Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Dagboek van een kloosterganger

Je een tijdje terugtrekken in een klooster is de meest klassieke manier van onthaasten. Maar wat gebeurt er eigenlijk met je tijdens een retraite? Verslaggever Karin Willems nam deel aan een stilteweek in het Dominicanenklooster te Huissen en hield een dagboek bij.

Dinsdag

12:30 uur
Ik had er best zin in, maar als het zover is, rijd ik met lichte tegenzin naar het klooster. Op de A12 is het druk. Een blauwe Opel Astra blijft naar mijn smaak te lang op de linker rijstrook hangen. De man laat zich niet intimideren en blijft rustig doorrijden. Geïrriteerd besluit ik om hem dan maar rechts voorbij te stuiven. Een vlezig gezicht met een grote uilenbril kijkt mij verbaasd aan terwijl mijn handen zich in het stuur vastknijpen van irritatie.

13:45 uur
Na anderhalf uur rijden draai ik mijn Renaultje het parkeerterrein op en loop door de kloosterpoort de stilte tegemoet. De begeleidster van deze stilteweek is Sylvia Grevel, theologe en kunstenares. Na wat huishoudelijke mededelingen, leest ze tijdens de introductie een tekst voor van de schrijver Anselm Grun over stilte. Ik kijk om mij heen en zie andere deelnemers van de stilteweek vredig hun ogen sluiten om de tekst volledig in zich op te nemen. Ik krijg het nu al benauwd: zit ik toch verkeerd? Ik heb hier eigenlijk helemaal geen zin in.
Bij het voorstelrondje vraagt Grevel ons nadrukkelijk niet te zeggen wat voor werk we doen of wat we gestudeerd hebben. Dat is niet belangrijk deze week. “Het gaat er nu niet om wie je bent, maar dát je bent,” verduidelijkt ze. We krijgen de opdracht om onszelf te beschrijven met een woord dat begint met de eerste letter van onze naam. “Ik ben Karin, en die K staat voor krachtig,” hoor ik mezelf zeggen. “Krachtig omdat ik krachtig in het leven sta, maar ook omdat ik me nog wel eens krachtig uitdruk.” De ongeveer vijftien personen om me heen hebben ieder hun eigen reden voor de retraite. Zo wil mijn buurman van zijn rusteloosheid af, is er een dame die net haar baan heeft opgezegd en voor zichzelf wil beginnen en is er iemand die zichzelf deze week centraal wil stellen. Grevel is tevreden. “Van wat ik zo hoor, zit iedereen hier wel goed,” besluit ze.
De kennismaking wordt afgesloten met de boodschap dat dit een van de laatste groepsbijeenkomsten was. “Dit is een week voor jezelf. Niets is verplicht en we gaan ook zeker geen therapeutje spelen,” vertelt Grevel. Haar woorden luchten mij op. Geen gepsychologiseer deze week.


20:00 uur
We worden verwacht in de binnenkamer, waar de meditatie wordt verzorgd door Henk, niet de oudste, maar wel de langst wonende pater van het klooster in Huissen. Henk woont er sinds 1967 en is ook meditatieleraar. Hij legt uit dat mediteren een hulpmiddel is om bewust te worden van het hier en nu. Ver weg hoor ik hem praten, maar mijn gedachten dwalen wederom af. “Vaak denken we aan wat gisteren is gebeurd, of wat we morgen nog moeten doen. Voor veel mensen is het heel moeilijk om in het hier en nu te leven,” hoor ik hem zeggen. En die woorden raken me. Henk heeft mijn aandacht. We doen een aantal ontspanningsoefeningen en hij vraagt ons de ogen te sluiten en ons te concentreren op de oren. “Luister naar wat je hoort.” Ik hoor iemand een paar meter rechts van mij irritant kuchen en buiten hoor ik auto’s voorbij razen. “Luister naar de geluiden om je heen. Neem ze waar, negeer ze niet. Maar laat ze daar waar ze zijn.” Stoor je niet aan de geluiden, en blijf bij jezelf, vertaal ik voor mezelf. Tijdens de meditatie zit ik op een bidbankje, de benen eronder en met een rechte rug. Pater Henk controleert onze houding en kijkt of we ontspannen zijn. “Laat je kaken los,” zegt hij. Nog tien minuten blijven we zo zitten, met oude Joodse muziek op de achtergrond. Ik vind het heerlijk. Als Henk ons vraagt rustig weer op te staan, ben ik teleurgesteld. Nu al?

