Geen producten in de winkelwagen.
De samenstelling van de Ondernemingskamer deugt niet. Dat vindt Pieter Lakeman, voorzitter van de Stichting Onderzoek Bedrijfsinformatie.
Een kwart van de ‘raden’ is volgens hem financieel verbonden aan een van de vier grote accountantskantoren in Nederland. In een persbericht bestempelt Lakeman dit als een ongewenste zaak, omdat in veel zaken van de Ondernemingskamer het werk van accountants wordt beoordeeld. De Ondernemingskamer, onderdeel van het Amsterdamse gerechtshof, bestaat uit drie leden van de rechterlijke macht en twee zogeheten raden. Dit zijn deskundigen die mee rechtspreken maar niet uit de rechterlijke macht zelf afkomstig zijn. Zij worden per zaak aangewezen uit een groep van veertien vaste raden.
Lakeman geeft op de website van Sobi een voorbeeld van wat hij omschrijft als ‘risico’s van belangenverstrengeling.’ Vorig jaar werd een oud-bestuurslid van Ernst & Young op verzoek van Sobi in een jaarrekeningzaak tegen Reed Elsevier als deskundige vervangen. Ernst & Young speelde een rol in de zaak, omdat het accountantskantoor de jaarrekening van zuivelcoöperatie Heino Krause had goedgekeurd. De Ondernemingskamer vernietigde dit jaarverslag in 1998 omdat gepleegde fraudes onvoldoende waren weergegeven.
Andere zaken die nu spelen zijn die tegen Buhrmann (met accountant PricewaterhouseCoopers) en Akzo Nobel (Deloitte & Touche). Lakeman heeft de voorzitter van de Ondernemingskamer, Huub Willems, gevraagd een einde te maken aan de in zijn ogen ‘oprukkende’ belangenverstrengeling. Willems liet via landelijke dagbladen weten niet van plan te zijn hier iets aan te doen.
