Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Gunter Pauli: ‘De natuur heeft voor alles een oplossing’

Foto: Marc Nolte

Voor elk probleem weet deze groene goeroe een ecologische uitweg. ‘Als de groene businesscase klopt, kan niemand het weigeren.’

Schijnbaar achteloos gooit Gunter Pauli een plastic zakje met witte korrels op tafel. ‘Afval uit de mijnindustrie’, zegt hij, met een veelbetekenende glimlach. Het mag dan afval zijn, waardeloos is het niet, aldus de groene goeroe. ‘Want wij maken er papier van.’ Even laat hij een stilte vallen, alsof hij zijn gehoor wil laten voelen dat papier uit afval op zich nog niet bijzonder genoeg is. ‘Zonder water’, voegt hij er dan aan toe. Het tekent de werkwijze van de Belg, die 200 dagen per jaar de wereld rondreist om nieuwe, duurzame methoden van werken te propageren. Noem een probleem en terwijl u wacht, transformeert chemicus Pauli het tot een oplossing. Geïnspireerd door de natuur om hem heen. ‘Je moet het gewoon leren zien’, zegt hij.

150 plantensoorten

WIE IS GUNTHER PAULI?

Gunter Pauli (1956) maakte het duurzame schoonmaakmiddelen­bedrijf Ecover groot, maar stopte
als ceo toen hij ontdekte dat de palmolie die hij nodig had, geproduceerd werd op plekken
in Indonesië waar eerst oerbos had gestaan. Van zijn boek uit 2010, De Blauwe Economie, werden meer dan één miljoen exemplaren verkocht en het verscheen in 36 talen. Meer dan 200 dagen per jaar is hij van huis om ergens ter wereld zijn ‘evangelie’ te verkondigen. Gunter Pauli haalde zijn MBA aan INSEAD in Frankrijk, en richtte in 1994 ZERI op: Zero Emissions Research and Initiatives, een netwerk van wetenschappers dat groene oplossingen onderzoekt voor hedendaagse problemen.

Zoals die lagere school in Laggarberg, Zweden, waar hij alle luchtfilters en reinigingssystemen verving door 150 verschillende plantensoorten, met verbluffend resultaat: lagere onderhoudskosten, kinderen die met meer plezier naar school gaan, significant minder verzuim en tegelijk de beste leerprestaties van Zweden. ‘En dat allemaal dankzij verse lucht, zuurstof via planten die elke 30 minuten de lucht in de klassen ververst. Het gevolg: steeds meer ouders sturen hun kinderen naar de school, waardoor de huizenprijzen stijgen in Laggarberg. Zover gaat dat dus.’

Olifantengras

Een ander voorbeeld van zijn succesvolle groene ideeën is het gebruik van olifantengras. Dit celluloserijke gewas kan dienst doen als grondstof voor de duurzame productie van zonnebrillen, patatbakjes, pinpassen, frisdrankflessen en energie. Daarnaast helpt de aanplant ervan sinds kort bij Schiphol ook tegen de ganzenoverlast. De beesten hebben er een hekel aan. Of denk aan de oesterzwammen die worden gekweekt op koffieprut. Ook een plan van Pauli. In Nederland stuurt onder meer restaurantketen La Place koffieresten naar een paddenstoelenkweker, die de eenmaal groot geworden zwammen weer terugbrengt naar de restaurants, waar ze ze vervolgens bijvoorbeeld bij de pasta serveren. Zo is de cirkel rond. Er zijn wereldwijd al ruim driehonderd bedrijven die met deze bijzondere oesterzwamkweek hun boterham verdienen.

Te baanbrekend

De laatste 20 jaar startte Pauli zo 183 projecten, die allemaal ergens ter wereld door lokale ondernemers worden uitgevoerd. Niet dat die projecten altijd lukken. ‘Sterker nog: meestal niet. We zijn te vroeg, te baanbrekend. Maar uiteindelijk gebeurt er vaak wel iets.’ Dat komt ook omdat hij gelooft in de onbegrensdheid van de menselijke creativiteit. ‘Als mensen een probleem schetsen, geef ik het liefst honderd oplossingen. Die kun je toch onmogelijk allemáál weigeren?’ En als men bereid is een idee te omarmen en als hij kan aantonen dat de businesscase klopt, ontkomen ze niet aan de groene oplossingen.

Professor in systeemdesign

Eigenlijk gelooft hij helemaal niet zo in businessplannen. Pauli heeft liever zoals hij zegt ‘een open mind’. En belangrijker: een klant. ‘Eén van mijn basisregels is: je moet pas een businessplan gaan schrijven als je eerste factuur betaald is. Niets is overtuigender voor een investeerder dan als je voor een wild plan al een klant hebt.’ Onlangs was hij nog in Spanje. Daar zijn dankzij zijn inspanningen nu zes bedrijven die petflessen en koffieprut omzetten in textiel. Eén van hen maakt van de flessen en de prut de stof voor de T-shirts die werknemers van Apple Stores dragen. Zo is er altijd wel een oplossing voor Pauli. ‘Ik ben professor in systeemdesign’, zegt hij. ‘Het gaat erom: je moet anders leren zien. Niet alleen anders denken. De antwoorden zijn er, overal om ons heen. Je moet alleen leren ze goed te gebruiken.’

