Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

Ervaren ondernemers zetten hun tanden in veelbelovende starters

Nieuw fenomeen: voormalige topondernemers verenigen zich in allerlei denktanks, met als doel hun kennis en ervaring in te zetten voor startende bedrijfjes. Jongen, denk aan je cashflow!

Een zonnige vrijdagnamiddag in Soest. De locatie is een statige witte villa aan de doorgaande provinciale weg die vlak langs paleis Soestdijk voert. Het is moeilijk naar binnen kijken in het prestigieuze pand met zijn geblindeerde ramen. Een ruk aan de antieke trekbel en het duurt niet lang voor de robuuste deur openzwaait. Pieter van Hoogstraten doet zelf open, sigaar achteloos in de hand. De voormalig president-commissaris bij Newconomy, tevens medeoprichter van KPN Multimedia en oud-lid van de raad van bestuur van het Bossche softwarebedrijf Datelnet, wijst naar boven in het fraaie trappenhuis met zijn kleurrijke glas-in-loodramen: “We praten in de luie kamer.”

De bovenverdieping van de villa staat grotendeels leeg. De kamers bieden een rommelige aanblik met kriskras opgestelde tafels en stoelen. Dat geldt ook voor wat Van Hoogstraten de luie kamer noemt. Modern kantoormeubilair is weggepropt in de hoek. Willekeurig bij elkaar geschoven fauteuils staan gegroepeerd rond een brede, ribfluwelen bank. Duidelijk niet de standaard kantooromgeving. Het geheel heeft eerder de uitstraling van een zeer dynamische flexplek, waar de manager op doorreis kort is neergestreken om via gsm en e-mail zijn zakelijk verkeer te regelen. Een notitieboekje ligt opengevouwen op de bank. Pagina's vol met aantekeningen zijn zichtbaar, ongetwijfeld waardevolle eerste notities voor een later succesvol product. Door het openstaande raam waait een fris lentewindje naar binnen. Het uitzicht op de tuin nodigt uit tot verder peinzen over de haken en ogen van een kersvers businessplan of een nog in de kiem ingesloten idee.

Krachtig telefoontje
Van Hoogstraten, lichtelijk vergroeid met zijn headset, wuift een telefoontje vriendelijk weg tot na het weekend. Een of twee dagen in de week is Van Hoogstraten in de weer met de activiteiten die vanuit de villa in Soest worden ontplooid. Samen met tien andere oud-topmanagers zit hij in een denktank die zich inzet voor het helpen van startende bedrijven. Volgens hem is er sprake van een trend, managers die een toppositie bij grote ondernemingen hebben verlaten en “hun kennis en ervaring willen inzetten voor ondernemers die behoefte hebben aan hooggeschoolde support. Ze kunnen het niet nalaten hun tanden te zetten in een interessant project. Het inhuren van dure consultants is voor jonge bedrijven niet weggelegd. Als die binnenkomen, gaat direct de meter lopen.”
Iets dat bij de denktank niet speelt. De oud-managers verwachten geen directe financiële beloning. Een pakket aandelen of opties is voldoende. Van Hoogstraten: “We willen juist profiteren van de stijgende waarde van een startende onderneming, niet van de kasstroom van het bedrijf. We zijn eerder meedenkend commissaris dan consultant.”

De deelnemers in de denktank van Van Hoogstraten beschikken over uiteenlopende expertise. Er zitten vertegenwoordigers uit de bancaire hoek bij, maar ook juristen en zelfs een uitgever doet mee. Zelf leunt Van Hoogstraten op zijn rijke werkervaring in de telecomsector. Daar zit ook zijn interesse, om innovaties 'leeg' op te starten en vanuit het niets het idee tot een commercieel product te maken.
Startende bedrijven kunnen hier onmiskenbaar hun voordeel mee doen. Een big shot met veel ervaring opent deuren die voor anderen gesloten blijven. “Ervaring is onze belangrijkste bagage,” zegt Van Hoogstraten. “Dat vertaalt zich in kennis van markten. Wij brengen een netwerk van relaties mee. Soms heeft één telefoontje evenveel kracht als een week werken.” De breed samengestelde mix van bekwaamheden maakt het voor de deelnemers ook zelf interessant. “Het zijn niet alleen maar bestuurders, maar mensen die in de inhoud zijn geïnteresseerd.”

Non-conformistische drive
Het idee kwam van een van de leden. Die had zijn bedrijf verkocht en wilde niet nog eens opnieuw beginnen. De denktank is zo april vorig jaar ontstaan rond een clubje vrienden. De non-conformistische drive van de voormalige topmanagers wordt het best getypeerd met één woord: plezier. De denktank waar Van Hoogstraten in zit, is gesierd met de toepasselijke naam 'De Commissie'. “Onze naam is een knipoog naar de werkelijkheid. Als we in de krant lezen dat er voor een of ander vraagstuk weer een commissie is opgericht, betrekken we dat lachend op onszelf.”

