Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

EXTRA: Computerlessen deel 2 (Google)

Op het oog zijn Microsoft en Google zeer verschillende bedrijven in verschillende markten. Maar onder de oppervlakte hebben de twee softwaregiganten meer gemeen dan menigeen denkt. Wat valt eruit af te leiden over de toekomst van 'bedrijf van de eeuw' Google?

Google

1 Oprichting
Op 4 september 1998 wordt ook Google opgericht door een duo techneuten; Larry Page (26-3-1973) en Sergey Brin (21-8-1973). Beiden zijn dan al 25 jaar oud, ruim 5 jaar ouder dan Bill Gates. Ofschoon ze opereren met een garageadres in Menlo Park in Silicon Valley is er direct al 1,1 miljoen dollar van investeerders, van onder meer een directeur van Sun Microsystems, waar Microsoft direct zelf geld verdiende. Een jaar eerder al was de naam Google.com vastgelegd. 'Googol' is de wiskundige term voor de numerieke eenheid van 1 gevolgd door 100 nullen, uit het boek ‘Mathematics and the Imagination'.

2 Afkomst en jeugd
De joodse ouders van Sergey Mikhailovich Brin verlaten op dramatische wijze Moskou in 1979, vader Michael's loopbaan als sterrenkundige wordt gedwarsboomd door de Sovjet-boycot van joden voor wetenschappelijke sleutelposities. Moeder Eugenia wil niet weg, maar doet het voor haar zoon.

Voor Larry Page is de joodse afkomst (moeder Gloria, softwaredocent aan de Michigan State University) van minder belang. Zijn vader dr. Carl Victor Page is één van de eerste computerwetenschappers, en aan dezelfde universiteit professor in de kunstmatige intelligentie. Beide ouderparen stimuleren de opleiding van hun zoons, maar ook ondernemerschap. Larry's broer Carl jr. sticht mede e-mail bedrijf eGroups, in 2000 voor 400 miljoen dollar aan Yahoo verkocht.

3. Scholing en ontmoeting
Larry Page haalt aan de universiteit bij zijn vader z'n bachelor in computerwetenschap. Hij valt op door een printer van lego te bouwen en wordt voorzitter van een natuurkundige studentenclub. Aan Stanford University haalt hij zijn Ph.D. Daar ook begint 'Google' in 1996 als onderzoeksproject van de afgestudeerde Larry Page, die ermee wil promoveren.

Brin haalt aan de University of Maryland met lof zijn bachelor in wiskunde en computerwetenschap. Ook hij mag met een beurs naar Stanford om zijn Ph.D. in computerwetenschap te halen. Hij doet ook even een MBA.

In 1995 ontmoeten ze elkaar wanneer Page een groep nieuwe studenten rondleidt, onder wie de schrandere Sergey Brin. Die brengt zijn opgedane kennis over dataopslag ('data mining') in om het zoeken in de enorm groeiende hoeveelheden webdata met behulp van de PageRank van Larry handen en voeten te geven.

4 Technische bakermat
Page ontwikkelt het idee dat, net als in de wetenschap, verwijzingen door derden bepalend moeten zijn voor het belang van een webpagina. Dat mondt uit in een systeem, BackRub. De term 'PageRank' wordt even later liever gebruikt, want dat verwoordde zowel de methode als de naam van de bedenker. Als Brin erbij komt met zijn kennis over data mining wordt de methode een zoekdienst. Samen schrijven ze hun methode eerst keurig wetenschappelijk neer in 'The Anatomy of a Large-Scale Hypertextual Web Search Engine', zonder nog enig zakelijk benul te hebben van de betekenis.

Dat komt ook daar juist in 1997/1998 de zoekdiensten van het web, zoals het dan dominante AltaVista, hun betekenis aan het verliezen zijn. Investeerders beginnen hun geld in te zetten op bundeling van diensten in 'portals', achteraf gezien geen slimme beweging. Maar het speelt Google in de kaart.

De zoekdienst draait op de computers van Stanford en doet daar een steeds groter aanslag op. Page en Brin moeten voortdurend bedelen bij vrienden en familie om extra harde schijven aan te kunnen schaffen. Maar de wetenschappers en it-chefs op Stanford zijn zelf de eerste intensieve gebruikers.

Ook Google heeft concurrentie. Ene Yanhong Li ontwikkelde met Gari Software het gelijksoortige Hyperlink Vector Voting. Maar dit systeem is niet gepatenteerd. Google kocht de concurrent ook niet op maar bleef bij de eigen uitvinding. In september 2001 pas verkreeg Google het patent voor PageRank.

