenen gezakt. Ik begon te twijfelen of de maatschappij wel op iemand van mijn leeftijd zat te wachten, terwijl ik vond dat ik met mijn ervaring juist van grote waarde kon zijn. Toen heb ik overwogen voor mijzelf te beginnen. Ik wilde klassieke Engelse sportauto’s laten restaureren in Oost-Europa en die vervolgens in Nederland verkopen. Na marktonderzoek heb ik er vanaf gezien omdat de markt op zijn gat lag en er bovendien een hoop bij komt kijken om het plan van de grond te krijgen, zoals het vinden van een betrouwbare partner in Oost-Europa.

Naar de concurrent
“In november 2004 zag ik een advertentie in de krant van Tyco Electronics, de grootste concurrent van mijn voormalig werkgever. Bij mijn ontslag had ik niet gedacht daar te gaan werken. Maar zo’n gevoel slijt met de tijd en er moest brood op de plank komen. Bovendien werkte een aantal oud-collega’s bij Tyco, dus waarom ik niet?

“Ik besloot te solliciteren en na een gesprek met een recruitmentbureau werd ik uitgenodigd voor een gesprek. Vreemd genoeg was ik totaal niet nerveus, hoewel ik een baan hard nodig had. Ik wist dat ik voldoende expertise had en, ook belangrijk, ik sprak dezelfde taal. Meteen na thuiskomst van het gesprek kreeg ik te horen dat ze een voorstel wilden doen. Het klikte zo goed dat twee andere kandidaten niet meer werden uitgenodigd. Om het goede nieuws te vieren heb ik mezelf getrakteerd op een andere motorfiets, een Triumph Thruxton.

Leerzaam
“Op 10 januari 2005 ben ik bij Tyco begonnen als kwaliteitsmanager van de Cable Systems Group. Sinds afgelopen augustus ben ik manager Quality Operations geworden van zeven fabrieken. Ik geef leiding aan de lokale kwaliteitsmanagers die op hun beurt leiding geven aan in totaal 125 medewerkers. Uiteindelijk ben ik vijftien maanden en negen dagen werkloos geweest.

“Het was niet gemakkelijk, maar wel een bijzonder leerzame periode die mij heeft gesterkt in mijn persoonlijkheid. Ik nam de tijd om veel en divers te lezen, en kreeg goede begeleiding en een sollicitatietraining. Ik werd gedwongen over mezelf na te denken en heb geleerd om na al die jaren bij een bedrijf, vaste denkpatronen te doorbreken. Mede daardoor ben ik nu uitstekend in staat om leiding te geven en delegeer ik gemakkelijker dan vroeger. Met als gevolg dat ik meer verantwoordelijkheid heb dan ooit, minder uren maak en meer plezier heb in mijn werk.”

Joost den Hartog

Zijn ontslag bij KLM na veertien jaar trouwe dienst, kwam voor Joost den Hartog (42) als een donderslag bij heldere hemel en raakte hem diep. Bij Etihad Airways heeft hij als area manager Pakistan nieuw geluk gevonden.

“Bij KLM begon ik in 1989 als vakantiekracht, in mijn laatste jaar heao commerciële economie. Mijn eerste echte baan was op de afdeling Revenue Management, waarna ik op het hoofdkantoor ben doorgestroomd in verschillende marketingfuncties. Tot ik in 1997 naar New York mocht. Dat was een fantastische ervaring die helaas te kort duurde. KLM ging in die tijd een alliantie aan met Northwest Airlines en ik moest in Minneapolis de marketing aan Northwest overdragen. Vervolgens werd ik aangesteld als marketingmanager voor Afrika, om een jaar later alweer mijn koffers te pakken. In Rome wachtte de alliantie met Alitalia, maar die samenwerking werd na drie maanden door KLM opgezegd. Al met al veel mutaties in korte tijd, misschien heeft dat me later wel opgebroken.

“Na Italië ben ik drie jaar marketingmanager geweest voor Japan en Zuid-Korea. Het was prettig om eindelijk eens ergens voor langere tijd te zitten. Bij KLM was het echter gebruikelijk dat na drie jaar een opvolger stond opgelijnd. In afwachting van een andere baan werd ik op de reservebank gezet in Nederland, wat ik in goed vertrouwen heb geaccepteerd. Maar zo’n beetje tegelijkertijd vond de fusie met Air France plaats en in de zomer van 2003 werd de complete reservebank zonder pardon geëlimineerd.

Discreet

“Ik was teleurgesteld en verdrietig, vooral omdat het niets met mijn prestaties te maken had. Toch ben ik discreet met mijn ontslag omgegaan, ik heb er slechts in kleine kring over gesproken. Ook naar bevriende KLM’ers toe heb ik niet uit de school geklapt. Puur uit eigenbelang overigens; het gaat in deze wereld om connecties, niet om kennis en ervaring. Dat bleek tijdens mijn zoektocht naar een nieuwe baan. Ik heb zo’n honderd brieven geschreven en heb een stuk of vijftig gesprekken gevoerd, maar tevergeefs. Door mijn buitenlandse jaren was ik het contact met de Nederlandse markt kwijt. In totaal was ik twee jaar werkloos. In die periode sloeg bij mij de twijfel toe. Zou mijn internationale ervaring dan echt geen knip voor de neus waard blijken? Maar aan opgeven dacht ik niet, ik vond werken in de luchtvaart leuk en bovendien was het mijn beste kans op een baan.

