Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De Jan Timmervan Afghanistan – Ton van Loon

Hoe geef je leiding aan 11.000 militairen met drie verschillende nationaliteiten? MT sprak met generaal-majoor Ton van Loon, commandant van de ISAF-vredesmacht in Zuid-Afghanistan. “Een negen is niet goed genoeg als jonge mensen hun leven riskeren.”

Het is kwart over zeven ’s avonds in Zuid-Afghanistan als we generaal-majoor Ton van Loon (50) via een satellietverbinding aan de telefoon krijgen. Hij zit in een provisorisch gebouwde controlepost die afgeladen vol staat met telefoons en andere verbindingen met de rest van de wereld. Overdag is het zo’n 20 graden en ’s avonds koelt het een beetje af, dus qua temperatuur is het er goed toeven. Voor de generaal-majoor is de missie in Afghanistan de grootste uitdaging in zijn carrière tot nu toe. Hij ziet het als een mooie kans voor hem zelf en Nederland om te laten zien waar hij en wij toe in staat zijn.

Commando
Op het moment dat we hem spreken heeft hij al enige tijd het commando. Van Loon: “Tot nu toe valt het werk zowel mee als tegen. Er is buitengewoon veel te doen hier, ook op mijn niveau. Dat komt omdat moeilijk in kaart te brengen is wie de macht heeft en hoe de onderlinge relaties zijn. Aan de andere kant valt het ook mee, omdat ik denk dat de grootste gevechten nu toch echt wel voorbij zijn en we ons kunnen gaan richten op het helpen van de Afghaanse regering te helpen met de wederopbouw.”

Wederopbouw
Van Loon is tot mei 2007 verantwoordelijk voor het functioneren van alle troepen in Zuid-Afghanistan, in totaal 11.000 Britse, Canadese en Nederlandse militairen. Dat is het grootste commando van een Nederlandse officier in oorlogsomstandigheden sinds de Slag in de Javazee, in februari 1942. Het half jaar dat hij daar is, wil hij een aantal stappen zetten in de richting van een beter functionerend Afghanistan. Door middel van rust, veiligheid en wederopbouw.
Tot hij deze functie kreeg, was het grootste aantal manschappen dat Van Loon aanvoerde de 43ste brigade, dat waren zo’n 3000 Nederlandse militairen, en de snelle reactiemacht van de Navo (Nato Response Force), bij elkaar zo’n 5000 man. “Een multisociale samenstelling, zoals we die nu ook in Afghanistan hebben, is steeds meer de norm in ons militaire vak. Het is steeds normaler dat we in coalities optreden. Dat heb ik al eerder gedaan, bijvoorbeeld in 1991 in Kosovo waar ik Duitse, Turkse en Russische soldaten onder bevel had.”

Petten

Zijn dagelijkse werkzaamheden in Afghanistan bestaan uit het coördineren van het optreden van de verschillende eenheden, die verspreid zitten over diverse Zuid-Afghaanse provincies. Dat doet hij voornamelijk vanuit Uruzgan, de provincie waar de Nederlandse troepen gelegerd zijn. Zo nu en dan gaat hij ook het veld in om de verschillende buitenlandse troepen te bezoeken en te zorgen dat alle petten dezelfde kant op blijven staan. Daarnaast houdt hij zich veel bezig met het voeren
van gesprekken en rondleiden van hoog bezoek dat geïnteresseerd is in wat er in Zuid-Afghanistan gebeurt. Want Afghanistan staat natuurlijk hoog op de wereldagenda.

 

