Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

“Nederlandse manager is geen goede spreker”

Een goede speech schrijven is niet voor iedereen weggelegd. Waarschijnlijk dacht de burgemeester van Maasdriel daarom ´beter goed gejat dan slecht bedacht´ toen ze tijdens haar installatietoespraak zonder bronvermelding citeerde uit de maidenspeech van haar Nijmeegse collega Thom de Graaf. Maar het kan ook anders.

Een speech houden en schrijven is een vak, vindt Sander Wieringa. Hij is eigenaar van Bob de Ronde Partners, een bureau dat media- en presentatietrainingen geeft. "Over het algemeen zijn de Nederlandse bestuurders en managers niet zulke goede sprekers. Ze gebruiken vaak te veel informatie en hebben nauwelijks oog voor wat inspireert."

Niet opgeleid
Het argument dat speeches vaak zo slecht zijn, omdat de sprekers het belang er niet van inzien, verwerpt Wieringa. "Niemand vindt een speech onbelangrijk, zeker de mensen in de zaal niet. Bij een seminar waar tien sprekers komen, haalt het publiek ook feilloos de goede en slechte sprekers eruit. Als toehoorder zijn we allemaal expert, als spreker niet. Managers die moeite hebben met speechen, moeten daaraan werken. Ze worden voor van alles getraind en opgeleid, alleen spreken en schrijven moeten ze maar kunnen."

Terwijl spreken in het openbaar met de huidige zapcultuur alleen maar lastiger is geworden. Het is volgens Wieringa vooral belangrijk om snel ter zake te komen, omdat mensen nu eenmaal niet ophouden met zappen in hun hoofd als ze naar een speech luisteren. "De meeste speeches worden nog altijd opgebouwd zoals journalisten schreven vóór de eerste wereldoorlog. Met een inleiding, een lange analyse en een conclusie. Journalisten zijn er inmiddels achter dat je lezers het verhaal moet intrekken, maar dat is blijkbaar nog niet aangekomen bij de sprekers."

Inleven in publiek
De meeste speeches kennen twee problemen, stelt Wieringa. "Ten eerste de opbouw: het duurt te lang voor de conclusie komt, er zit veel te veel ruis tussen. Wat overigens niet wil zeggen dat een toespraak per definitie kort moet zijn. Tony Blair hield lange speeches, maar ze waren heel krachtig." Het tweede probleem met veel speeches is volgens Wieringa dat ze vaak de link met het publiek missen. "Inleven in je publiek is belangrijk. Vaak denken sprekers ‘wat ik belangrijk vindt, vinden anderen ook interessant'. Dat is natuurlijk lang niet altijd zo."

Eén tip wil Wieringa daarom wel geven. "Ik heb veel speeches bekeken en wat vooral opvalt is dat tachtig procent begint met ´ik´ of ´wij´. Probeer eens te beginnen met ´u´ of ´jullie´. Dat kan misschien niet altijd, maar het zorg er wel voor dat je van tevoren nadenkt over je publiek."

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Meer over dit onderwerp:
De afscheidsspeech van Bill Gates was briljant
De vloek van powerpoint