Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

MBA in Miami: lesje kapitalisme

Heel wat managers gaan voor hun masteropleidingen naar Amerika. Maar wat doen ze daar eigenlijk? Management Team volgde zeventien managers die een jarenlange masteropleiding afsloten met een studiereis naar Miami.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

“Dagelijks in mijn werk heb ik gewoon de tijd niet om eens wat grondiger bij zaken stil te staan,” zegt Pieter Kroon. “De hele dag ben ik bezig dingen voor elkaar te krijgen. Geen tijd voor verdieping.” De stress is hem niet aan te zien. Kroon, consultant bij Avans Hogeschool, ligt gestrekt aan de rand van het hotelzwembad, genietend van de warme zon. Hij is net een dag in Miami. Studiereis, zo heet het.
Kroon hoort bij een klasje van zeventien managers en controllers die in het kader van hun masteropleiding aan de Avans Hogeschool een verplichte reis naar Amerika maken. Ze komen van multinationals als Unilever, Rabobank, ING en DHL, kleine bedrijfjes en een paar overheidsorganisaties. De reis is het sluitstuk van een jarenlange opleiding die de managers gedeeltelijk naast hun werk hebben gevolgd.
Al luierend bij het zwembad is Kroon allesbehalve het toonbeeld van een blokkende manager. Eerder de verpersoonlijking van een professional op snoepreis. Waar achtergebleven collega’s ploeteren in een nat en kil Nederland, geniet hij op kosten van de baas van weekje wuivende palmen en een bruisend nachtleven. De cursisten laten het zich aanleunen en vergapen zich aan dingen die ze vooral kennen van de film. De palmbomen, de grote auto’s, de overal aanwezige stars en stripes, de hamburgertenten, het is er allemaal.

Hoofdstad
Na jaren in de boeken te hebben gezeten is het nu tijd de cursisten te confronteren met de werkelijkheid, zegt studiebegeleider Rein Denekamp. “Zo doen veel managers het ook. Ze kijken naar modellen en ze theoretiseren, maar ze checken ook of de modellen in de praktijk werken. Daarom zijn de studenten nu in een omgeving waar ze vreemd zijn, waar ze heel andere indrukken opdoen dan in het klasje. Dit zorgt voor een steile leercurve.”
Waarom juist Miami? De stad is een kruispunt van werelden, meent Denekamp. Een beetje Noord-Amerika, met Caraïbische en Europese invloeden. “Miami is de echte hoofdstad van Zuid-Amerika,” vertelt Denekamp. “Zakenlieden uit Brazilië of Argentinië brengen hun geld niet naar Caracas of Buenos Aires, maar naar Miami.” Volgens Denekamp, die ook partner is bij een bureau dat managers meezeult op studiereizen over de hele wereld, is Miami perfect voor managers die nog veel moeten leren. Het krioelt er van de internationale bedrijven en de businessschool van de plaatselijke universiteit zorgt voor open deuren. “Je mag overal kijken en alles vragen,” houdt Denekamp zijn pupillen voor.
De glamour van een vakantietripje vervliegt snel. Denekamp heeft een strak programma in elkaar gedraaid dat bestaat uit colleges aan de plaatselijke businessschool, bedrijfsbezoeken en sociale evenementen in de avonduren. Veel zon krijgen de Nederlanders na de eerste dag niet meer te zien en een bezoek aan het strand zit er helemaal niet meer in. Elke morgen om half negen schuiven de managers en controllers in de collegebanken van de universiteit, opgewacht door een plaatselijke professor. ’s Middags met een gehuurde bus op bedrijfsbezoek en ’s avonds neemt de docent de groep mee naar een restaurant, een basketballwedstrijd of een bootreis. Rond middernacht strompelen de cursisten doodmoe hun hotel weer binnen.
Al snel volgt de grote schok, in de gedaante van professor Arun Sharma. Deze uiterst vriendelijke hoogleraar marketing ontpopt zich tot een neoconservatieve Amerikaan van het zuiverste water. Drie keer geeft hij deze week een college marketingstrategie aan de cursisten, waarbij hij ze onderdompelt in een rauw, kapitalistisch gedachtegoed. Lage kosten vormen de de sleutel voor economische groei, sociale wetgeving is remmend en regelgeving fnuikend voor flexibiliteit. “Waarom blijft de Nederlandse economie achter bij die in de rest van de wereld? Omdat jullie veel te veel regels hebben.” Europeanen gaan het verliezen met hun bureaucratie, sociale stelsels en gebrek aan slagvaardigheid, betoogt Sharma, die zijn argumenten kracht bijzet met tal van staatjes en grafieken. “Europa telt niet meer mee.”
Nederland krijgt nog een veeg uit de pan. Als Nederland een Amerikaanse staat zou zijn, dan zou het de allerarmste zijn. “Terwijl Nederland één van de rijkste landen in Europa is.”
Nederland, zo meent Sharma, zou er goed aan doen haar sociale stelsel overboord te gooien, de belastingen te verlagen en de regelgeving af te schaffen. “Als je mensen betaalt om niks te doen, dan gaan ze echt niet uit zichzelf aan het werk.”

