Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Management Team 25 jaar

Het verhaal van 25 jaar Management Team is dat van de onstuitbare opmars van de manager in Nederland. De geschiedenis van een blad dat de juiste doelgroep aanboorde.

Vreemd. Als je aan kinderen vraagt wat ze later willen worden, zullen er maar weinig roepen: ‘Manager!’ Die roepen ‘piloot’, of ‘brandweerman’, of ‘verpleegster’. Nou zal het aantal piloten en verpleegsters de afgelopen 25 jaar aardig toegenomen zijn, maar de wonderlijke vermenigvuldiging die het aantal managers in die periode heeft ondergaan, is toch van een andere orde. De floormanager was nog niet uitgevonden, of daar was de brandmanager. En toen de kroonprins een baan zocht, bleek plotseling watermanagement een echte bezigheid te zijn. Kennismanagement was toen overigens alweer een tijdje in zwang. Die kinderen roepen dus maar wat. Die worden later gewoon manager. Goed nieuws allemaal voor het blad Management Team, dat dan ook vanaf de oprichting in 1978 gestaag wist door te groeien van een oplage van 75.000 naar tegenwoordig ruim 140.000 stuks. In dat jaar 1978 zijn er al aardig wat managementbladen op de Nederlandse markt. Bedrijven groeien, directeuren worden vervangen door managementteams en de aandacht voor het besturen van steeds complexere organisaties neemt toe. Natuurlijk allemaal braaf op de maat die door de VS wordt gedicteerd. Het Telegraaf-concern geeft het blad Management Plus uit, Kluwer heeft Management Totaal en dan is er nog Bedrijfsdocumentaire. Dat laatste blad, uitgegeven door een klein uitgeverijtje, wordt in 1978 overgenomen door Ten Hagen. Het vijfmanschap dat het blad produceert, is het daar niet mee eens en besluit op eigen houtje iets nieuws te beginnen. Beslissers in het bedrijfsleven willen ze gaan bereiken en het nieuwe blad krijgt de al even saaie als effectieve naam Management Team. De gedachte is dat met de opkomst van teams aan de top van bedrijven er meer behoefte is aan gespecialiseerde informatie. Vandaar het in de bladengeschiedenis toch vrij unieke concept ‘meervoudig bedrijfsmagazine’; vier bladen in één. Eén blad over Beleid, één over Administratie en Communicatie, één over Productietechniek en één met de spannende ondertitel ‘Technische dienst’. Het is een vakblad, met artikelen als ‘Wel of niet automatiseren in het magazijn?’, ‘Industriële klimaatbeheersing. Luxe of noodzaak?’ of de rubriek ‘Computerberichten’. Of wat te denken van de kop ‘Twee eeuwen buizenpost’?