Die vrijheid van niets hoeven is heerlijk, aldus Van Hoogstraten, maar doet niets af aan de zakelijkheid. Alles is puntgaaf georganiseerd, met een volwaardige bv inclusief jaarverslag en accountantsverklaring. “De meesten van ons zijn één of twee dagen in de week actief in De Commissie. Niemand houdt met een meetlat bij of de ander voldoende werkt.”
Wel is een aantal huisregels opgesteld, de do's & don'ts van het denktank-zakendoen. “De omgangsnormen zijn zeer strikt,” zegt Van Hoogstraten. “Van geen enkele deelnemer wordt verwacht, dat hij zijn eigen zakelijke relaties op het spel zet. Als iemand in een bepaalde situatie zijn netwerk, hoe fantastisch dat in zo'n geval ook zou werken, niet wil inschakelen, dan gebeurt dat ook niet. Ieder lid heeft een vetorecht. We hechten aan elkaars oordeel. Deze vorm van democratie is ondenkbaar bij een normaal bedrijf.”
Denktanks, zoals die van Van Hoogstraten, zijn een nieuw fenomeen in ondernemersland. Oud-topmanagers die niet op hun lauweren willen rusten, vinden elkaar in een rijk vertakte netwerkclub. De denktank gaat verder dan het klassieke netwerken. De bemoeienis met een bedrijf is groot, maar weer niet zo ingrijpend als bij de business angels en bij venture capitalists, die meteen geld in een bedrijf pompen en een plaats in het management opeisen. Om er, bij gebrek aan resultaat, direct een strop omheen te leggen.

Internetbehandeling
Een van de eerste klanten van De Commissie is Interapy. Dit nog jonge bedrijf wil mensen met psychische problemen de mogelijkheid bieden om zich via internet te laten behandelen. Het idee is vier jaar geleden bedacht door Alfred Lange, hoogleraar klinische psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. “Sommige psychische problemen, zoals onverwerkte ervaringen, laten zich stapsgewijs oplossen waarbij mensen in belangrijke mate zichzelf behandelen,” legt Lange uit. “Onder meer door zelfobservatie en gedragsadviezen. Dit soort, wat wij noemen geprotocolleerde behandelingen, heb je veel in de klinische psychologie. Ons idee was dat je de behandeling voor posttraumatische stress prima via internet kunt aanbieden.”

Samen met twee collega's werkte Lange het plan verder uit. Een tweetal experimenten met studenten pakte goed uit. “De resultaten waren verbazingwekkend positief. Ook in technisch opzicht bleek alles goed haalbaar.” Twee jaar geleden vond de eerste proef plaats met mensen van buiten de universiteit, een breder samengestelde doelgroep met wisselende gradaties van klachten. Ook de uitkomst van dat onderzoek was veelbelovend. “Wetenschappelijk gezien werd alles wederom bevestigd.”

Lange wilde de webtherapie ook gaan toepassen op mensen met burn-out verschijnselen. Maar toen raakten de subsidiepotjes op. “We zochten naar een bedrijfsmatiger aanpak om het project een vervolg te geven. We wilden de opgebouwde knowhow niet verloren laten gaan. Om mensen te laten betalen voor hun behandeling, moest het een bedrijf worden.”
De universiteit zag er wel brood in en wierp zich op als aandeelhouder van de jonge onderneming. Ook de drie initiatiefnemers namen deel in het bedrijf. Om voldoende kapitaal bij elkaar te krijgen, was echter een derde financier nodig. “Het technische gedeelte is geen kleinigheid. Voor goede programmeurs heb je veel geld nodig.” Via via kwam Lange in contact met De Commissie. De club van ondernemers wilde zijn netwerk graag inzetten om de deur bij mogelijke geldschieters open te krijgen. “Ze vonden het een mooi idee.”

Niet vrijblijvend
Van Hoogstraten trad in de beginfase op als directeur van Interapy. Lange: “Er is veel vooruitgang geboekt. We hebben veel goede publiciteit gehad, maar we zijn er nog niet. Er zijn mooie contracten met verzekeraars en andere bedrijven gesloten, om de behandelingen betaald te krijgen. Nu moet het allemaal écht gaan lopen.”
Lange is hoopvol en verwacht met de denktank een goede ingang gevonden te hebben om de webtherapie uit te bouwen naar een commercieel product, dat via de reguliere kanalen van de gezondheidszorg een zelfstandige rol kan spelen. Volgens Van Hoogstraten heeft De Commissie er mede voor gezorgd dat Interapy op de juiste plaatsen in grote ondernemingen – reïntegratiebedrijven, arbo-diensten en verzekeraars – onderwerp van gesprek is. “Verder is er al een financieringsronde met succes afgesloten en werken we aan een tweede, laatste ronde die het komend kwartaal moet zijn afgerond.”

