Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Management – Persoonlijke aansprakelijkheid

‘Sorry, ik wist er niets van’ is geen excuus meer. Nederlandse
beleggers en toezichthouders halen steeds makkelijker verhaal bij bestuurders en commissarissen. Persoonlijke aansprakelijkheid hoort bij het risico van het vak. Hoe dekt u zich in?

Boze klanten van kozijnenboer Exakta lieten vorige maand weten dat ze de directieleden persoonlijk aansprakelijk willen stellen voor een mislukte geldterugactie. Claim wegens wanbeleid: zestien miljoen euro. Een ander voorbeeld: het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wil verhaal halen bij een voormalige directeur, vier toezichthouders en de huisaccountant van verpleeghuis De Braamberg, wegens miljoenenschulden. Volgens VWS moet de rechtszaak leiden tot een ‘model-aanpak’ voor persoonlijke aansprakelijkstelling van falende bestuurders, interim-managers en accountants in het (semi-)publieke domein. Met andere woorden: dat gaat vaker gebeuren. Niet alleen de celebrity ceo’s van Ahold en Enron, ook gewone stervelingen aan het roer van een onderneming, stichting of vereniging worden steeds vaker persoonlijke aansprakelijk gesteld voor miskleunen en fraude. Ook in Nederland.
Want hier treden het Openbaar Ministerie en de Autoriteit Financiële Markten steeds harder op tegen prutsende bestuurders, commissarissen en desnoods ‘mede-beleidsbepalers’, leden van het hoger management. Andere partijen waarvan blunderende bestuurders te duchten hebben? Kwade klokkenluiders, assertieve klanten en crediteuren, belazerde particuliere beleggers en ontevreden pensioenfondsen, in hun beroepseer aangetaste accountants en zelfs collega-bestuurders en commissarissen. De wettelijke mogelijkheden voor aansprakelijkheidstelling bestonden al, maar de laatste jaren worden ze ruimhartiger opgevat, is de controle aangescherpt en halen gedupeerden steeds gretiger hun recht. Daar zijn geen Amerikaanse toestanden voor nodig en daarvoor hoeft de schade niet eens opzettelijk te zijn veroorzaakt.

Soft
Twee ex-bestuurders en twee ex-commissarissen van Ahold krijgen het zwaar te verduren. Hun voormalige werkgever gaat de acht miljoen euro claimen die het concern kwijt was om de zaken glad te strijken met het Openbaar Ministerie. In de Verenigde Staten staan beleggers klaar om diezelfde Nederlanders aansprakelijk te stellen voor hun verliezen op de beurs. De Nederlandse Vereniging van Effectenbezitters heeft de mannen laten lopen ten gunste van een snelle schadevergoeding door Ahold, zoals directeur Peter Paul de Vries met enige spijt in zijn stem toegeeft. “Het was een mooie zaak geweest, maar onderzoek en rechtszaken blijven een kosten-batenafweging.” Vergist u zich intussen niet: de VEB heeft nog genoeg andere zaken tegen falende bestuurders en commissarissen lopen. Tegen strafrechtelijk veroordeelde bestuurders van het failliete IT-bedrijf Landis bijvoorbeeld. “Ze zijn niet de eerste en zullen zeker niet de laatste zijn,” waarschuwt De Vries, die zijn club nog wat soft vindt vergeleken met Amerikaanse evenknieën. “Die zijn pas radicaal, helemaal hier want ze hebben geen relatienetwerk dat ze zouden kunnen schaden.”
De toenemende risico’s hebben effect op de gesprekken in bestuurskamers, bevestigt Kees van Lede, al drie jaar op rij de machtigste commissaris van Nederland. Hij vreest risicomijdend gedrag. Maar dat gaat volgens hem niet zover dat in de organisaties waarin hij actief is (onder meer Akzo Nobel, Insead en Heineken) notulen worden geschreven om aansprakelijkheidstelling van bestuurders te voorkomen. Wel kijkt een jurist altijd even de tekst na, zo vertelt hij. En naar Angelsaksisch gebruik komen er geen namen in de notulen terecht, tenzij op uitdrukkelijk verzoek. “Consensus is in de Nederlandse bestuurskamer nog altijd belangrijk. Als een besluit minder goed uitpakt, dan wordt het niet op prijs gesteld als je zegt: ik heb jullie gewaarschuwd. Voor toezichthouders kan dit een duivels dilemma zijn,” aldus Van Lede.

