Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

De gretige omhelzing van het Angelsaksische businesslingo

Fransen overdrijven hun afkeer van het Engels misschien, maar Nederland schiet door naar het andere uiterste. Met name de zakelijke sector omarmt te pas en te onpas het Engels. Ondertussen struikelt de Nederlandse manager steeds vaker over z'n moerstaal.

“Vooral buitenlandse klanten? Nee hoor.” Woordvoerder Bart Snijders van ING Car Lease is duidelijk verbaasd over de vraag.
Wat is dan het motief achter jullie reclameslogan 'Drives your business'?
Stilte.
Jullie zijn overigens niet de enige hoor. De kreet past helemaal in de oprukkende verengelsing bij bedrijven in het algemeen.
Wederom een langdurig zwijgen.
“…Oh ja? Ik vind dat nogal meevallen.”
Het menselijk vermogen tot selectief waarnemen blijft verbazen. Het kan niemand ontgaan dat bij het beluisteren van de business-to-business reclames een woordenboek inmiddels onontbeerlijk is. Op Veronica-toon uitgesproken Engelse slagzinnen domineren de spotjes. Vooral bij het ontwaken per wekkerradio wil dat wel eens zwaar op de maag vallen. Fortis Bank belooft ons 'Solid partners, flexible solutions', Magnum-ijsjes worden aangeprezen onder het ronkende motto 'Life is all about priorities' en Siemens slijt zijn apparaten middels het hemelbestormende 'Be inspired'.

Engelse woorden en uitdrukkingen dringen overal door. Een secretaresse heet alweer jaren een office manager en zelfs de aloude verkeerscentrale Driebergen gaat tegenwoordig als Traffic Information Centre door het leven. De Fransen overdrijven hun hang aan de eigen taal misschien, maar Nederland schiet door naar het andere uiterste. Menig gezin gaat hier op zondag 'funshoppen' met de 'kids', en die kids weten niet beter of de Amerikaanse president heet George 'dubbeljoe' Bush. In sommige kringen heeft het Nederlands ogenschijnlijk nog slechts de status van charmante folklore.

Oppoetsen
“Deze line of industry is verwikkeld in een war for talent, iedereen jaagt op dezelfde high potentials.” Pardon, hoe zegt u? Nergens grijpt het Engelse virus zo snel om zich heen als in de zakelijke sector. Managers, ondernemers en aanverwanten doorspekken hun teksten met Engels jargon. Betrokkenheid wordt commitment, detailhandel retail en een bedrijf is niet toonaangevend maar leading. Schrijver dezes ontmoette onlangs een adviseur die getarget bezig bleek te zijn en vol trots verhaalde van een 'experience level agreement met de klant'.
Een voor de hand liggende verklaring voor de oprukkende Engelse ziekte is de internationalisering. Nederland is een exportland, en met de veelbesproken globalisering neemt de betekenis van ons buitenland alleen maar verder toe. Echter, sinds jaar en dag is Duitsland onze belangrijkste handelspartner, dus waarom duiken er dan geen massa's Duitse woorden op? Dikdoenerij dus, is de onontkoombare conclusie. Een carrièremaker die gewoon traditioneel Nederlands spreekt, vreest niet voldoende serieus te worden genomen. En dus heet een beursgang nu een IPO, een directeur een ceo, een vergoeding een fee, en het eigen bedrijf – luttele jaren geleden nog pseudo-losjes aangeduid met het oud-koloniale 'toko' – de company (spreek uit: kúmpanie). En dus roept Newmonday.com luidkeels door de ether 'Make your career move', en meten ook andere bedrijven zich een Engelse slagzin aan.

In het geval van ING Car Lease kan dat met enige goede wil nog worden verdedigd. Het bedrijf opereert nu eenmaal internationaal. Dat het wereldwijde Philips zich afficheert met de vermoeiende slogan 'Let's make things better' is ook nog te begrijpen, en dat Philips “al jaren onderdeel is van een global competitive environment“, vooruit. Ook het feit dat het van internationale aspiraties bezwangerde advocatenkantoor Van Doorne zich in radiospots afficheert als 'lawyers in business', wordt welwillend door de vingers gezien. Maar wat te denken van Compu'Train, dat zich al jaren afficheert als 'The knowledge provider?' En van de bellenblazende wervers van CMG, die de Nederlandse arbeidsmarkt toeroepen: 'Join CMG'?

