Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Daar gaan we weer

Na een ongekend turbulente periode leek de IT-sector de afgelopen jaren in dood tij te zijn beland. Nu de economische lente in de lucht hangt, staat er weer een nieuwe generatie wondermiddelen klaar.

Het is druk in de RAI in Amsterdam. Bijna achtduizend computerexperts uit de hele wereld zijn bij elkaar gekomen voor Tech-Ed, een ontmoetingsplaats van Microsoft-ontwikkelaars. Elk jaar organiseert Microsoft dit rituele feest waar in meerderheid jonge mannen op afkomen. In de lange gangen van het RAI-complex worden verhitte discussies gevoerd over de eigenaardigheden van de C++-programmeertaal of de kortste weg naar the red light district. Weinig bezoekers in de RAI vandaag dragen een pak. Extra druk is het in de centrale hal waar honderden pc’s staan opgesteld. Niet alleen kunnen de bezoekers hier hun e-mail ophalen, ze kunnen bovendien kennismaken met een aardig nieuwtje. De computers zijn uitgerust met e-phone, een softwarepakket van het Zwitserse bedrijf Media-streams. Het programma verandert de pc in een minitelefooncentrale. Een telefoonhoorn is verbonden met het kastje van de computers. De e-phonesoftware correspondeert met het Outlook-programma van Microsoft, zodat elk telefoongesprek op dezelfde manier wordt behandeld als een e-mailbericht. De gegevens van inkomende gesprekken (de identiteit van de beller, tijdsduur van het gesprek) worden vastgelegd en opgeslagen. Uitgaande gesprekken kunnen worden gekozen door simpelweg een contact in het adresboek aan te klikken.
Erich Gebhardt, de ceo van Media-streams, loopt tevreden tussen de rijen bellers door. “Onze software stimuleert de productiviteit en zorgt voor een flinke kostenbesparing,” beweert hij. “Bedrijven kunnen zich een dure telefooncentrale uitsparen.” In plaats van het aparte telefoonnetwerk maakt de software gebruik van het computernet met behulp van voice over IP (voip), de techniek voor het transport van stemgeluid via internet. Gebhardt prijst vooral de bedieningsmogelijkheden aan. Via het beeldscherm kan de gespreksinformatie worden voorzien van aantekeningen. Met een muisklik wordt een inkomend telefoontje doorverbonden of veranderd in een conferentiegesprek. De software functioneert ook als antwoordapparaat waarbij binnengekomen voicemailberichten net als gewone e-mails kunnen worden ‘geforward’ naar een collega. E-phone is een teken van leven in de IT-markt die in een diepe winterslaap leek te zijn geraakt. Jarenlang werden bedrijven overstelpt met de ene na de andere golf, met namen zoals enterprise resource planning (erp), customer relations management (crm), intra- en extranet, supply chain management en nog veel meer. De recessie maakte een eind aan het tijdperk dat er elke paar maanden weer nieuwe ‘onbegrensde mogelijkheden’ opdoemden. De afgelopen jaren was het stil. Maar wie mocht denken dat de IT-industrie definitief is uitgepraat, heeft het mis. Dat is goed te zien in de RAI in Amsterdam. Er zijn vele meer dan honderd bedrijven aanwezig die nieuwe toepassingen hebben ontwikkeld waarbij wordt ingespeeld op de laatste versie van Microsoft Office. Het toverwoord is webservices, internetdiensten. Doordat het Office-pakket op de meeste pc’s te vinden is, en de pc’s bovendien vrijwel allemaal met internet verbonden zijn, ontstaan nieuwe mogelijkheden wanneer Office-programma’s zoals Word, Excel en Outlook rechtstreeks met het web in verbinding staan. E-phone, het telefoonpakket van Media-streams, is daarvan een voorbeeld. Volgens Kees Pronk, de verantwoordelijke man bij Microsoft EMEA, gaan de ontwikkelingen met een nog niet eerder vertoonde snelheid. “Microsoft heeft enorm geïnvesteerd in het partnerkanaal. Er zijn duizenden ontwikkelaars voor de nieuwe versie van Office opgeleid.” Toen Office System 2003 eind vorig jaar werd geïntroduceerd, zaten daar volgens veel critici weinig nieuwtjes in. Het belangrijkste verschil werd echter over het hoofd gezien: de task pane, een venster rechts in het beeldscherm. Dit venster staat ‘open’ naar internet. Pronk: “Alleen in Europa zijn daar al meer dan zeshonderd toepassingen voor ontwikkeld, met nog vele honderden onderweg.” De toepassingen zijn vaak bestemd voor een specifieke sector. Advocaten kunnen bijvoorbeeld vanuit hun tekstverwerkings-programma beschikken over toepassingen zoals een urenregistratie of toegang tot de meest recente wetgeving. Financiële afdelingen kunnen in Excel rekenmodules of Sarbanes Oxley-richtlijnen downloaden. Onder de exposanten in de RAI is het Nederlandse bedrijf Fenestrae dat webservices aanbiedt waarmee bedrijven vanuit Office faxen, sms-berichten en instant messaging-berichten kunnen versturen. “Office is tot nu toe vooral als een individueel hulpmiddel gebruikt,” zegt Pronk. “Het belangrijkste verschil is dat het nu niet meer om de persoonlijke productiviteit draait, maar om de groepsproductiviteit.” Of de honderden nerds aan de pc’s in de centrale hal in de eerste plaats geïnteresseerd zijn in het uitproberen van de nieuwe mogelijkheden van webservices, is overigens de vraag. Aan de gesprekken te horen maken ze vooral dankbaar gebruik van de door Microsoft aangeboden kans om gratis te bellen met hun familie en vrienden aan de andere kant van de wereld.