Gratis

Management Team is van het begin af aan een zogenaamde closed circulation (cc)-titel, wat zoveel wil zeggen als: gratis voor de doelgroep, waardoor een hoge oplage bereikt kan worden die op zijn beurt weer veel adverteerders oplevert. En als die adverteerders érgens in geïnteresseerd zijn, zijn dat wel de mensen die de zakelijke beslissingen nemen. Twee financiers stappen erin, waaronder de Belgische uitgeverij Standaard, een dochter van Bührmann Tetterode. Maar het concept met de vier edities slaat niet aan. In 1,5 jaar tijd wordt slechts verlies gedraaid en op een dag besluit Standaard de uitgave te staken tot nader orde. Daarop halen de vijf er een oude bekende bij: Bob Smit. Deze vrolijke entrepreneur uit Arnhem die als nevenactiviteit een vakblad voor de inkoop uitbracht, heeft wel oren naar het uitgeven van een managementtitel. Hij zoekt de directeur van Standaard op in diens favoriete Belgische lunchrestaurant en doet hem een aanbieding. “Niet te koop,” zegt de Belg, maar Smit – die een bedrag van enkele tonnen op tafel legt – laat hem weten begin januari uitsluitsel te verwachten. Het is dan een paar weken voor kerst. Na de kalkoen en de champagne happen de Belgen wél en in maart 1980 is het eerste exemplaar van Management Team in normale magazinevorm geboren. Ondertitel: ‘Magazine voor het gehele bedrijfsleven’. Hoofdredacteur is Harry van Harten. Verder wordt Ron Blok – onderdeel van het oorspronkelijk vijfmanschap, die zich korte tijd naar het Telegraaf-concern had laten lokken – teruggehaald als hoofd advertentieverkoop.
En drieëntwintig jaar later is hij dat nog steeds; een record dat hem de eretitel mr. MT heeft opgeleverd. Het blad groeit als kool; Smit spreekt van een ‘cowboytijd’. Iedereen doet alles (Blok: “Als het moest, dan schreef ik er zelf nog even een stukkie bij”) en samen veroveren ze de markt. Voor de verkoop wordt André Klinkert erbij gehaald, die van Smit de opdracht krijgt zoveel mogelijk te gaan lunchen met de advertentie-inkopers. Klinkert kwijt zich kundig van zijn taak en de advertenties stromen binnen. Met de komst van Tom Lucas als hoofdredacteur komt de redactie tot leven. Lucas is volgens Smit ‘de grootste cowboy van allemaal’. Smit: “Hij presteerde het rustig om op vrijdagavond iemand voor het weekend naar het buitenland te sturen en dan kwaad te worden als ze protesteerden.” Uiteindelijk is Lucas – die overigens niet aan dit verhaal wil meewerken – met negen jaar de langst zittende hoofd-redacteur uit de geschiedenis van het blad geworden. Hij slaagt erin MT een journalistieker gehalte te geven. Hij neemt talenten aan als Marcel Möring, de latere romancier, en verslaggever Jan Hoedeman, die furore zou gaan maken bij de Volkskrant. Onder de freelance medewerkers vinden we de namen terug van detectiveschrijver Appie Baantjer en sportjournalist Herman Kuiphof. In onderwerp-keuze wordt MT maatschappijgerichter. Wat te denken van de cover van
17 juni 1986: ‘Tolereert u een Turk in de top?’, over discriminatie op de werkvloer. En het interview rukt op. Zo staat begin 1985 Pieter Lakeman op de cover, komt in 1986 Herman Wijffels voor het eerst aan het woord en heeft in november van datzelfde jaar Marcel Möring een prettig gesprek met ene Nina Aka, begin dertig en directeur bij Epson. De latere Nina Brink is genomineerd voor de tweede editie van de verkiezing van de Manager van het Jaar en vertelt zonder met haar ogen te knipperen “een voorstander te zijn van consensusmanagement.” Jaren later, eind 2000, als
freelance medewerker Peter Olsthoorn een onthullend portret over haar schrijft voor MT, zal blijken dat consensus nou net niet haar specialiteit is geweest.
Brink reageert als door een wesp gestoken en begint een rechtszaak tegen blad en auteur. Dagelijks hangt ze aan de telefoon met hoofdredacteur Hans Verstraaten. Ook ’s avonds en ook thuis. Die rechtszaak loopt overigens nog steeds. Maar het blad blijft groeien. Er wordt besloten van een maandelijkse frequentie over te stappen op een tweewekelijkse. Extra vaste redacteuren mogen niet aangenomen worden, dus moet er een netwerk van freelancers worden opgebouwd, dat vanaf de tweede helft van de jaren tachtig steeds belangrijker wordt voor het blad. Er zijn periodes geweest dat MT voor zo’n 100 procent door freelancers werd volgeschreven, terwijl de (romp)redactie zich alleen bezighield met bedenken, coördineren en redigeren. Elke veertien dagen verzamelt zich een delegatie freelancers in het altijd gezellige Veenendaal, waar de redactie is gevestigd, voor een vergadering annex brainstormsessie. Sommigen hebben honderden pagina’s in het blad geschreven zonder ooit in vaste dienst te zijn geweest.

