Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

Managers van de sterren

In de film Jerry Maguire speelde Tom Cruise een manager van topsporters die een geweten ontwikkelt. Lastig, zo blijkt, in zijn branche. Hoe hou je je als sterrenmanager staande, altijd afhankelijk van het succes van de ander? De harde werkelijkheid in respectievelijk voetbal, pop en showbizz.

 

Kees de Koning manager Anouk

"Dat ik werk als Anouks manager, is uit toeval geboren. We kenden elkaar langer, want ik heb een eigen label en bracht muziek van haar man uit. We gingen wel eens met elkaar eten. Toen Anouk haar manager Kees van Leeuwen had ontslagen, zei ze voor de grap: "Kun jij niet mijn manager worden?" Ik heb 's avonds over dat grapje nagedacht. De volgende ochtend belde ik dat het idee me niet losliet en dat we moesten kijken of het zou werken. En het werkt.

Anouk is een ongeëvenaarde artiest. Ze is geen beginneling die je in alles moet sturen. Ik kan samen met haar nadenken over het beeld waar we naar toe willen werken. Een artiest is vergelijkbaar met een merk. Een nieuw merk moet je nog helemaal in de markt zetten, maar een bestaand merk moet goed blijven lopen. Je moet de positie van marktleider vasthouden. 'Anouk' is een sterk merk.

Alles wat ze zingt klinkt mooi. Zelfs als ze vals zingt, maar dat doet ze zelden. Ze is een goede songwriter en een sterke performer. Ze is enig in haar soort, niet vergelijkbaar met Marco Borsato, De Dijk, Gerard Joling of wie dan ook. Ze is uniek.

Ze staat in Nederland aan de top en dat wil ik graag zo houden. Wat heel prettig is als manager, is dat ze goed weet wat ze wel en niet wil. Ze kiest voor haar droom. Als ze een idee in haar kop heeft, dan gaat ze ervoor. Ze denkt in mogelijkheden. En negen van de tien keer lukt het ook. "Waarom nemen we de lichtman van Rammstein, Gert Hof, niet?" Gebeld, en het is gelukt. "Het kan niet, het lukt niet" komen niet in Anouks vocabulaire voor.

Haar internationale carrière is op het moment een aandachtspunt. Die is niet waar hij zijn moet. Hoewel ze alle potentie heeft. Ze is niet lang geleden spontaan in de Amerikaanse hitparade terechtgekomen. Zomaar, zonder enige vorm van marketing. Dat is uniek en hoopgevend.

De Amerikaanse markt is ontzettend moeilijk om te veroveren. Je zit met aantallen en oppervlakte. Amerika is een immens groot, de afstanden zijn enorm. Om daar iets in de markt te zetten, heb je een hoop geld nodig. De muziekwereld staat op het moment sowieso zwaar onder druk. Elk jaar is er een omzetdaling van tientallen procenten. De geldkraan van de labels gaat dicht. We moeten nieuwe wegen inslaan, proberen wat meer ruimte te maken in het contract wat we hebben met platenlabel EMI.

Bovendien is Nederland niet het toonaangevende muziekland. Dat zijn Engeland en Amerika. Amy Winehouse, wel uit Engeland afkomstig, doet het nu goed. Maar haar eerste album werd mondjesmaat verkocht. Er kan dus van alles gebeuren. Dat is het leuke aan dit werk, het is altijd spannend. En je zit voortdurend in de voorhoede. Nadeel: je bent nooit klaar. Maar toen Anouk een concert gaf in Gelredome, voor ruim 40.000 mensen, was dat een ontlading. Het was de grootste zomershow ooit. Alles werkte, alles klopte. Dat geeft enorm veel voldoening."

Xenia Kasper manager Linda de Mol

"Alle mensen die iets van Linda willen, moeten eerst bij mij langs. Hoe je het ook wendt of keert, je ontkomt niet aan mij. Linda heb ik ontmoet toen ze voor de Duitse zender RTL 'Traumhochzeit' presenteerde. RTL had iemand nodig die alle pers en PR kon regelen. Linda werkte in de jaren negentig veel in Duitsland. Ik was toen net in Nederland komen wonen, omdat mijn man hier al werkte.

Het klikte goed tussen Linda en mij, we hadden dezelfde ideeën over de PR. Ik vind Linda helemaal van deze tijd. Ze is een multitalent. Ze presenteert, acteert en schrijft. Ze heeft het blad 'Linda' gelanceerd. Daar had ik trouwens weinig inbreng in, omdat het blad los staat van mijn werkzaamheden.

Ik ben ook de manager van Gordon. Hij is net als Linda een multitalent. Ze horen beiden tot de A-categorie. Je kunt niet om ze heen: als je op een willekeurig moment gaat zappen, heb je grote kans dat je Linda of Gordon tegenkomt. Het is ook wel eens te veel, dan kom je ze op twee zenders tegelijk tegen. Maar daar kan ik niks aan doen, het uitzendmoment wordt bepaald door de zender.

Ik bepaal niet wat mijn cliënten wel en niet moeten doen. Dat doen ze zelf, het zijn volwassen mensen. Ik adviseer alleen. Linda is nu 44 en ze presenteert al vanaf haar twaalfde. Zo lang staat ze al aan de top en daar bewonder ik haar om. Alles wat ze doet wordt een succes. 'Ik hou van Holland', 'Gooische Vrouwen', het zijn allemaal kaskrakers. Dat is knap, want succes hebben is één, maar het vasthouden is moeilijk. Verder voer ik de onderhandelingen, regel gages, maak de planning en beheer de agenda's. Linda wil natuurlijk altijd in de schoolvakanties vrij, ik zorg dan dat die periodes geblokt zijn.