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Vrijwaringen
Indekken tegen foutjes en blunders is zo langzamerhand niet alleen een teken van bestuurlijke onzekerheid, paranoia of een slecht geweten. Daarvoor zijn de risico’s te groot. Bij hun aantreden bij een beursgenoteerd bedrijf vragen de meeste bestuurders en commissarissen inmiddels om een bestuurders-aansprakelijkheidsverzekering. Volgens het Nederlands Centrum van Directeuren en Commissarissen is dit nog niet het geval in kleinere bedrijven en de non-profitsector. “Veel mensen denken liever niet aan risico’s en vinden dat hun best doen, goed genoeg is,” is de ervaring van Yvette Borrius, advocaat ondernemingsrecht bij Höcker Rueb Doeleman en docent corporate litigation. “Ze realiseren zich niet dat ze formele eindverantwoordelijkheid dragen en dus persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld. Maar er zijn er ook die juist onzekerder zijn geworden door alle berichten in de krant. Ze willen precies weten wat de verzekering zal dekken en vragen zich af wat nu nog goede ondernemingsbesluiten zijn.” Volgens Borrius laten kandidaat-bestuurders en commissarissen ook steeds vaker zelf onderzoek uitvoeren naar de gezondheid van het bedrijf waarmee ze overwegen in zee te gaan. Om later niet verantwoordelijk te zijn voor lijken in de kast die daar al lagen voor hun aantreden. Maar helemaal te voorkomen is dat natuurlijk nooit.De dure aansprakelijkheids-verzekeringen zijn slechts onderdeel van een verder ontluikende indek-industrie met consultants die risicomanagementadviezen verkopen en onderzoekjes doen om directiebesluiten te rechtvaardigen. Wat bijvoorbeeld aan populariteit wint, zijn zogenoemde ‘vrijwaringen’, waarin bestuurders op voorhand bedingen dat ze niet aansprakelijk kunnen worden gesteld door hun eigen werkgever. Vaak gaat het dan om beleidsonderwerpen waar een bepaalde bestuurder geen verstand van heeft en dus ook niet op wil worden afgerekend. Een waterdichte garantie zijn dergelijke vrijwaringen en disclaimers overigens niet, weet Hugo Reumkes, advocaat ondernemingsrecht bij kantoor Van Doorne. “De wet kun je niet wegschrijven. Alle bestuurders behoren op de hoogte te zijn van de financiële situatie van de organisatie, niet alleen de financieel directeur. De directie is gezamenlijk verantwoordelijk en gezamenlijk hoofdelijk aansprakelijk als het misgaat.” Dus achteraf bij foute jaarcijfers of financiële beslissingen zeggen: ja maar ik houd mij alleen bezig met personeelszaken of marketing, dat gaat niet op. Toch is het volgens Reumkes verstandig om een taakverdeling op papier te zetten, al is het maar om elkaar te kunnen aanspreken op fouten. En in een enkel geval kun je toch de dans ontspringen, als bijvoorbeeld een bestuurder op eigen houtje een desastreus besluit heeft genomen, waarvan de rest geen notie kon hebben. Ook de vrijwaring is in het bedrijfsleven inmiddels gebruikelijk, in de semi-publieke sector nog niet. Terwijl de risico’s daar minstens zo groot zijn.