Woensdag

09:00 uur
Na het ontbijt besluit ik een lange wandeling te maken. Het is negen uur en aan de lage horizon hangt een roze gloed, alsof iemand de grauwe wolken met een rozerode kwast heeft aangeraakt. Ik wandel door de uiterwaarden van Huissen en kom geen mens tegen. Dit is het goede moment om bewust vanuit mijn onderbuik adem te halen, zoals ik het gisteren heb geleerd. Ik voel me licht opgelaten als ik mezelf hard hoor uitademen, maar het voelt wel lekker. En ach, niemand ziet me. Dikke tranen rollen over mijn gezicht. Niet van verdriet, maar door de wind. Mijn moeder heeft dat ook, een akelig ongemak. Maar vandaag werken de warme tranen op mijn wangen bedwelmend.

12:00 uur
Het verbaast me hoe goed het me lukt om tijdens het mediteren de rust te vinden. Dan komt de tegenvaller. Er staat een beeldmeditatie op het programma. Sylvia deelt een A4 uit met een aantal vragen over een beeld dat geprojecteerd wordt. ‘Kijk en benoem wat je ziet’, lees ik. ‘Kun je je innerlijke wereld met dit beeld identificeren? Wat voel je?’ Het enige wat ik voel is weerstand. Even doe ik een poging om goed naar het beeld te kijken: voor mij roept het de associatie op van een deprimerend jaren zeventig schilderij uit een tandartsenwachtkamer. Ik zie een grijswittig vlak, de onderkant is groen en er half boven zweeft een bruinige bal. Sylvia vraagt ons welke titel we het beeld mee willen geven. Uit de groep komen filosofische namen als ‘weemoed’ ‘beeld in beeld’ en ‘vandaag’. Een man maakt me aan het lachen met zijn titel ‘vakantie in Griekenland mislukt’. Alsof ik Raoul Heertje zijn foto-onderschrift hoor geven in ‘Dit was het nieuws’. Een lolletje mag best.

15:30 uur
Ik voel me toch een beetje schuldig over de zo snel veroordeelde beeldmeditatie en besluit daarom wel deel te nemen aan de schildersessie. Sylvia legt iets uit over verschillende soorten verf en technieken en we gaan aan de slag. Omdat kunstzinnige uitingen met de kwast niet aan mij zijn besteed, gun ik mezelf een compromis: ik schilder een politiek pamflet. Met een rood hart en uitgescheurde krantenknipsels ga ik aan de slag en voor ik het weet ben ik een uur aan het schilderen, scheuren en plakken.

Donderdag

09:30 uur
De regelmaat en de rust in het klooster vind ik heerlijk, maar ik betrap me erop dat ik af en toe nog nadenk over wat ik straks zal gaan doen. Terwijl de keuze niet groot is: Lezen? Wandelen? Slapen? Ik hoef nergens heen en toch ik kan niet nalaten om de tijd in de gaten te houden. Ik besef dat ik de tijd aan het verdrijven ben en niet aan het beleven. Bewust écht rusten en écht de tijd nemen voor jezelf is kennelijk niet zo vanzelfsprekend. Ik dacht dat ik er altijd wel goed in was. Maar nu zie ik dat ook ik mijn vrije tijd opvul met bezigheden: iemand bellen, televisie kijken, een klusje doen, afspreken in de stad, gekkigheid. Stilte kan soms enorm bedreigend zijn, vertelde Sylvia Grevel gisteren. Maar ik ben niet bang voor de stilte. Ik ben alleen even vergeten dat het zo prettig kan aanvoelen. Om daar achter te komen moet je jezelf kennelijk vijf dagen opsluiten in een klooster.

12:00 uur
De middagmeditatie is weer een beeldmeditatie. Dit keer laat Sylvia een foto zien van het stiltecentrum van het gebouw van de Verenigde Naties in New York. Tijdens het mediteren leest Sylvia een stuk tekst voor die bij de foto hoort. Dit werkt niet voor mij. De geluiden die ik normaal ook hoor tijdens het mediteren, storen me dit keer. Ik hoor de auto’s buiten langsrazen en hoor de knorrende maag van mijn buurvrouw en kan me er niet van losmaken. Ik hoef niet gevoed te worden met indrukken of beelden. Ik merkte het eerder al met de teksten die Grevel af en toe uitdeelt. Alles wat gestuurd wordt deze dagen, daar heb ik geen zin in.