Nederlandse journalisten hebben mij de bijnaam 'Duitse herder' gegeven. Ik beschouw dat als een zakelijk compliment. Gordon pest me af en toe met mijn Duitse achtergrond. En dan woon ik ook nog in de Anne Frankstraat, nou, dan weet je het wel. Maar het raakt me niet. Los van mijn managementwerk schrijf ik zelf boeken: '38,5' en '32'graden. Veel mensen hebben mijn boek wel gelezen in de hoop dat ze er iets van Linda in zouden vinden. Dat is natuurlijk onzin.

Er zijn ontzettend veel mensen die iets willen van een bekend persoon. De gekste dingen. Van een videoboodschap voor een verjaardag of trouwerij tot liefdadigheidsinstellingen. Linda doet veel voor goede doelen, maar je kunt nu eenmaal niet voor iedereen iets betekenen. Ik neem altijd de moeite om ze dat uit te leggen in een brief.

Interviews regel ik. Uiteraard hou ik daarbij de tijd in de gaten. Als de tijd om is, is hij om. Dan zeg ik: "Het halfuur is voorbij, het interview is afgelopen." Bovendien lees ik interviews altijd na en laat ik ze daarna weer door Linda lezen. Dit interview wil ik trouwens ook zien voor de publicatie, je stuurt het me toch wel toe?"

Rob Jansen (manager van o.a. Edwin van der Sar, Dirk Kuijt en Philip Cocu)

"Zaakwaarnemers worden we ook wel genoemd. Management van een profvoetballer is iets anders dan voetbalmakelarij. Sportpromotion is integraal sportmanagement. We doen meer dan transfers. Wij werken op basis van vertrouwen, tot nu toe is een contract nooit nodig geweest.

Behalve manager, ben ik ook klankbord. 'Vader' zou ik het niet willen noemen, maar het heeft er wel iets van. Je krijgt in de loop der jaren een vriendschappelijke band. Ik wil er zijn als de sportman me nodig heeft. En wanneer dat is, dat moet je aanvoelen. Als het misgaat, begeleidt je de acceptatie van verlies. Ze zijn vaak nog jong en moeten omgaan met grote belangen en veel geld. Het is belangrijk dat ze daar niet de mist mee ingaan. Je adviseert ze over hoe ze hun geld moeten investeren. We hebben alle expertise in huis. Als een voetballer wil beleggen of vijf huizen wil kopen, dan kunnen we daar inhoudelijk advies over geven.

Als sportmanager houd ik altijd het belang van de spelers in het oog. Soms geeft een speler aan dat hij naar een andere club wil. Of een club wil van een speler af of een speler wil van een club af, maar zit nog met een contract. Dan moeten we kijken of we dat contract af kunnen kopen. Maar soms is het beter om gewoon je contract uit te zitten of om eerst nog maar eens voor een paar jaar bij te tekenen, dat hangt maar net af van de situatie.

Als een voetballer met zijn gezin vertrekt, staan we hem in alles bij. Vanaf de school voor de kinderen tot het onderkomen in het land waar ze naartoe gaan. De vrouwen hebben tegenwoordig veel inbreng. Vroeger was dat niet zo. Trouw je met een voetballer, dan volg je zijn pad. Je had je als vrouw aan te passen. Dat was een stuk makkelijker. Als ik nu overleg met een voetballer, zit  zijn vrouw erbij. Wil de vrouw niet weg, dan gaat de voetballer niet weg.

We proberen zo veel mogelijk te voldoen aan de wensen. Pas hebben we een privé-docent geregeld voor de kinderen van een voetballer die naar AC Milan ging. Namen noem ik natuurlijk niet. Het is net wat iemand wil. Sommige voetballers vinden het prettig als je ze intensief begeleidt. Spelers als bijvoorbeeld Edwin Van der Sar zijn als wat ouder en redden het voor een groot gedeelte zelf.

Sociale intelligentie moet je als sportmanager in de loop der jaren ontwikkelen. Pas wilde iemand een Porsche kopen. Ik zei: 'Goed, dan rijden we nu naar Duitsland, en kopen we jouw Porsche." Mijn ervaring is dat je daarmee voorkómt dat ze onverantwoorde dure uitgaven gaan doen. Ze ontdekken dat de nieuwigheid van zo'n auto er snel af is.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Het is soms moeilijk om te zien dat sommige voetballers volledig leeggeplunderd worden door hun familie. Dat een jonge voetballer in verkeerde handen valt en zijn carrière in rook ziet opgaan. Dat is verdrietig. Of je ziet hoe de media een topvoetballer beschadigt. Journalisten hebben geen idee wat ze aanrichten als ze iets schrijven over een voetballer. Voetbal is een volkssport, iedereen vindt het interessant, dus iedereen leest erover. Maar veel journalisten doen niet aan hoor- en wederhoor. Ze zijn hypocriet (kijkt streng naar de interviewer).

Als je eenmaal profvoetballer bent geweest, blijf je in de voetballerij zitten. Voor mij geldt dat trouwens ook. Ik ben geboren in de kleedkamer. Ik heb vroeger in ADO Den Haag gespeeld. Eenmaal in de voetbal, altijd in de voetbal."