Krokodillentranen
Dat de angst voor aansprakelijkheidstelling effect heeft op de dagelijkse bedrijfsleiding en toezicht door commissarissen, daaraan twijfelt De Vries van de VEB geen moment. Maar dat bestuurders en commissarissen zeggen gek te worden van de regeltjes en codes, en dat er van ouderwets ondernemerschap weinig meer terechtkomt, dat vindt hij sterk overdreven. “Bestuur en toezicht moeten gewoon professioneler gebeuren. Regels helpen daarbij.” En de regels zijn volgens Huub Willems, voorzitter van de Ondernemingskamer, klip en klaar als het om behoorlijk bestuur gaat. Hij noemt redelijkheid en billijkheid als maatstaven. Rechters oordelen namelijk altijd achteraf en treden daarbij niet in de vraag wat acceptabele risico’s zijn van ondernemingsbesluiten, en wat niet. “Neem supermarktconcern Laurus. De beslissing om Casino aan te kopen met het idee dat het dan wel goed zou komen met Laurus, pakte verkeerd uit. Alleen maakt zo’n misrekening nog geen wanbeleid, en zal het bestuurders dus ook niet persoonlijk aansprakelijk maken bij de civiele rechter. Als een bestuurder eigenbelang laat prevaleren boven het belang van de onderneming, dan zit hij fout,” aldus Willems. Zo bezien lijkt het voldoende te handelen naar eer en geweten om te ontkomen aan nare enquêteprocedures bij de Ondernemingskamer, de hete adem van de AFM en het OM en – oh afschuw – verlies van huis, haard en vermogen in een civiele procedure. Maar blijft er niet een grijs gebied over waarin zelfs een eerlijk mens verdwaald zou kunnen raken? Helemaal nu steeds meer zaken over de grens spelen, zoals bij Amerikaanse moederbedrijven. Zoals bekend staan in de Verenigde Staten het Openbaar Ministerie en de Securities and Exchange Commission klaar om korte metten te maken met bestuurders die over de schreef gaan. De regels van Sarbanes-Oxley vereisen bijvoorbeeld dat de ceo en cfo tekenen voor de juistheid van de jaarcijfers. Dat legt grote druk op hun schouders, ze moeten er maar vanuit gaan dat alle onderdelen van hun concern juiste gegevens hebben aangeleverd. Daarom eisen de Amerikanen dat alle managementlagen apart tekenen voor hun bijdrage. Met zo’n kerstboom van verklaringen, kun je bij problemen altijd het lek vinden, zo is het idee. Pas sinds dit jaar moeten ook bestuurders en financiële directeuren van Europese bedrijven met hun handtekening garant staan. Blijken achteraf de cijfers niet te kloppen dan volgen er zware sancties. In Amerika. De Vries: “Bij twijfel zou ik mijn advocaat even bellen voor een vlucht naar New York.” Inmiddels zitten er al genoeg afschrikwekkende voorbeelden in het Amerikaanse gevang. De heren van Enron: kaalgeplukt door gedupeerde beleggers en door de staat gestraft. De heren van Worldcom: eveneens geknipt en geschoren. Koekjesbakker Martha Stewart mocht ook achter tralies haar zonden overdenken. De SEC mag dan voorlopig klaar zijn met Shell (miljoenenschikking), maar Amerikaanse beleggers zijn dat nog niet met enkele (ex-)bestuurders van het concern. Om maar te zwijgen over wat ze in petto hebben voor de voormalige bestuurders van Ahold. Volgens advocaat Borrius missen deze spraakmakende zaken hun uitwerking niet op Nederlandse bestuurders die te maken hebben met de Verenigde Staten. “Ik weet dat sommigen er letterlijk nachtmerries van hebben als ze hun handtekening moet zetten. Maar als je volgens Nederlandse maatstaven naar eer en geweten hebt gehandeld en je risicomanagement en controlebeleid zijn in orde, dan moet het goed zitten.”