Opgegeten

Dat het de afgelopen jaren stil was in de softwaremarkt wil volgens Peter Vermeulen, researchmanager van het onderzoekbureau IDC, niet zeggen dat de bedrijven in Nederland stil hebben gezeten op softwaregebied. “Integendeel, men heeft het juist erg druk gehad met zijn software.” Er was een verteringsproces aan de gang. In relatief korte tijd hadden bedrijven allerlei nieuwe softwarepakketten opgegeten. Het resultaat was een enorme complexiteit. Verschillende afdelingen hadden te maken met nieuwe programmatuur, soms afkomstig van uiteenlopende leveranciers. “De afgelopen jaren stonden in het teken van integratie,” zegt Vermeulen. “Er waren allerlei eilandjes ontstaan. Sommige nieuwe pakketten maakten hun beloftes niet waar. De kosten moesten weer onder controle worden gebracht.” Dat gebeurde onder meer door het terugbrengen van het aantal softwareleveranciers.
Kenmerkend voor de integratieslag is de toenemende belangstelling voor shared service centers, centrale afdelingen die bepaalde IT-processen (zoals de personeelsadministratie) in het hele bedrijf ondersteunen. “We hebben bij IDC de afgelopen tijd een toenemende vraag geconstateerd naar erp-specialisten,” zegt Vermeulen. “Dat komt niet doordat er nog veel wordt geïnvesteerd in nieuwe erp-pakketten, maar omdat je dergelijke mensen nodig hebt om een shared service center in te richten.” Ook bij de software-integratie binnen de bedrijven kunnen webservices een rol spelen. De techniek kan worden gebruikt om verschillende bedrijfsprocessen met elkaar te verbinden. De kern van webservices is de opmaaktaal XML. Bedrijfsgegevens die in XML zijn ‘geschreven’, kunnen makkelijk worden herkend en gebruikt door andere computerprogramma’s. De computerdata kunnen eenvoudiger door het bedrijf heen reizen; de personeelsadministratie kan gegevens lenen bij de afdeling financiën, of de urenregistratie en lease-autoadministratie kunnen met elkaar in samenhang worden gebracht. Het voorbeeld dat John Hovens, senior solution architect bij SAP, aanhaalt is dat van inkoop en voorraadbeheer. Volgens Hovens zijn er verschillende bedrijven in Nederland mee bezig. De bedoeling is om vanuit één punt in de supply chain overzicht te hebben over de voorraden en leveranties. De volgende stap is de goederenstroom verder te stroomlijnen door te communiceren met de toeleveranciers. Daarbij zijn webservices het geëigende middel om te zorgen dat de systemen elkaar onderling begrijpen.
Als reden dat deze bedrijven met webservices aan de gang zijn gegaan, noemt Hovens de starheid van veel van de huidige software. Hovens: “Het duurde soms anderhalf tot twee jaar voordat de IT kon worden aangepast aan veranderde bedrijfsprocessen.” Bij de introductie van een nieuw product of een verandering van de markt liep de software achter. In de steeds sneller wijzigende marktomstandigheden wordt dat een toenemend probleem. Een voordeel van webservices is de grotere flexibiliteit: zodra de processen eenmaal in het webservices-‘format’ gegoten zijn, kunnen andere softwareprogramma’s er makkelijker gegevens mee uitwisselen. Er kan eenvoudiger gebruik worden gemaakt van een ander programma of worden geswitcht naar een andere softwareleverancier. Hier zit de achilleshiel van de pakketten waar grote organisaties de afgelopen jaren zo veel geld en manuren in hebben gestoken. Meer dan een jaar is er soms gewerkt aan erp- of crm-implementaties. De problemen steken echter de kop op als de bedrijfsprocessen, die met de software netjes worden ondersteund, onverwachts veranderen. Webservices kunnen daarbij een oplossing zijn, maar dan moeten de bedrijven eerst weer geld op tafel leggen om hun databestanden aan XML aan te passen. Volgens Peter Vermeulen van IDC aarzelen de meeste organisaties nog als het om webservices gaat. De technologie is nog tamelijk jong en op nog niet alle punten voldoende gestandaardiseerd. “Men kijkt de kat nog maar even uit de boom.” De andere reden dat men terughoudend is, is dat er de afgelopen tijd even geen geld voor investeringen in nieuwe ontwikkelingen was.