De drang om langs Engelse weg de eigen status op te poetsen is overal waarneembaar. Zoals vaak bij het kritiekloos omarmen van nieuwe trends, spannen consultants de kroon. Het gebrek aan wezenlijke inhoud wordt in deze babbelsector gretig verbloemd door een overdaad aan Engelstalig jargon. Niemand vertrekt een spier bij opgeblazen termen als 'iteratief top-down-proces', corporate values, competitive edge, lean production, downsizing, balanced score card of 'SWOT-analyse'. In de financiële wereld kunnen ze er overigens ook wat van. Veel accountants, beursanalisten en (investment)bankiers zijn zonder grondige kennis van het Engels nog maar nauwelijks te volgen. Shareholder value, stakeholders, sales, cashflow, het behoort inmiddels tot het standaardjargon voor iedereen die het financiële nieuws een beetje volgt. Terwijl er toch heel bruikbare Nederlandse synoniemen voorhanden zijn en lang niet al deze lieden ooit voet in Wall Street of de Londense City hebben gezet.

Uitglijders
Niemand die precies weet wanneer het is begonnen, maar het potjes-Engels rukt al jaren onverstoorbaar op. Het heeft er alle schijn van dat de publiciteit over globalisering velen heeft doen geloven dat een internationalistisch vernisje het tovermiddel is tegen een provinciaals imago.

Toch is dat niet zonder gevaar. De drift naar internationale uitstraling kan makkelijk leiden tot lelijke uitglijders. De tragikomische keuze van Veronica om zichzelf om te dopen in Yorin ('You're in, the movement'), door Engelstaligen verstaan als urine, is nu al legendarisch. Maar er zijn meer blunders mogelijk, weet voormalig vertaler Jules Hellendoorn. Na een jarenlange carrière bij Shell begon deze met workshops waarin hij de top van het bedrijfsleven attent maakt op hun fouten. Ook mensen die van zichzelf denken heel aardig uit de voeten te kunnen, staan dan snel weer met beide benen op de grond, verzekert hij.
Het aantal blunders dat Hellendoorn uit de praktijk optekende, is onmetelijk. Frasen als 'I hope you have a nice period, madam' of 'shall we discuss this under a cup of tea?' leiden al snel tot opgetrokken buitenlandse wenkbrauwen, verzekert hij. Een Nederlandse ambassadeur in Jakarta schijnt ooit te hebben opgemerkt 'I like the ladies' toilets', waarmee de man meende de aanwezige dames met hun uiterlijk te complimenteren. Een andere klassieker staat op naam van voormalig premier Joop den Uyl, die meende dat undertaker Engels is voor ondernemer. In een grijzer verleden begroette een Nederlandse minister de Britse premier Churchill met 'goodbye', waarna deze sprak van 'het kortste officiële bezoek ooit'.
Bij minder vrolijke wederpartijen kunnen dit soort missers echter makkelijk leiden tot vervelende consequenties, verzekert Hellendoorn. Ook zakelijk. In een brochure over het 'Europese Jaar van de talen 2001' viel onlangs te lezen dat taalflaters 'miljarden aan omzet' kosten. Dat moet waarschijnlijk niet te letterlijk worden genomen, maar het is aannemelijk dat een envelop met het opschrift 'worthless monster' waar een 'monster zonder waarde' wordt bedoeld, bij klanten een rare indruk kan maken.

'Shall we table a motion' betekent in Brits-Engels een motie indienen, maar bij Amerikanen juist het uitstellen van een motie,” vertelt Hellendoorn. “In de Verenigde Naties is het eens gebeurd dat beide partijen instemmend knikten, terwijl ze iets heel anders bedoelden.” Zo worden er vele fouten gemaakt. In Nederland is de staf het management, maar in het Engels word met staff het personeel bedoeld. Pijnlijk vindt hij dit soort fouten, en slordig. De belangrijke dingen weet men meestal wel, maar juist in die kleine details gaan de misverstanden zitten. “Als je nou zo veel geld uitgeeft, waarom dan niet een beetje meer aandacht voor de taal?”

Dalend cultuurgoed
Als het nodig is, spreek dan Engels, maar correct. En als het niet nodig is, doe het dan vooral niet. Dat lijkt een waardevol advies. Het onnodig gebruik van Engelse woorden is niet alleen potsierlijk, maar schiet bovendien zijn doel voorbij. Het is namelijk een typisch voorbeeld van wat sociologen een 'dalend cultuurgoed' noemen. Vroeger kon iemand er misschien nog indruk mee maken, maar nu iedereen CNN kan ontvangen, dagelijks over het world wide web surft en driemaal per jaar in het buitenland vakantie viert, niet meer. Sterker, het begint lachwekkend te worden.

