Geen producten in de winkelwagen.
Jongeren zijn optimistisch over de economie. Desondanks vrezen ze voor hun eigen kansen op de huidige arbeidsmarkt.
Dat blijkt uit onderzoek van het ministerie voor Jeugd en Gezin onder jongeren tussen de 14 en 23 jaar oud. Enkele opvallende conclusies op een rij:
De crisis
De oorzaak van de crisis ligt grotendeels bij de banken. Toch vindt slechts een vijfde van de jongeren dat de financiële wereld voldoende lessen getrokken heeft uit de economische crisis. Maar hoe gaan we de lasten van de economische crisis verdelen? Jongeren hechten aan een eerlijke verdeling blijkt uit het onderzoek: 44 procent van de jongeren vindt het (zeer) terecht dat door iedereen (jong én oud) moet worden bezuinigd. 21 procent vindt dat (zeer) onterecht.
De economie
Ruim een derde van de jongeren beschouwt de economische crisis nog steeds als (zeer) ernstig. Jongeren in de leeftijdsgroep 19-22 jaar vinden de crisis ernstiger dan jongeren van 15-18 jaar. Vergeleken met een peiling van een half jaar geleden zijn jongeren iets minder somber over de crisis. Dat blijkt ook wel uit het feit dat bijna een kwart van de jongeren vindt dat de economie al aantrekt. Een overgrote meerderheid (63%) denkt echter dat de economie pas in 2011 of later gaat aantrekken.
Arbeidsmarkt
Meer zorgen zijn er over de kansen op de huidige arbeidsmarkt. Slecht 8 procent heeft het idee dat de arbeidsmarkt momenteel alweer aantrekt. Een overgrote meerderheid van de jongeren (78%) denkt dat de arbeidsmarkt pas in 2011 of later gaat aantrekken. Over hun persoonlijke positie op de arbeidsmarkt zijn jongeren minder bezorgd dan over de arbeidsmarkt in het algemeen. Toch verwacht twee derde dat er door de economische crisis minder banen voor jongeren beschikbaar komen. Opvallend is dat met name hoger opgeleiden pessimistisch zijn over het aantal beschikbare banen.
Tweederde van de jongeren vindt dat jongeren die net hun opleiding hebben afgerond, nu moeilijker een baan kunnen vinden dan twee jaar geleden. Ruim de helft twijfelt dan ook of ze bij het zoeken naar een baan er een kunnen vinden die aansluit bij hun wensen. Daarnaast geeft een derde van de werkende jongeren – met name laagopgeleiden – aan vanwege de crisis niet op zoek te (durven) gaan naar een nieuwe baan. Niet geheel onterecht, want 58 procent verwacht dat leeftijdgenoten met weinig of geen opleiding de komende tijd geen kans maken op een baan. Ze vrezen dat laaggekwalificeerde banen zullen worden ingenomen door beter opgeleide jongeren.