5 Eerste zakelijk succes
In september 1998 begint Google in de garage van kennis Susan Wojcicki, de latere echtgenote van Brin. Er wordt een bankrekening geopend om de blanco check van Andy Bechtelsheim van Sun te verzilveren en schulden van de harde schijven af te betalen.

Nog vóór 1998 voorbij is volgt de definitieve doorbraak, als PC Magazine Google als haar favoriete zoekdienst in de top 100 sites van het jaar opneemt. De groei in gebruik is dan 20 procent per maand. Dat blijft nog jarenlang zo.

Een half jaar na de oprichting komt de grote stap met de verhuizing naar het eerste echte kantoor, en maar liefst 25 miljoen dollar aan investering van de beroemde fondsen Kleiner Perkins Caufield & Byers and Sequoia Capital. Anders dan Microsoft is Google heel snel een lieveling van Silicon Valley.

De Google webdienst groeit als vanzelf, maar daarmee nog niet de inkomstenstroom zoals Microsoft wel vanaf dag één kende. Pas in mei 1999 komt de eerste commerciële man in dienst – anders dan bij Microsoft met Ballmer – niet in een leidende rol: Omid Kordestani boekt succes met invoering van het baanbrekende systeem Google AdWords in oktober 2001 waarbij de eerste 350 klanten online op trefwoord hun reclame kunnen boeken. Pas in februari 2002 wordt het systeem rijp met uitbetaling van kosten per keer dat bezoekers op de commerciële link klikt ('pay-per-click').

Google AdSense is de uitbreiding van AdWords waarbij uitgevers op het web bij hun publicatie Google op trefwoord advertenties kan laten plaatsen. Ondanks de aanvankelijke onnauwkeurigheid van dit laatste systeem gaat het in rap tempo 40 procent van de omzet opleveren, AdWords blijft de kurk van Google.

Parallel aan Microsoft is deze financiële klapper van Google geen volkomen origineel product. Het fenomenale 'The Search' van John Batelle vertelt het verhaal van multi-ondernemer Bill Gross die met zoekdienst GoTo eerder dan Google een systeem van betaalde zoekresultaten introduceerde, begin 1998. Het werd als 'te commercieel' afgeschoten door journalisten, maar boekte wel succes. Dit GoTo kwam, onder de naam Overture bij Yahoo – dat ook AltaVista kocht – op de juiste plek. Maar inmiddels had Google een antwoord met AdWords en veroverde daarmee stormachtig de markt. Net als Microsoft kon doen met PC-Dos: maar qua markt was het bij beide een dubbeltje op zijn kant.

6. Strategie
Financieel is Google geen zoek-, maar een reclamemachine, net als Microsoft een codefabriek is met reproductie en veel marktmacht. Net als Microsoft na verloop van jaren met Windows, steunt Google voor een groot deel op één inkomstenbron: reclame verdelen over trefwoorden. Tot op heden blijft dat nog zo.

Deze kerncompetentie probeert Google ook naar andere media te brengen: zo verkoopt Google in de VS onverkochte advertentieruimte van ruim honderd kranten aan vooral het midden- en kleinbedrijf. Dat wil Google ook doen voor televisie en voor tijdschriften.

Zoals Microsoft dus haar besturing wilde uitbreiden naar mobiel en tv, wil Google haar reclamemachine inzetten voor alle media. Dat stuit op verzet, zoals van uitgevers die Google News bestrijden en bang zijn voor directe exploitatie van boeken van schrijvers met reclame van Google.

Google toon twee gezichten: enerzijds de gedisciplineerde, keiharde exploitatie van de commerciële kracht van het bedrijf: op relevante wijze reclame serveren op webpagina's, te beginnen in tekst maar straks ook met banners en video. Vooral de landenorganisaties, zoals in Nederland, worden op de bekende harde wijze op het pad van groei van inkomen en winst gehouden, tegen lage kosten.

Dat vormt bijna een paradox met het imago dat Google heeft van een bedrijf waar werknemers 20 procent van hun tijd ofwel één dag per week, vrij hebben om te innoveren. Want hoe fameus ook deze innovatiestrategie, in de praktijk heeft die weinig tot niets bijgedragen in termen van omzet en winst. De speeltuin van Google heeft aardige toestellen opgeleverd, zoals Google Apps, Google News, Gmail, Picasa en Google Earth, maar gebruikers willen meer dan iedere dag naar de speeltuin. 