Nog potsierlijker wordt het Engelse virus in het licht van een andere, zorgelijke taaltrend: de gebrekkige beheersing van de eigen taal. Dat blijkt uit het vorig jaar gepubliceerde Oeso-onderzoek International Adult Literacy Survey, dat voor Nederland werd uitgevoerd door het Max Goote Kenniscentrum. De onderzoekers wijzen erop dat er een 'problematisch geletterdheidsniveau' bestaat onder de hogere beroepsgroepen in Nederland, een fenomeen dat ( nu komt het ( 'vooral sterk is bij de managers'. Volgens het onderzoek mogen we ons dus verheugen in een leger van carrièremakers dat de werkdag volbabbelt over empowerment, drive en targets, maar met de eigen taal nauwelijks uit de voeten kan. De 'functionele geletterdheid' van de doorsnee Nederlandse manager zou zelfs schril beginnen af te steken bij concurrerende buurlanden. “Lezen wordt een uitgeklede vaardigheid die om de hoek komt kijken bij memo's, spreadsheets, kwartaalrapporten, gebruiksaanwijzingen en kilometertellers,” zo meldde het ANP onder de kop 'Groeiend proletariaat van managers met rare praatjes'. Spreken wordt 'het napraten van corporate clichés, en schrijven lukt alleen in een marketingjargon met per zin ten minste twee kapitale spellingblunders'.

Natuurlijk is niet alles kommer en kwel. Als het om het Engels gaat, doen Nederlanders het vergeleken met anderen vaak zo slecht nog niet. Maar doorslaggevend is niet de vergelijking met andere landslieden maar hoe de klant er tegenaan kijkt, stelt Hellendoorn. “Zolang men er heel dichtbij, in het gewone Engelse taalgebruik, van de uitspraak, de grammatica en het idioom nog zo weinig van bakt, zou ik geen tamtam maken met onnodige Engelse termen of ingewikkelde reclameslogans. Wat ze daarmee willen zeggen? Dat vraag ik me ook altijd af. Het fungeert als een soort spuitbus, een mist.”

Management lingo

39 key words en ook u bent into lingo. Maar zeg niet dat we u niet gewaarschuwd hebben.


assets – bezittingen, sterke kenmerken
awareness – besef, bewustzijn
cash flow – kasstroom
ceo – algemeen directeur met statusangst
commitment – betrokkenheid
competitive edge – concurrentievoordeel
content – inhoud
core competences – kerncompetenties
credits – erkenning
customer base – klantenbestand
customer service – klantenservice
dedicated – (toe)gewijd
dissatisfier – negatief puntje
drive – inzet
getarget – gericht
go or no go-beslissing – wel of niet doen
goals – doelen, doeleinden
helicopter view – overzicht, brede blik
human capital – personeel
initial public offering (IPO) – beursgang
key assets – sleutelbezittingen/-kenmerken
kumpanie (( Jan Timmer) – bedrijf
leading – toonaangevend, leidend
matchen – op elkaar aansluiten
mission statement – clichékreet over wat een bedrijf wil
opportunity – kans, mogelijkheid
performance – prestaties, resultaat
policy – beleid
prepay – vooruitbetalen graag
prospects – potentiële klanten
retail – detailhandel
security – beveiliging
shareholder value – aandeelhouderswaarde
stakeholders – belanghebbenden
targets – doelen
technology push – technologische druk
tools – instrumenten
unique selling point – uniek verkoopargument
updaten – actualiseren

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

10 bedrijfscases

Steeds meer bedrijven in Nederland adopteren het Engels als – al dan niet enige – voertaal. Management Team zet er tien op een rij.

Siemens
Officiële voertaal: Duits en Engels, Spaans in Latijns-Amerika.
Wie: de tweetaligheid geldt voor alle medewerkers, van secretaresse tot de raad van bestuur.
Niveau: volgens hoofd Persrelaties Dick van Gooswilligen “schakelt iedereen moeiteloos over” naar een van de twee talen.
Financiële huishouding: de jaarverslagen van de moedermaatschappij zijn altijd in het Engels en Duits, Siemens Nederland publiceert ook een Nederlandstalige editie. Persconferenties worden gegeven door de Duitstalige raad van bestuur en worden desgewenst simultaan vertaald in het Engels, Nederlands, Spaans en Italiaans.