“We hebben geen vaste routine,” licht Van Hoogstraten de werkwijze van de denktank toe. “Er worden ons grote aantallen projecten en problemen aangeboden. Eerst kijken we intern of het iets voor ons is. Of we de volle kracht van De Commissie tot gelding kunnen brengen. Als dat zo is, nodigen we het bedrijf uit voor een presentatie. Om verder te komen, stellen we samen transparante en afrekenbare doelen op. Zowel voor ons als voor het bedrijf worden die op papier gezet, ook welke honorering er voor ons aan vast zit. En binnen welk tijdsbestek een project resultaat moet opleveren. We hebben geen zin in vrijblijvende, tijdrovende situaties.” Bedrijven worden actief begeleid, aldus Van Hoogstraten. “We zitten er bovenop en bewaken wekelijks de voortgang. Als het mis dreigt te gaan, kunnen we direct ingrijpen. Het surplus aan ervaring van De Commissie levert behoorlijk wat invloed op. Alleen zo konden we de innovatieve aanpak van Interapy aan de juiste tafels bij enkele belangrijke bedrijven krijgen.”

Goudpot
“Het is niet zo dat je iemand belt en hup, de geldkraan gaat open. Je moet een gezonde, zakelijke propositie hebben,” zegt Robert van den Heuvel. De oud-bestuursvoorzitter van de Koninklijke Schelde Groep heeft een select gezelschap van oud-topmannen uit het vaderlandse bedrijfsleven om zich heen verzameld. De namen van het eind vorig jaar gelanceerde XperiencePartners, mogen er zijn: Rob Bonnier, voormalig bestuurder van KNP BT (het huidige Buhrmann), Michael van Galen, oud-topman bij Breevast, Gert-Jan van der Marel, voormalig lid van de raad van bestuur bij Koninklijke Grolsch en oud-directievoorzitter Jan Sinoo van EDS Benelux. Thuisbasis is het oude Alpinvest-kantoor op industriepark Gooimeer bij Naarden, waar het vijftal sinds september een verdieping heeft gehuurd.

Van den Heuvel: “Een rijk netwerk is niet genoeg. Je kunt niet eeuwig teren op je old boys network, want dan ben je binnen een jaar of drie, wanneer al je relaties op hoge plaatsen zijn opgevolgd, uitgerangeerd. Zoals je in het verleden aan je contacten gekomen bent, zo moet je ook nu te werk gaan. Voortdurend nieuwe contacten opbouwen, ook onder jonge mensen.”
Op het eerste gezicht zou je denken dat de voormalige topmanagers in XperiencePartners vooral hun oude ambacht, het herstructureren van grote bedrijfsonderdelen, op adviesbasis verrichten. Van den Heuvel. “Die reputatie hebben we natuurlijk. Maar het gaat bij ons ook om het structureren van nieuwe bedrijven.”

“Daar zitten ook jonge ondernemers bij,” vult mede-initiatiefnemer Rob Bonnier aan: “Het hoeft niet altijd ellende te zijn, waarvoor een oplossing gevonden moet worden. We willen bedrijven helpen hun strategie op poten te zetten en daarbij voor hen de financiële kant verzorgen. We hoeven ook geen directeur te zijn, als we het beleid van een onderneming maar mede kunnen vormgeven.”
Van den Heuvel wil er graag nog twee of drie zwaargewichten bij: “Ze moeten wel allemaal de leiding over een, liefst internationale, onderneming gehad hebben, met ervaring in fusies, overnames en herstructurering. We zijn er niet om allerlei technische hoogstandjes op hun merites te beoordelen. Wel zijn we in staat ergens een onderneming van te maken, die klanten heeft en haar producten aan de man brengt.” Desgewenst zijn de deelnemers in XperiencePartners bereid zelf geld in een bedrijf te stoppen. “Als je bereid bent zelf mee te doen en dat duidelijk uitspreekt, krijg je anderen gemakkelijker mee,” weet Bonnier. “Niemand moet daarom denken dat er hier een grote goudpot zit.” Van den Heuvel: “We zitten hier ook niet om aan onze adviezen tonnen te verdienen. Het gaat om incentive en success fees. Wat ons betreft mogen we in aandelen uitbetaald worden.”