Eeuwigheid

Hij illustreert dat met het voorbeeld van een hotel in Spanje, van de Sol Milla Groep, een van zijn grootste projecten. ‘We wilden een hotel met een levensduur van 500 jaar bouwen. We werden voor gek verklaard. Maar, zei ik: grote kathedralen bestaan toch ook allemaal al langer dan 700 jaar? Waarom zouden we dat nu niet meer kunnen?’ Het betekent natuurlijk heel wat als je daartoe besluit, geeft hij toe. ‘Je moet andere materialen gebruiken. Die lijken misschien minder milieuvriendelijk; in de balans geeft het toch een positief resultaat. En die balans is altijd mijn prioriteit. Een gebouw van 500 jaar schrijf je niet af. Moet je eens kijken wat dat allemaal scheelt.’ Het grote probleem in de wereld is volgens Pauli dat we te lineair denken. ‘Niets in de natuur werkt lineair. Als je dat loslaat, is meer mogelijk. We moeten stoppen met het idee dat de basis van alle plastics petroleum is. Ik heb niets tegen Arabieren, maar als we het hier ook kunnen maken, waarom zouden we het dan daar halen?’

Verwoestende oplossingen

Critici werpen hem tegen dat hij juist de bestaande, verwoestende economie in stand houdt door overal een oplossing te zien. ‘Dan vragen ze mij: stimuleert u de mijnbouw door hun afval te gebruiken? Nee. Ik neem de nadelen weg. Wij bouwen nu drie fabrieken in China waar we steen­papier maken, zonder water. Moet je zien wat een cashflow dat oplevert. Ik ben niet tegen het gebruik van een boom; ik vraag me alleen altijd of die boom niet beter gebruikt kan worden. Het moet niet meer opleveren dan het kost, het moet véél meer opleveren.’

Niets voor iets

UIT DE PRINTEDITIE VAN MT

Dit artikel is afkomstig uit de printeditie van MT. Vraag een abonnement aan.
Vaak betekent dat ook: het vervangen van iets door niets. ‘De ideale wereld is een wereld zonder schaarste. We moeten niet kijken naar wat er niet is, maar naar wat er wél is. De huidige schaarste omzetten in een genoeg, en daarna in overvloed. Wat wij nodig hebben is er allemaal allang. We hebben het alleen niet goed georganiseerd.’ In Latijns-Amerika kocht Pauli recent een mijnbouwconcessie, met het idee het om te vormen in bamboebouw. Een materiaal waar hij graag mee werkt, want: ‘Als je bamboe verbouwt, daalt de temperatuur van de bodem. Zo ontstaat meer regen.’ Een voordeel, in bepaald klimaat. ‘Van de verbouwde bamboe maken we woningen, 950 dollar per stuk. Prefab, morgen klaar. De rest gaat naar Kimberly Clark, die maken er tissues van. De economie laten groeien terwijl tegelijkertijd de bodem niet uitgeput raakt. Waarom zouden we dat niet op veel meer plekken in de wereld doen?’

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Nooit meer afval

Bang dat zijn leven te kort is om al zijn ideeën te verwezenlijken, is Pauli niet. ‘De fase van overvloed zal ik in mijn leven niet meer bereiken. Maar we zijn met 3.000 wetenschappers in ons netwerk, dus het werk gaat door. We hebben geïnspireerd ongeduld. We zijn dicht bij een omslagpunt. Vooral voor bedrijven, die zien dat dit de goede weg is. Zo’n convenant met een mijnbouwbedrijf, dat zingt rond hoor. Zo brengen we de koppeling terug tussen natuur en economie.’ Als we maar gewoon gebruikmaken van de materiaalstroom, is zoveel mogelijk, zegt hij. Maar composteren is daarbij niet goed genoeg. ‘We kunnen al het afval uit een vliegtuig composteerbaar maken. Natuurlijk, dat helpt al veel. Maar waarom maken we het mesje en vorkje niet ook gewoon eetbaar? Wie zo kijkt, ziet nooit afval.’

Optimistisch

Met 3D-printing kun je nu bijvoorbeeld tandimplantaten maken, gaat hij verder. ‘Voor die implantaten heb je titanium nodig. Dat kunnen we halen uit scheermesjes en oude telefoons, en bij crematoria. Geloof het of niet, maar onze crematoria sturen hun titanium nu naar China! Een Belgisch bedrijf heeft met dit titanium 95 procent van de tandenmarkt teruggewonnen van de Chinezen. En ze maken de implantaten voor de helft van de prijs. Als je weet wat de natuur allemaal kan, kun je niet anders dan optimistisch zijn over de toekomst.’

Meer over duurzaamheid?

mvo