Stampertje
Na een artikel in de Volkskrant waarin hij werd afgeschilderd als een driftige leider met de bijnaam stampertje, hadden we ons op het ergste voorbereid. Maar Van Loon blijkt, althans aan de telefoon, een allervriendelijkste man. “Ik kan wel heel lastig zijn, maar ik zie mezelf niet als een bruut.” Hij herkende zich overigens redelijk goed in het artikel waarin onder anderen ondercommandant Martin Wijnen hem omschrijft als nogal explosief: “Hij stormde in Den Haag ooit mijn kamer binnen omdat hij niet tevreden was over een onderhandelingsresultaat. Ik kreeg toen zo ongelofelijk de wind van voren, dat ik mij schrap moest zetten”. Van Loon: “In mijn werk kan ik niet anders dan heel streng zijn. Het gaat vaak om jonge mensen die hun leven riskeren. Dan is een negen niet goed genoeg, maar moet het een tien zijn. “Ik kan wanneer dat nodig is best vervelend doen tegen mensen. Ook in het openbaar, wat af en toe best pijnlijk kan zijn. Maar, ik kan ook best zeggen: sorry zo had ik het niet bedoeld. Van nature ben ik een directieve leider. Ik ben een lastige baas. Ik kan niet accepteren dat het bijna goed is. Als mijn staf dat niet goed doet, of naar mijn mening niet goed genoeg, dan kan ik behoorlijk lastig worden.”
 
Jan Timmer
“Mijn ondergeschikten zullen mijn stijl van leidinggeven omschrijven als veeleisend maar duidelijk. Er is eigenlijk maar een ding wat mij echt kwaad kan maken en dat is wanneer mensen slordig zijn en maar wat doen. Het ergste wat mensen dan kan gebeuren is dat ik het zelf overneem en niet meer tegen ze praat. Op zo’n moment kan diegene maar beter gewoon weggaan. Mijn zwakke punt, waar ik nog aan zou kunnen werken, is dat ik vaak te snel resultaat wil. Mijn kracht zit ’m vooral in het goed kunnen analyseren van problemen en heel snel allerlei verbanden zien.
“Om aan mijn stijl van leidinggeven te blijven werken en op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in mijn vakgebied volg ik cursussen en lees ik vakliteratuur. In mijn geval bestaat vakliteratuur voornamelijk uit boeken over landen waar ik op missie ga. Om me op Afghanistan voor te bereiden heb ik stapels boeken gelezen. Vooral het boek ‘De Taliban’ van Ahmed Rashid is een absolute must. Ook lees ik graag boeken over inspirerende leiders, bijvoorbeeld Jan Timmer van Philips. Iemand die in een crisissituatie in staat is gebleken het bedrijf een enorme push te geven. Dat spreekt mij aan. Daarnaast lees ik kranten en kijk ik tv, ook hier in Afghanistan.”
De berichten van eind vorig jaar over vermeende mishandeling van Irakese gevangenen door Nederlandse militairen zijn hem niet ontgaan. “Ik lees de krant, net als iedereen, maar meer weet ik niet. Kijk, als je 10.000 jongens en meisjes hebt die afhankelijk zijn van besluiten die jij neemt, dan mogen zij er wel op rekenen dat je daar met de volle honderd procent mee bezig bent. Ik heb op dit moment alle energie nodig om deze klus hier te klaren.”
 
De berichten hebben geen enkele invloed op zijn werk in Afghanistan gehad. Hij denkt dan ook niet dat een dergelijk scenario zich in Afghanistan zou kunnen afspelen. “Wij werken hier alleen maar met echte professionals die maximaal met hun werk bezig zijn. Wanneer zoiets hier zou gebeuren, zou mij dat behoorlijk pijn doen. Want dat zou betekenen dat ik ergens een fout heb gemaakt.”
Of we uit deze opmerking kunnen concluderen dat wat in Irak gebeurde in zijn ogen fout is, krijgen we niet bevestigd. “Nee, daar mag je niets uit concluderen. Ik heb er geen mening over omdat ik niet precies weet wat er is gebeurd.”
 
Wie is Ton van Loon
1956 geboren te Weert
1977 breekt zijn rechtenstudie af en meldt zich aan bij de Koninklijke Militaire Academie
1981 peletonscommandant en later batterijcommandant van de Artillerieafdeling in Seedorf (Duitsland)
1990 hogere militaire vorming
1992 officier operatiën van een brigade
1995 cursus Army Command and Staff College in Engeland
1995 stafofficier Duits-Nederlandse legercorps in Duitsland
1998 commandant van het Korps Rijdende Artillerie (de Gele Rijders), waarvan een halfjaar in Kosovo
2000 staffuncties in Den Haag
2006 afscheid van brigade en promotie tot generaal-majoor
2006 vanaf 1 november tot mei 2007 regional commander south, ISAF-vredesmacht in Afghanistan

 

 

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.