“In augustus 2005 kwam ik in contact met nieuwkomer Etihad Airways. Ik mocht naar Londen komen voor een assessment. Op eigen kosten en zonder garanties. Ik ben gegaan en het bleek een fantastische sollicitatieprocedure. Met twintig kandidaten moesten we verschillende problemen oplossen. Het was de perfecte methode om te zien of iemand de business snapt en of iemand een teamplayer is. Ik maakte blijkbaar een goede indruk, want binnen een week zat ik in het vliegtuig naar Abu Dhabi, om diezelfde avond als area manager Pakistan door te vliegen naar mijn standplaats Karachi.

Karachi
“Het afgelopen jaar heb ik het aantal vluchten uitgebreid van 4 naar 22 per week, naar Karachi, Lahore, Islamabad en Peshawar, waardoor Pakistan voor Etihad de op twee na grootste markt is. Ook het personeelsbestand is gegroeid: van 25 naar 75 mensen.
Deze baan is een kolfje naar mijn hand gebleken, mede dankzij mijn ervaring bij KLM en Northwest, maar toch voornamelijk door het vertrouwen dat Etihad Airways in mij heeft gehad. En het is gewoon een fantastische club om voor te werken. Zo zie je, tijd heelt alle wonden, hoe diep mijn ontslag me ook heeft geraakt.
Ik heb me wel voorgenomen om als manager nóóit mensen te ontslaan die goed presteren. En zeker niet voordat ik ze duidelijk én op tijd heb gemeld dat ze er een schepje bovenop moeten doen.”

Willem Venema

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Willem Venema (54) was als impresario en promotor meer dan twee decennia verbonden aan Mojo Concerts, tot zijn ontslag op staande voet in 2004. Hij sloeg direct terug, met de oprichting van zijn eigen boekingskantoor The Alternative.

“Tijdens mijn rechtenstudie ben ik begonnen met concerten te organiseren. Dat was niet alleen leuker, maar ook makkelijker. Ik moest toch al werken om mijn studie te kunnen betalen. Het werk ging mij goed af en in 1977 heb ik er mijn beroep van gemaakt. Eerst kocht ik concerten van Paul Acket, later ben ik in het Mojo-kamp terechtgekomen. Mojo was de partij met de nieuwe visie, Acket was van een andere generatie. Bij Mojo was ik overigens niet in loondienst. Ik pakte met mijn bedrijf Double You Concerts de bandjes op, van Prince tot U2. “

“De fase daarna, waarin er geld aan te pas moest komen met voorschieten en zo, deed ik samen met Mojo. Toen het bedrijf eind jaren tachtig verkocht moest worden, werd Double You een merknaam van het bedrijf. In ruil daarvoor kreeg ik een Mojo-aandeel.

Amerikaanse investeerders
“Bij Mojo heb ik altijd onzettend veel plezier gehad, het werd pas vervelend toen de boel in 1999 werd verkocht aan Amerikaanse investeerders. Er moest ineens bedrijfsmatig worden gewerkt. Tot die tijd was het gewoon een goed georganiseerd zootje. Na de verkoop lag ik met de nieuwe directie regelmatig in de clinch. Bijvoorbeeld over het feit dat, wanneer een concert niet doorgaat, mensen alleen de prijs van het kaartje terugkrijgen en niet de boekingskosten.

“In een bedrijf waar modern zakendoen zijn intrede had gedaan, was dat echt een lastige rol. Ik heb het nog drie jaar volgehouden, maar de aanvaringen bleven. Mijn emolumenten werden afgebroken en ik werd steeds meer geacht me als gewone werknemer te gedragen. Terwijl ik me dat nooit heb gevoeld.

Lekken
“Uiteindelijk ben ik ontslagen omdat ik aan iemand had verteld dat een belangrijke directeur niet zou vertrekken bij Mojo. Dat werd aangemerkt als lekken van bedrijfsgeheimen, maar ze hadden eindelijk de stok gevonden om mij mee te slaan. Ik kreeg te horen dat ik op staande voet was ontslagen. Het voelde aan als een overval, hoewel ik regelmatig door mensen in mijn omgeving was gewaarschuwd.

“Ik besloot terug te vechten en heb, met goedkeuring van mijn vrouw, een dure advocaat in de arm genomen. Binnen een week zijn we tot een vergelijk gekomen. Een dag na mijn ontslag heb ik mijn spullen ingepakt. Ik ben welgeteld nog één keer bij Mojo teruggeweest om mijn ontslagovereenkomst te tekenen.

The Alternative
“Ik had eigenlijk al vrij snel besloten om verder te gaan met een eigen concertbureau. Ik had een nieuwe naam nodig en dat is The Alternative geworden. En daar zat ik, met een computer met een lege inbox en een leeg bureau. Dat was een louterende ervaring, ik was ineens volledig op mezelf aangewezen. Maar ik kreeg steun van mensen uit de business, ik had er immers geen puinhoop van gemaakt. Nu twee jaar verder organiseren we vier- à vijfhonderd concerten per jaar.

“Toch ben ik niet tevreden, de tak voor festivals en evenementen loopt niet zoals ik wil. Maar al met al heeft mijn ontslag me goed gedaan. Ik ben mijn thuissituatie opnieuw gaan waarderen en besef weer wat een dubbeltje waard is. Als ik tank, weet ik precies hoeveel kaartjes ik daarvoor moet verkopen. Bovendien heb ik mijn vrienden leren kennen. Tenminste, die ik heb overgehouden.”