Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Kuyichi

Het hippe kledingmerk Kuyichi is twee jaar geleden opgezet om én sociaal en biologisch verantwoord te ondernemen én winst te maken. Geen vanzelfsprekend huwelijk, erkent directeur Tony Tonnaer. Maar het kan wel.

“Ik verwacht in 2004 de eerste biologische denim te produceren, dus zonder pesticiden en kunstmest. De velden zullen worden bemest met vogelstront en insecten met wormen bestreden. De projecten voor jeansproductie in Zuid-Amerika zijn tot nu toe niet succesvol geweest. Jeans maken we nu in Tunesië. Niet alle beloftes waren realistisch. We konden, bleek achteraf, niet binnen twee jaar van reguliere productie naar biologische productie. Daarom denk ik dat Kuyichi zijn marketing in het begin iets te opportunistisch heeft aangepakt. “De overgang naar volledige biologische katoen is een geleidelijk proces. Het T-shirt dat ik aan heb is wel al van biologisch katoen. Dat is vrij eenvoudig te maken, maar denim is een ander verhaal, dat is veel bewerkelijker. Wij willen naar een compleet verticaal ketenbeheer van katoen tot gereed product waarin een extern bureau alles controleert: dat er schoon gewerkt wordt, geen kinderarbeid is, recht op vakbonden, normale salarissen et cetera.
“Er zijn twee speerpunten, Peru en India. Daar ligt onze eerste ambitie om die verticale ketens op te bouwen. We doen ook wat in Turkije. Winterjassen bijvoorbeeld kun je gewoon niet goed produceren in Peru of India. Dat is niet helemaal volgens ons concept, maar uiteindelijk hebben we ook winterjassen nodig in de collectie. Die pushen vervolgens ook de verkoop van biologische T-shirts uit Peru. Onze fabrieken hebben nu een echte certificering van Skal die extern door Veritas, een Nederlands bureau, wordt gecontroleerd. Levi’s code of conduct is redelijk gelijkwaardig, maar er is geen garantie dat het overal wordt toegepast. De certificering kost wel geld. Als je al je fabrieken wilt laten keuren, moet je allerlei aanpassingen doen. “Fair trade drukt onze marge niet heel erg, omdat wij het merk hoog in de markt hebben gepositioneerd. De prijzen voor onze spijkerbroeken variëren tussen de 79 en 109 euro. Natuurlijk leveren we wel iets marge in, maar we hebben een gewone winstdoelstelling. Wij willen aantonen dat je met deze bedrijfsvoering een gezond bedrijf kan zijn en kan concurreren met de grote merken. In dit opzicht zijn we een echte voorloper. Er is een nieuw, realistisch businessplan gemaakt en daar heb ik me aan geconformeerd. In 2005 zijn we winstgevend. De kledingindustrie is een tak waarin veel bomen worden geplant en waar veel bomen worden gekapt. Banken zijn bij kledingbedrijven wel extra kritisch en verlangen extra zekerheden. Wij hebben als voordeel dat stichtingen als Solidaridad, de initiatiefnemer van Kuyichi, ons steunen met garanties zodat wij gemakkelijker leningen krijgen.“Ik werk hier pas een half jaar. Begin dit jaar ben ik benaderd door stichting Solidaridad om Kuyichi wat meer internationaal op de kaart te zetten. We willen ook in Europa een speler worden. Wij zijn begonnen in Italië, waar onze kleding in veertig winkels ligt. Verder liggen we in Zweden en in België. Voor volgend jaar winter beginnen we met Spanje, Engeland, Zwitserland Oostenrijk, Duitsland. Het is ook mijn opdracht het fair trade-karakter meer te ontwikkelen.
“In Nederland gaat het echt heel goed met Kuyichi. Oké, het verwachte marktaandeel van 3 procent hebben we niet gehaald, maar volgend jaar verkopen we wel zo’n 150.000 kledingstukken. Op dit moment ligt Kuyichi in honderd winkels. Sommige retailers als de Bijenkorf of Maison de Bonneterie vinden ons concept waanzinnig interessant, de retailer op de hoek wat minder. Die kijkt vooral naar de marge. Er zijn nog geen zelfstandige winkels, maar als we in Nederland een sterke merkbeleving hebben, dan zouden we dat wel aandurven. “Mensen kopen Kuyichi niet omdat het gemaakt is van biologisch katoen of omdat het op sociaal verantwoorde wijze vervaardigd is. Mensen moeten gewoon direct kunnen kiezen tussen een Diesel, G-Star, Reply of een Kuyichi. De laatste trend in spijkerbroekenland is dat de modellen weer strakker worden. Die hele wijde flair gaat eruit. Het gaat terug naar de jaren tachtig: lekker strak. En qua wassing wordt het minder agressief. De natuurlijke look raakt weer in. Die witte vlekken op je billen verdwijnen.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.