Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Hoe gebruikt uw organisatie social media?

Veel bedrijven doen maar wat op social media. Zonder doel wordt er wat getwittert en in alle enthousiasme ziet een nieuwe Facebook- fanpagina het licht.

Sommige ondernemingen zijn echter veel verder en hebben social media al geintegreerd in hun bedrijfsvoering. De verschillen in volwassenheid zijn dus groot. In dit leest u over de vier fasen die uw organisatie daarbij kan doorlopen.

Fase 1: Ad hoc

Dit is het niveau waar personeel op eigen initiatief social media individueel gebruiken. Het gebruik is ongestructureerd en vanuit de organisatie gezien weinig doelgericht. Enkele medewerkers hebben bijvoorbeeld een Twitter-account en/of een Facebook-pagina. Kenmerkend is dat individuele activiteiten niet structureel bijdragen aan de organisatiedoelen. Medewerkers zetten social media veelal in op persoonlijke titel, voor eigen doelen en interesses, waarbij zakelijke en privé vaak door elkaar lopen.

Fase 2: Experimenteel

In deze fase heeft de organisatie social media als fenomeen geaccepteerd en is zij gestart met een serieuze verkenning van social media. Medewerkers zijn bijvoorbeeld gestart met een corporate Twitteraccount, links naar social media op de website of het plaatsen van filmpjes op YouTube. De initiatieven zijn experimenteel van aard en men evalueert de experimenten om van de ervaringen te leren. Afdelingen nemen zelfstandig initiatief, zoals een marketingafdeling, Human Resources of Research & Development. Er ontstaat behoefte aan beleid en een strategie om de initiatieven meer doelgericht te maken en controle te verkrijgen op individuele acties. Het ontvangen en teruggeven van reacties is ongestructureerd en afhankelijk van de kwaliteit en het initiatief van de individuele medewerker.

Fase 3: Functioneel

Dit is het niveau waarop de organisatie social media doelgericht ten dienste van de organisatie inzet en als volwaardig middel integreert met bestaande processen. Men zet social media in voor de activiteiten waar men denkt dat het een toegevoegde waarde heeft, bijvoorbeeld voor marketingcampagnes. Enkele medewerkers zijn bijvoorbeeld erg actief op Twitter of hebben een blog. Men communiceert via social media met klanten, leveranciers en partners. De grenzen tussen afdelingen vervagen. Men stelt een beleid en best practices op voor het gebruik van social media. De uitvoering van het beleid wordt belegd en mogelijk wordt er een ‘social media manager’ aangesteld. Het ontvangen en geven van reacties is gestructureerd en de resultaten van social media monitoring tools worden structureel gebruikt.

Fase 4: Transformatie

Zodra de grenzen tussen de organisatie en ‘de buitenwereld’ vervagen, bereikt een onderneming deze vierde fase. De organisatie en haar stakeholders transformeren naar een samenwerkingsnetwerk dat nieuwe waarde creëert door de inzet van social media. Social media zijn volledig geïntegreerd in de strategie en bedrijfsvoering, waardoor de organisatie concrete resultaten haalt met bijvoorbeeld co-creatie of social lead Management. Men zet social media doelgroepgericht en strategisch in en gebruikt tools om belanghebbenden en influencers te benaderen en samen met hen initiatieven voor waardecreatie te ontplooien.

Herkent u één of meer fasen? En in welke fase bevindt uw onderneming zich momenteel? Voel u vrij om te reageren met vragen, opmerkingen of suggesties!

Over de auteur: Jos Veldwijk is social media-specialist op het gebied van B2B en eigenaar van Veldmerk.

Over het Podium: Ook uw visie geven op ontwikkelingen binnen uw vakgebied? Plaats een artikel op MT Podium. Log in op mt.nl/profiel en voeg onder 'activiteiten' uw artikel toe. Interessante bijdragen worden meegenomen in de nieuwsbrief en op home geplaatst. MT Magazine publiceert bovendien periodiek 'Het beste van MT Podium'.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Alles wat u moet weten over social media vindt u in het speciale dossier op MT.nl.

Lees ook: Zo krijgt u een directeur aan het twitteren