Sociaal
Aanvankelijk is zijn gehoor met stomheid geslagen. Dat ze het in Amerika niet zo op uitkeringen hebben is wel bekend, maar de blinde geldbelustheid en het schrijnend gebrek aan sociale bewogenheid schokt deze representanten van het Nederlandse bedrijfsleven. De één na de ander sputtert tegen. De Amerikaanse economie groeit hard, maar hoe zit het met die schuldenberg? Sharma wuift het weg. “Wij hebben zo’n reusachtige economie, die schulden stellen niets voor. De productiviteit en innovatie zijn hier verder zo groot dat onze economie hard genoeg groeit om alles af te betalen.” Bovendien: als de schulden te groot worden daalt de dollar in waarde, en daarmee ook de waarde van de schulden. Maar dat is toch een ramp voor de rest van de wereld, riposteren de Nederlanders. “Nou en?”, zegt de professor schouderophalend. “Daar hebben wij toch niks mee te maken?”. Het rampzalige milieu in Amerika, de misdaadcijfers, het welbevinden, overal heeft Sharma antwoord op. Amerika materialistisch? Dat is juist goed. Internationaal onderzoek toont aan, zegt hij, dat de gemiddelde Amerikaan dolgelukkig is met zijn materialistische manier van leven. “Wie wil er nou geen geld verdienen? Wat mensen met hun geld doen, moeten ze verder zelf weten.”
De Nederlanders zijn diep onder de indruk. “Ik ben het fundamenteel met hem oneens,” zegt een Unilever-manager. “Alles gaat over kosten en productie, maar ethiek speelt geen rol. Ik werk juist in een bedrijf dat wel veel aandacht heeft voor morele en ethische standpunten.” Maar de twijfel is gezaaid. “Ik ben het eigenlijk wel met hem eens,” zegt een controller. “Maar dat kun je in Nederland niet zo zeggen.”