21:00 uur
Voor het eerst ga ik naar de sjoel om wat te drinken. Tot nu toe heb ik me met niemand bemoeid. Ik ken de namen niet van de mensen met wie ik drie keer per dag eet, mediteer en waar ik naast zit in de kerkbanken. Eerlijk gezegd heb ik er ook geen behoefte aan. Maar toch staat het schaamrood me op de kaken als ik aan degene met wie ik het meeste contact heb, na twee dagen nog moet vragen hoe ze heet. Ik raak met meer mensen in gesprek. Het is gezellig, maar toch vraag ik me ’s avonds af of ik alles wat ik gehoord heb van de andere gasten, wel allemaal wil weten.

Vrijdag

07:30 uur
Als ik tijdens de ochtendmis stiekem door mijn wimpers kijk, zie ik dat de prior met een klop op de kerkbank het stiltegebed doet eindigen. De karakters van dit klooster worden vertrouwd. Voorzichtig, zonder al te nieuwsgierig over te komen, stel ik Sylvia wat vragen. Zo kom ik erachter waarom de zuster die voorleest uit het Nieuwe Testament een vreemde eend in de bijt is. De zuster komt van de Franciscaner orde. De kleine gebochelde frêle zuster die schuin voor me zit, heeft last van de kwalen die het ouder worden onherroepelijk met zich meebrengt: ze is ver in de 90 en woont alleen nog de avondmis bij. Voor meerdere paters geldt overigens dat ze behoorlijk op leeftijd zijn. En jonge aanwas, vreest ook Grevel, valt niet meer te verwachten.
Vanmiddag, kondigt Sylvia tijdens het ontbijt aan, kan er naar een film worden gekeken in de sjoel. Ik besluit dit over te slaan. Film kijken – wat voor film ook – past voor mij niet bij deze retraite.

17:30 uur
Als ik me meld voor de broodmaaltijd merkt iemand op dat het enorm zonde is dat ik de film gemist heb. Ook anderen is het opgevallen dat ik er niet was. Blijkbaar was ik de enige. Nu begint het me voor het eerst licht te irriteren dat mensen zich met me bemoeien. Ik voel de dwarsigheid en voel ook dat het een beetje onterecht is: iedereen bedoelt het goed. Maar ik wil gewoon met rust worden gelaten.

18:30 uur
De avondmis is een eucharistieviering. In een kring staan we om de tafel waarachter een lange pater het tafelgebed leest. Dit voelt toch wel ongemakkelijk. Eerder deze week had Sylvia laten weten dat de dominicanen het zeer op prijs stellen als de gasten – gelovig of niet – de hostie nemen. En als het lichaam van Jezus op een schaaltje langskomt, pak ik licht besmuikt een stukje uit het schaaltje.


21:00 uur
Na de avondmeditatie ga ik nog even naar de sjoel. Ik wil weten hoe de andere deelnemers het kloosterleven ervaren. En zo merk ik dat ik in mijn oordeel over de film, die in mijn beleving helemaal niet bij deze week past, alleen sta. De groep heeft er juist van genoten. “Heel bijzonder om met allemaal vreemde mensen naar zo’n mooie film te kijken,” merkt iemand op. Een andere deelnemer zegt dat de stilte haar op een gegeven moment te veel wordt: ze was blij dat er een film werd vertoond. Ook de teksten die Sylvia dagelijks uitdeelde, zijn gretig gelezen, terwijl ik ze bijna allemaal terzijde heb geschoven.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Zaterdag

09:45 uur
In de loop van de week ben ik de stilte en rust zo gaan waarderen, dat ik mezelf steeds meer heb onttrokken aan het groepsproces. Ik merk dat ik vandaag ook iets opgewekter ben: stilte maakt toch een beetje somber. Geen onprettige somberheid, maar wel somber. Mijn opgewektheid heeft wellicht te maken met het feit dat we straks allemaal weer naar huis gaan. Ik moet zeggen dat ik daarnaar uitkijk. De onthaasting – ik merkte dat wij zelfs een trager tempo hebben in het klooster dan de paters, die wapperend met hun habijten door de gangen heen razen en die snel na de mis de kapel verlaten – heeft gewerkt: nu weer even ertegenaan, schiet het door mijn hoofd. Ik heb er alle energie voor.

14:00 uur
Na de middagmaaltijd loop ik naar mijn autootje. Ik heb veel behoefte aan muziek. Toevallig zit Elvis nog in de cd-speler: ik zoek eerst de rustige nummers en begin met het mierzoete ‘Heartbreak hotel’ en ‘Love me tender’, maar halverwege de A12 wordt de behoefte aan een uptempo geluid groter. Bij Utrecht gil ik hard mee met ‘Jailhouse rock’ en ‘Blue suede shoes’. Ik voel meer heerlijk, haal diep adem en ben blij om terug te zijn.