7. Expansie
Met de officiële oprichting in 1998 neemt Google de eerste externe werknemer in dienst: mede-afgestudeerde Craig Silverstein van Stanford. Na vijf maanden verhuist Google met inmiddels acht – technische – werknemers naar Palo Alto. Nog een half jaar later verhuist Google naar Mountain View.

Ondanks de eenvoudige interface komt Google pas in mei 2000 met de eerste tien vertaalde sites, waaronder die in het Nederlands. In september volgen het Chinees, Japans en Koreaans. Yahoo erkent zijn meerdere in Google die standaard de zoekdienst levert op Yahoo.com, met het passeren van de 1 miljard webpagina's in de index. In augustus 2001, relatief laat, opent Google het eerste buitenlandse kantoor, in Tokio. Ook met verdere buitenlandse expansie is Google zuinig.

Vanaf 2002 brengt Google haar eerste zakelijke applicatie voor de pc: zoeken binnen bedrijven. Ook expandeert Google vanaf 2003 met webdiensten, om te beginnen met speciaal zoeken: in de nieuwsbronnen (Google News) en in producten (Froogle).

8. Bestuur en Binding
De eerste echt belangrijke benoemingen vinden plaats in januari 2001, met de Silicon Valley veteraan Wayne Rosing, en in maart met Eric Schmidt als algemeen directeur. Net als Paul Allen bij Microsoft, maar anders dan Bill Gates, verkiezen de oprichters van Google een plek op de achterbank. Met commissarissen als Paul Otellini (Intel), bestuurders van Stanford en Princeton en de investeerders Ram Shriram en John Doerr probeert Google dicht bij de wortels van Silicon Valley te blijven. De cultuur is zeker zo gesloten als die van Microsoft en in bijvoorbeeld public relations heeft Microsoft een slag naar openheid gemaakt waar Google (nog) niet aan toe is. Google bepaalt voornamelijk centraal wat er naar buiten komt, met ijzeren hand. Dat geldt ook op haar officiële weblog waarop onder berichten verschillende namen van functionarissen prijken.

9. Financieel
Jarenlang wordt over de beursgang van Google gespeculeerd en tot op het laatste moment loopt die stroef. De beursgang komt pas op 19 augustus 2004, met zo'n 20 miljoen aandelen tegen een veel lagere waarde dan aanvankelijk verwacht als gevolg van financiële kritiek: 85 dollar. De opbrengst van 1,7 miljard brengt de waardering op 23 miljard.

Brin en Page zijn beiden goed voor zo'n 20 miljard dollar beurswaarde, maar bewonen bescheiden appartementen en rijden een Toyota Prius uit principe. Ze doneren veel, Brin onder meer aan medische projecten zoals dat om Parkinson te genezen, de ziekte waaraan zijn moeder leidt. In mei verschijnt hun boek over hun waarden. Waar Bill Gates de eerste decennia zijn filosofie en energie volledig wijdde aan de software, met ondermeer vergezicht 'The Road Ahead', nemen Page en Brin meer afstand van hun zaak en zijn al vroeg in de weer met investeringen elders, zoals in schone energie en biotechnologie.

Google telt nu 20.300 werknemers bij 5,5 miljard dollar omzet over het derde kwartaal 2008 en 1,3 miljard dollar winst. Ofwel 270.000 dollar kwartaalomzet per werknemer en 64.000 dollar winst.

10. Te grote broek
Google treedt vanaf begin 2003 buiten de eigen grenzen met applicaties als Blogger om iedereen gratis een weblog te laten publiceren (gekocht). Commercieel volgt het weinig toe. Dat geldt zeker voor Orkut, een community die alleen in Brazilië groter is dan MySpace en Facebook, maar verder nagenoeg mislukt.

De jaren daarop zullen ook applicaties volgen waarbij Google de hegemonie van Microsoft tart, met gratis kantoorsoftware waarbinnen gebruikers kunnen samenwerken aan rekenbladen, presentaties en documenten. Gebruikers zijn snel enthousiast, maar hun aantal blijft beperkt. Reclame moet de financiering vormen, wat ook het doel is van de e-mail dienst Gmail.

Publicitaire klappers zijn Google Earth en Google Maps. Hiermee legt Google vanaf 2005 – dankzij de overname van Keyhole – de aarde bloot in satellietbeelden en kaarten, en trekt het veel aanhakende programmeurs met software om deze toepassingen te combineren.