Manager van het jaar

En dan is er in 1985 de eerste verkiezing van de Manager van het Jaar (die gedurende de jaren tachtig als MKB Managementverkiezing door het leven ging). De eerste editie vindt plaats in 1985, met Anton Dreesmann als juryvoorzitter. Smit begreep dat, wilde de verkiezing een succes worden, hij grote namen nodig had. Elk jaar weer vormt de jury een line up van kopstukken uit het bedrijfsleven, de politiek en het vakbondswezen. Mensen als Sergio Orlandini, Floris Maljers, Willem Vermeend, Lodewijk de Waal en Martin Schröder verschaffen het evenement en de bijbehorende titel enig gewicht.Ondertussen is het succes van MT niet onopgemerkt gebleven. Elsevier ziet zijn gelijknamige weekblad op de advertentiemarkt eind jaren tachtig regelmatig voorbij gestreefd worden, om van zakenblad Fem nog maar te zwijgen. Het is de hoofdredacteur van ‘ Fem’ die in 1985 voor het eerst aan Smit vraagt of zijn blad te koop is. Smit is geïnteresseerd, maar krijgt ook een telefoontje van Rob van den Bergh, dan uitgever bij VNU, die Smit vraagt om, mocht hij op het punt staan een beslissing te nemen, altijd eerst nog even met hem te bellen. Elsevier zet door en in oktober 1986 moet tijdens een diner een afrondend gesprek plaatsvinden. Maar als de Elsevier-delegatie zijn rigoureuze plannen met het blad openbaart (de hele boel moet uit elkaar getrokken worden), vergaat Smit de eetlust. De volgende dag belt hij Van den Bergh van VNU, die op zondagochtend langs komt. “Hoe zou het zijn als jullie het blad in etappes overnemen?”, vraagt Smit. Van den Bergh overlegt even met VNU-commissaris Ypema en komt terug met groen licht. Het team van MT kan bij elkaar blijven, in 1986 gaat 50 procent van de aandelen over naar VNU en in 1991 nog eens 50. Het bedrag is ongeveer even hoog als wat Elsevier geboden had: zo’n 20 miljoen gulden. Smit kan zich gaan opmaken voor een comfortabele oude dag.
Het redactionele tijdperk Ton Lucas eindigt in 1996. Hij wordt opgevolgd door een aantal tussenpauzen, die op de achtergrond vanaf 1997 hoe langer hoe meer gesouffleerd worden door Hans Kruyzen. Kruyzen is vanaf 1997 chef verslaggeving en later chef-redactie, maar opereert vanaf 1998 in feite als hoofdredacteur. Hij stuurt het blad richting de digitale revolutie die op uitbarsten staat. In 1998 bijvoorbeeld, als minister van Economische Zaken Hans Wijers de dan nog vrij onbekende Roel Pieper opzoekt in Silicon Valley om inspiratie op te doen voor de digitale revolutie in Nederland. Samen sieren ze de cover, onder de kop Digital Dutch. Freelancers als Peter Olsthoorn en Peter van Lonkhuyzen komen, pioniers onder de internet-journalisten. En als dan de hele hype losbarst, breekt voor MT een ongekende voorspoed aan. Die wordt mede aangezwengeld door wat vanaf 1997 ‘De beste en slechtste onderneming’ gaat heten. 400 Managers wordt gevraagd wat in hun ogen de best en de slechtst presterende ondernemingen van dat jaar zijn. De ranglijst die daaruit volgt groeit in belang en brengt het in 2000 zelfs tot het 8 uur-journaal. Het jaar 2000 is sowieso een recordjaar. Met het omhoog ijlen van de beurskoersen van alles wat naar internet ruikt, groeit Management Team tweewekelijks uit tot het formaat stoeptegel.

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Managers in de file

Kruyzen is dan alweer vervangen door Hans Verstraaten, die een in de journalistieke wereld met veel verbazing begroete overstap maakt van Nieuwe Revu naar MT. Verstraaten voltooit de transformatie van dor vakblad voor mkb’ers naar opinieblad voor managers in het bedrijfsleven. Managers in de file worden geportretteerd en ze mogen gaan vertellen hoe lang hun werkweek eigenlijk is. Het thema Work/Life – over de verhouding tussen werk en vrije tijd – wordt meer en meer uitgebouwd. Verstraaten brengt het blad opnieuw in de losse verkoop. Hij heeft een vijfjarenplan in zijn hoofd, maar bezwijkt na twee jaar voor een aanbod van uitgever Readers House, waar hij zich met name op gesponsorde autobladen stort. Onder zijn opvolger, de huidige hoofdredacteur Peter Rikhof, wordt een oude wens gerealiseerd: uitbreiding van het aantal vaste redacteuren. Het blad moet een krachtiger eigen stem krijgen en dat is alleen mogelijk als het met meer vaste mensen gemaakt wordt. Meer nog dan zijn voorgangers richt Rikhof zich op ‘de mens achter de manager’. Diens gezondheid komt aan de orde en diens agenda. En hij kan lezen hoe zichzelf zo goed mogelijk te verkopen in het cover-item ‘Egomarketing’. Dat is nodig, want de tijden van overvloed zijn dan immers voorbij. De internetbel is uiteengespat en fraudegevallen als Enron, Worldcom en dichter bij huis KPN/Qwest laten een gure wind over de beurzen waaien. MT heeft allang het formaat stoeptegel niet meer, maar zelfs bij een dramatisch ingestorte advertentiemarkt blijkt het blad in staat zijn marktaandeel onder de Nederlandse managers te vergroten.Vijfentwintig jaar Management Team. Er is eigenlijk geen enkele reden te bedenken dat daar niet nog eens vijfentwintig jaar bij kan. Want de manager, hij (en zij) managet voort.