Wereldvreemd
Net als De Commissie gaat ook de denktank van Bonnier en Van den Heuvel niet volgens een vastomlijnde methode te werk. “Daarvoor zitten de bedrijven die naar ons toekomen ook in te verschillende stadia,” zegt Van den Heuvel. “Soms moet een gezonde bedrijfsvoering nog helemaal opgetuigd worden. Bij een jong technologiebedrijf ging het om een product waar nog geen markt voor was. Het eerste wat we doen, is een quick-scan. Als daaruit blijkt dat het in ons straatje past en we iets kunnen toevoegen, nemen we de opdracht aan. We willen nadrukkelijk meepraten, tot aan de directievoering, maar nemen geen taken over. Laatst troffen we een onderneming van een paar jaar oud die al wilde gaan fuseren, terwijl ze niet eens de eigen organisatie op orde hadden. Zorg eerst maar dat je niet verzuipt, zeiden wij. We zijn toen naast ze op de bok gaan zitten.” Van den Heuvel heeft in de tien maanden van het bestaan van XperiencePartners inmiddels zo'n vijftig projecten voorbij zien trekken. Van den Heuvel: “Bij negen bedrijven zijn we aan de slag gegaan.” Een lijst met namen wil de oud-topman niet geven.

Zelf zoeken naar jonge ondernemers met sprankelende ideeën die hulp kunnen gebruiken, hoeven de denktanks dus niet. “Er is veel vraag naar dit soort support,” zegt Van Hoogstraten van De Commissie. De starters zijn in nagenoeg alle sectoren actief, “al zien we veel starters die een jaar of twee geleden begonnen zijn in de telecomsector en nu behoefte hebben aan extra hulp.”
Hij is verbaasd over de veelheid van onderwerpen die langskomen. Aan ideeën geen gebrek in Nederland, zo lijkt het. “Vaak is het onzin. In de regel schort het aan tal van zaken. Een belabberde bedrijfsmatige onderbouwing, een niet efficiënt genoeg opgezet plan of gewoon gebrek aan ervaring.”
“Een tikkeltje wereldvreemd,” zo vat Bonnier het elan van jonge entrepreneurs samen. “De productideeën zijn goed, vaak zelfs briljant. Maar men heeft nog niet geleerd hoe je dingen gezond aan moet pakken.” Van den Heuvel: “Je kunt ze dat ook niet kwalijk nemen. De kans is echter levensgroot dat iets in schoonheid sterft. Laat de ondernemer maar de markt opgaan, om zijn product verkocht te krijgen. Dan kijken wij wel of de structuur en de financiering okay zijn.”

De denktanks lijken met een waas van geheimzinnigheid omgeven, maar dat is beslist niet het geval, aldus Van den Heuvel. “Discretie is van groot belang. Maar men moet natuurlijk weten dat we bestaan, dus hebben we een brochure gemaakt. Verder lopen we veel rond in corporate Nederland, mede door de commissariaten van onze partners, en vertellen we iedereen uitvoerig wat we doen.” Van Hoogstraten vindt het echter niet nodig de namen van de andere leden van De Commissie te noemen. “We zijn niet gebaat bij publiciteit. Dat hebben we helemaal niet nodig. Mensen weten ons toch wel te vinden. Veel dingen gedijen beter in rust dan in de heilige aandacht van alles en iedereen.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Denktank-junior


Niet alleen oud-topondernemers zijn actief in denktanks. Ook jongeren bruisen van de initiatieven. Onder de noemer Thinktank Twente ontmoeten jonge ondernemers en 'ondernemende' studenten uit de regio elkaar, om over vooral de praktische hindernissen van het ondernemerschap te praten. “We zijn een informele netwerkclub,” zegt voorzitter Erwin van Kouteren, “zakelijk, maar toch informeel. Zonder altijd direct visitekaartjes te hoeven uitwisselen met de tarieven bij wijze van spreken op de achterkant.” Bijkomend voordeel is de aanwezigheid van de Universiteit Twente. De kennisintensieve bedrijfjes leunen graag op de hooggeleerde vaardigheden van de Twentse wetenschappers. Die zien op hun beurt hun theoretische kennis graag getoetst aan de praktijk. De campus van de alma mater, die zich in onderwijsland als 'de Ondernemende universiteit' promoot, is dan ook rijk bezaaid met jonge bedrijfjes. “Formeel is er echter geen relatie tussen de universiteit en Thinktank Twente,” aldus Van Kouteren. De aanwas van nieuwe leden komt vooral uit de hoek van jonge ondernemers tussen de 30 en 35 jaar. Van Kouteren over de kracht van de denktank: “Je ziet vaak een coaching-relatie ontstaan, waarbij een starter hulp krijgt van een ondernemer die al langer een bedrijf heeft.” Zelf profiteerde Van Kouteren ook van een dergelijke coach, toen hij twee jaar geleden voor zichzelf begon. Daarvoor werkte hij bij een van de grote accountantskantoren als IT-auditor, die bedrijven doorlicht op hun ict-prestaties. “Ik dacht toen: 'Dat kan ik beter en op een leukere manier zelf doen'. Er was iemand bij Thinktank die met hetzelfde werk bezig was. Het klikte meteen. Van zijn kennis heb ik goed kunnen profiteren.”