Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

David Endt

Kwaad worden kan een sociale kwaliteit zijn, vindt David Endt. Zoals toen Mido ondanks de waarschuwing toch uitgebreid aan de verzamelde pers over zijn schorsing vertelde. “Ze zijn niet slecht, maar ze zijn niet te raken. Hun ego is sterker dan goede raad.”

“Nog afgezien van de media is het werkelijk ongekend wat voor zaken op je afkomen als teammanager. Neem zo'n buitenlandse trip voor een Champions League-wedstrijd of voor een trainingskamp. Iedereen moet dan 's ochtends om acht uur gewekt worden. Maar doet het hotel dat ook echt?
Natuurlijk, hoor je dan. Maar het moet toch gecheckt en dubbel gecheckt te worden. De spelers bezoeken sponsor- en supportersavonden. Dat breng je allemaal in harmonie met het speelschema. In samenspraak met de trainer zorg je in de samenstelling van de delegaties voor die avonden voor evenwicht. Dus bijvoorbeeld een ster, een jonge gerijpte speler, een buitenlander en een aanstormend talent.
“Ik heb voor dit werk geen opleiding gehad, het ging spelenderwijs. Mijn fouten heb ik uit mijn geheugen gewist haha. Maar wat ik echt heb moeten leren is dat ik niet altijd vanuit mijn intuïtie kan handelen. Regelmaat en orde is cruciaal. Ik hanteer een checklist waardoor er geen hiaten in de organisatie kunnen ontstaan. Als ik te veel op intuïtie doe, ontstaat er chaos. Terwijl een teammanager juist chaos moet voorkomen.”

“Op de wedstrijddagen ben ik altijd vroeg paraat. Wedstrijdformulieren invullen, gasten van de tegenpartij ontvangen, aanspreekpunt zijn voor de arbiter.
Allemaal routinewerk dat het toeval dient uit te sluiten. Zodat je je handen vrij hebt voor een heleboel zaken die plotseling op je af komen. 'Ik heb een zoon,' brulde gisteravond om elf uur Hatem Trabelsi door de telefoon. Met direct daarop de vraag: 'Ik heb mijn trouwakte morgen nodig. Die ligt bij Ajax.' 'Regel ik Hatem,' zei ik, 'ik ben trots op je.' “Je hebt te maken met een grote verscheidenheid aan culturen en de invloeden die dat met zich mee brengt. In sommige Afrikaanse landen hebben ze er een handje van om hun voetballers op oneigenlijke wijze onder druk te zetten, op een manier die neigt naar chantage. Dat leidt tot stress, disfunctioneren. Komt zo'n jongen in Neder-land spelen, dan moet daar een oplossing voor worden gevonden.

“Begin jaren negentig bestond 'de kleedkamer' uit achttien spelers en drie nationaliteiten. Nu is de verhouding 28-15. Zo veel verscheidenheid aan persoonlijkheden met als gemene deler de extreme drang tot presteren, de beste willen zijn. Als dat niet lukt, zorgt dat voor trauma. Dan gaan er – zeker als je niet uit Nederland komt – krachten in je woelen die je ongelukkig maken. Dat merk je vanzelf: hij beweegt schichtig, hij is altijd na de trainingen direct weg, minder spraakzaam. Je moet letten op lichaamstaal. Is er wat aan de hand? Het is de kunst hem op het juiste moment aan te spreken en het juiste te zeggen. Kom eens hier!
Hoe is het met je? Is alles wel goed?' “Soms komt er iets naar buiten waarvan het beter is dat de trainer er geen weet van heeft. Lastig want ook de trainer heeft het recht op betrouwbare en relevante informatie. Zo nu en dan is kwaad worden een sociale kwaliteit. Dat is wel eens moeilijk, want je bouwt niet alleen een vertrouwensband maar ook bijna een vriendschapsrelatie op.

Het punt waarop respect wegvalt is wanneer je als een loopjongen misbruikt wordt. Na zijn schorsing sprak ik Mido na zijn laatste invalbeurt tegen Arsenal aan: 'Mijd de pers, je hoeft ze niet te woord te staan, ze maken gebruik van je.' Hij begreep het helemaal. Maar nog geen uur later vertelde hij uitgebreid zijn verhaal. Jammer. Mido heeft – zij het op een andere manier – wat Dani ook had. Ze zijn niet slecht, verre van zelfs, maar ze zijn niet te raken. Hun ego is sterker dan goede raad. “De verdiensten voor profvoetballers zijn kolossaal. Ik moet me van die waanzin distantiëren, anders kan ik dit werk niet doen. Ik vind niet dat topvoetballers te verwend zijn.
Het overgrote deel doet ongeacht hun verdiensten alles om de top te bereiken, daar geloof ik heilig in. Een vol stadion, het pakken van bekers en schalen, de beste zijn, dat drijft hen. Tegen toppers als Arsenal of Valencia komt dat heilige vuur vanzelf.

Maar de moeheid wordt voelbaar in de aanloop naar FC Zwolle en FC Groningen. In zulke wedstrijden dienen ze het rationele 'moeten' in het emotionele 'willen' te transformeren. Een fascinerend proces. Ze moeten inzicht krijgen in de relatie tussen geest en lichaam. De geest is sterker dan het lichaam. Je kunt tegen jezelf zeggen: juist die wedstrijd tegen Groningen moet ik bewijzen dat ik een topper ben. In dat proces tracht ik mijn steentje bij te dragen. Ik doe dat gewoon tijdens het voorbijlopen, als ik denk: hier zit het even niet lekker. Maar soms zeg ik het ook, als ik in gezelschap ben van een man of wat. Met een luide stem zodat ook de rest het oppakt.”

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

CV David Endt

1954 > geboren in Den Haag
1969 > debuut eerste ASV Slotervaart, Amsterdam
1972 > jeugdspeler, semiprof bij Ajax
1978 > speler Racing Muide Gent
1979 > medewerker Inter Football
1989 > redacteur/perschef Ajax en freelancer voor Eurosport, ESPN, TF1
1993 > perschef Ajax

1999 > teammanager Ajax