ING Bank
Officiële voertaal: Amerikaans Engels.
Wie: geldt niet voor alle bedrijfsonderdelen en is afhankelijk van de samenstelling van het personeel. Bij ING Barings bijvoorbeeld werken veel buitenlanders, dus spreekt iedereen daar Engels.
Niveau: “behoorlijk,” zegt woordvoerder Bart Snijders, en “waar het van cruciaal belang is, wordt er alles aan gedaan om het Engels op native niveau te krijgen.”
Financiële huishouding: sinds ING internationaal opereert, zijn de jaarverslagen en persconferenties in het Engels, ook als ze in Nederland plaatsvinden.

Buhrmann
Officiële voertaal: Brits Engels.
Wie: sowieso het management; daarnaast hanteert Buhrmann een beleid gericht op 'praktisch communiceren', wat vaak op het Engels neerkomt.
Niveau: gemiddeld genomen – van receptioniste tot raad van bestuur – komt Buhrmann uit op middelbaar niveau. “Iedereen beheerst de taal voldoende om in het zakelijk verkeer uit de voeten te kunnen,” laat woordvoerder Ewald de Bruijn weten.
Financiële huishouding: informatie voor aandeelhouders en juridische stukken zijn tweetalig (Nederlands en Engels), evenals presentaties van jaarcijfers en persconferenties.

CMG Groep
Officiële voertaal: Amerikaans Engels, maar bij de regionale vestigingen wordt intern de lokale taal gesproken.
Wie: sowieso de raad van bestuur en het hoger management. Verder hoeft niet iedereen te Engels spreken, al worden medewerkers wel geacht die taal machtig te zijn.
Niveau: afhankelijk van de functie.
Financiële huishouding: alle grensoverschrijdende financiële stukken worden in het Engels geschreven. Daarnaast wordt alles in de lokale taal vertaald. Idem voor persconferenties.

ASML
Officiële voertaal: Amerikaans Engels
Wie: raad van bestuur en hoger management; daarnaast wordt op elke afdeling waar een niet-Nederlander werkt, standaard Engels gesproken. Overigens krijgen Engelssprekende medewerkers Nederlandse les. Woordvoerster Yvette Boogaard: “We proberen alles zoveel mogelijk dubbel te doen.”
Niveau: afhankelijk van de functie.
Financiële huishouding: Engels en Nederlands bij de presentatie van de jaarcijfers en tijdens persconferenties.

Corus Benelux
Officiële voertaal: Engels.
Wie: van receptionist tot raad van bestuur.
Niveau: over de linie genomen is dit gemiddeld, “maar wel goed genoeg om zaken mee te doen,” aldus voorlichter Vera Appel.
Financiële huishouding: Engels voor presentaties, persberichten en -conferenties.

Getronics
Officiële voertaal: Engels en Nederlands.
Wie: op het hoofdkantoor spreekt iedereen Engels en Nederlands.
Niveau: afhankelijk van de functie.
Financiële huishouding: alles tweetalig. Uitzondering: persconferenties en halfjaarverslagen, die worden tweetalig geschreven en in het Engels gepresenteerd.

Philips
Officiële voertaal: Engels (op het hoofdkantoor) en (in de fabrieken) Nederlands.
Wie: op het hoofdkantoor spreekt iedereen Engels.
Niveau: “behoorlijk, maar niet native.
Financiële huishouding: alles wordt in het Engels geschreven, persberichten worden desgewenst in het Nederlands vertaald.

Heineken
Officiële voertaal: Engels wanneer een niet-Nederlander aan de vergadering deelneemt, anders Nederlands.
Wie: hoger management en raad van commissarissen Engels, de raad van bestuur communiceert in het Nederlands. Op het hoofdkantoor wordt Engels en Nederlands gesproken.
Niveau: hoog, maar niet native.
Financiële huishouding: jaarcijfers en interne rapportage in het Engels, presentaties en persconferenties in het Nederlands.

Akzo Nobel
Officiële voertaal: Amerikaans Engels.
Wie: raad van bestuur en hoger management Engels. Daarnaast worden alle medewerkers geacht het Engels machtig te zijn.
Niveau: “moeilijk te zeggen,” aldus woordvoerder Petra Hieselaar.

Financiële huishouding: kwartaalcijfers en persconferenties in het Engels, jaarcijfers worden in het Nederlands gemaakt door bestuursvoorzitter Cees van Lede en naar het Engels vertaald.