De overname van Ulchrin in 2005 is de aanzet tot Google Analytics, een voor elke website gratis programma voor bezoekanalyse. Dit ligt dicht bij de kern van Google die er zelf een schat aan informatie over websitebezoek op IP-nummer mee aanboort. Dat kan Google gebruiken voor reclameoptimalisatie. Ook 'MySearch History' is zo'n dienst, maar dan voor individuen, evenals gratis fotobewerkingssoftware met een webalbum onder de naam Picasa. Het wordt onderdeel van 'iGoogle', de persoonlijke homepage die Google biedt maar die weinig gebruikt wordt.

Met Digital Book Search overspeelt Google echt zijn hand. Het scannen van boeken druist in tegen de rechten van uitgevers, die zich dan ook hevig verzetten. Pas in 2008 volgt overeenstemming met uitgevers, overigens ook met AFP dat zich verzette tegen Google News. De Belgische rechter laat Google struikelen.

Een vat vol problemen wordt ook de mobiele extensie van Google. De diensten draaien ook mobiel puik, maar de ontwikkeling van een eigen mobiel besturingsprogramma – Android – levert tot op heden vooral problemen op. Ten slotte komt Google zelfs met een browser, Google Chrome, een armetierig ding in beta, maar in definitieve vorm sterk verbeterd.

11. Principes
In tegenstelling tot Microsoft haakt Google aan bij open softwareontwikkeling. Vermaard zijn de studentenbijeenkomsten en geëerd de bijdragen aan open bron software van Google. Larry Page later: "Ons zakelijk succes kwam mede door gebrek aan zakelijkheid in aanvang."

'Do no evil' luidt de bewuste leus van Google, die de oprichters nog een prominente plek geven in het bidbook van de beursgang in 2004. Maar de praktijk van deze beginselverklaring komt zwaar onder vuur te liggen als Google instemt met een gecensureerde dienst in China. Zakelijke argumenten winnen het, al heet het moreel dat een Google met beperkte censuur altijd nog beter is voor de kennis- en democratische ontwikkeling in China.

Op 1 april 2000 introduceert Google zijn jaarlijkse 1 april-grap, de eerste met de mogelijkheid om met 'MentalPlex' de gedachten van de zoeker in kaart te brengen op grond van zoekopdrachten. Iedereen lacht er dan nog om.

Maar wat de juridische anti-kartelstrijd voor Microsoft werd, dreigt de privacyslag voor Google te worden. Het bedrijf vergist zich voor het eerst ernstig in haar omgeving als ze in 2007 aankondigt data van zoekopdrachten op IP-nummer per pc 'slechts' voor twee jaar op te willen slaan. Net als Microsoft in de juridische strijd, blijkt Google zich te vergissen in de angsten en in de weerbaarheid van haar omgeving. Google's opslag en analyse van zoekdata van gebruikers is cruciaal voor de commerciële waarde. Want Google wil met reclame op persoonlijke voorkeuren nog veel meer verdienen, ondermeer met het aangekochte reclamebedrijf DoubleClick.

Niet gehinderd door kritische journalisten weet Google sluw de indruk te wekken dat regelgevers haar dwingen om data op te slaan ten behoeve van opsporing. Dat is een valse suggestie. Maar de vrees leeft dat Google zoekdata kan lekken of afstaan aan regimes die personen willen volgen. Onder grote druk komt nu een periode van een half jaar in beeld.

De Nederlandse directeur van Google, Pim van der Feltz, liet recent een geluid horen dat beter bij Google past: de keuze voor dataopslag maakt de gebruiker zelf, inclusief de voordelen die hij dan geniet.

Het 'goede doel' van Google: alle informatie in de wereld te ontsluiten en universeel toegankelijk en nuttig te maken, is zeker zo megalomaan als het doel van Microsoft om op elk bureau en in elke huiskamer een pc te besturen. Ofschoon Microsoft veel vaker en feller de hakken in het zand heeft gezet, is het doel er eentje van een veel hogere orde.

Na tien jaar maakt en breekt Google reputaties, hoe wiskundig ook haar principes.

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Quotes Larry Page
* The Star Trek computer doesn't seem that interesting. They ask it random questions, it thinks for a while. I think we can do better than that.
* I have a simple algorythm, which is: wherever you see paid researchers instead of grad students, that's not where you want to be doing research.
* We have a mantra: don't be evil, which is to do the best things we know how for our users, for our customers, for everyone. So I think if we were known for that, it would be a wonderful thing.
* Basically, our goal is to organize the world's information and to make it universally accessible and useful.
* If you have a product that's really gaining a lot of usage, then it's probably a good idea.