Risico’s
De andere colleges zijn van professor Kay Tatum, hoogleraar accounting, die twee keer college geeft over corporate governance. Ze vertelt over fraude, integriteit en verantwoord ondernemerschap. Taaie kost, zo vindt het klasje. “Dat weten we bovendien al,” mokt een controller. Maar anderen zijn er juist blij mee. “Deze colleges zijn de allerbelangrijkste, hier draait alles om,” zegt Rob Brands van de ING-bank. “Wij moeten risico’s in kaart kunnen brengen en managers kunnen uitleggen waarom bepaalde besluiten wel of niet genomen moeten worden.”
In de bedrijven mogen Nederlanders de leerstof toetsen aan de praktijk. Cordis, Global Eagle Logistics, Beckman & Coulter, de multinationals zijn gewend aan uitheemse managers die komen snuffelen. De plaatselijke directeuren zijn vriendelijk en informatief, maar soms ook een beetje verveeld. Ze krijgen zo vaak buitenlandse studenten over de vloer. “Waar komen jullie eigenlijk vandaan?”, klinkt het soms aan het eind van een werkbezoek. “Oh, Nederland. Interessant.”
Steeds duidelijker springen de verschillen met Nederlandse bedrijven in het oog. De Amerikanen verspillen geen dollar aan status en opsmuk. De bedrijfspanden zijn sober ingericht, met smalle gangen en fantasieloze ruimten. “Bij ons zou de Arbeidsinspectie dit vast afkeuren.” De managers dragen geen pak en geven maken bepaald geen geheim van hun strategieën en dilemma’s. Vooral Harry Schulman, ceo van het elektronicaconcern Applica, waartoe ook Black & Decker behoort, maakt indruk. Hij kletst met de Nederlanders alsof hij de buurman is, grinnikt om hun grappen, laat ze rondlopen in zijn boardroom en vertelt hoe zijn bedrijf bijna kopje onder ging door te hoge productiekosten. Het bedrijf kon overleven door de fabrieken naar Mexico te verplaatsen en zich om te vormen tot marketingorganisatie. Zelfs na deze rigoureuze reorganisatie opereert het bedrijf tegen uiterst smalle marges.

Vermoeidheid
Naarmate de week vordert, neemt de vermoeidheid toe. De oeverloze colleges, de bus die door Miami raast naar weer een bedrijfsbezoek, de sociale sessies ’s avonds, het is slopend. Met troebele ogen hangen de cursisten in de collegebanken. Precies zoals docent Denekamp het graag ziet. Ver van huis en overladen door informatie en indrukken, krijgt men niet de kans nieuwe ervaringen en inzichten te relativeren. “Zo gaat het elke keer,” grinnikt hij. “Eerst zijn cursisten ontzet over de Amerikaanse zienswijze, daarna gaan ze er over nadenken. Na een week zijn ze allemaal om.”
Inderdaad breekt het besef door dat op de markt maar één ding telt, en dat is
geld. Loyaliteit van klanten bestaat niet, slechts de laagste kosten tellen. Vrijwel iedereen is na een week Miami ervan overtuigd dat Europa ligt te slapen, terwijl Amerika zich in sneltreinvaart ontwikkelt om te overleven in een keiharde mondiale concurrentieslag. “Zodra ik terug ben vraag ik een gesprek aan met mijn manager,” zegt Marc de Bruin van de Rabobank. “Er moet iets gebeuren bij ons, ik wil mijn inzichten die ik hier heb opgedaan heel graag overbrengen.”
Elly Driesprong, manager van een gordijnenfabrikant, gaat zelfs nog een stapje verder. “Ons moederbedrijf wil een vestiging in Duitsland sluiten. Uit sociale overwegingen was ik daar tegen en bedacht ik hoe die vestiging open kon blijven. Maar als ik terug ben, zal ik het management adviseren de fabriek toch te sluiten. Langer open houden heeft geen zin, en medewerkers moeten de kans krijgen snel ander werk te zoeken.”
De avond voor vertrek is er een rondvaart in de haven van Miami op een luxe jacht, inclusief een uitgebreid buffet. De cursisten zijn moe, maar ook enthousiast. Ze hebben allemaal het gevoel rijker naar huis te gaan. “Je weet niet wat deze reis voor mij betekent,” jubelt Paul van Acker, de HSL-manager. “Ik heb gepraat met bestuursvoorzitters van bedrijven, ik begrijp ze en ik stond op hun niveau. Al mijn ideeën over management en bedrijfsvoering zijn hier bevestigd. Jaren heb ik snoeihard gestudeerd naast mijn werk, op motivatie kwam ik er doorheen. Zo’n week in Miami heb ik nodig om het vol te houden.”