Melkpakken

Paul Köllner, public affairs manager van HP, vindt niet dat het de afgelopen jaren stil is geweest in de IT-sector, “maar wel een stuk minder hyperig”. Bedrijven hebben volgens Köllner inmiddels een pragmatische attitude gekregen. “Er is een duidelijke voorkeur voor off the shelf-pakketten. Daarbij geldt: goed is goed genoeg. Zo veel mogelijk wordt gebruik gemaakt van marktstandaards en van open source.” Open source-programma’s zoals Linux hebben nog steeds het ontegenzeggelijke voordeel dat ze gratis van internet te halen zijn. Als een van de belangrijkste trends van het moment ziet Köllner de opkomst van rfid. “Dat blijkt sneller te gaan dan veel mensen vorig jaar hadden gedacht.” Rfid staat voor radio frequency identification. Kleine chips kunnen worden verwerkt in objecten en verpakkingen zodat ze draadloos met een scanner kunnen worden uitgelezen. Supermarkten experimenteren er inmiddels mee als vervanging van de barcodes. Als de chipjes eenmaal aangebracht zijn openen zich talloze mogelijkheden voor supply chain management. Met een druk op de knop zie je welke voorraden in huis zijn. En je ziet welke melkpakken het eerst moeten worden verkocht, omdat de houdbaarheidsdatum nadert. Maar de mogelijkheden gaan veel verder. “Je kunt de chip niet alleen in een pak melk stoppen maar bijvoorbeeld ook in een paspoort,” zegt Köllner. Dat heet person tracking and tracing. Niet alleen veel bedrijven maar ook overheidsorganisaties zijn zich volgens Köllner inmiddels aan het oriënteren, of werken aan een pilot. Charles Vincent van IBM houdt zich bezig met de ontwikkeling van rfid in de reis- en transportsector. Als aandachts-gebieden ziet hij de containervaart, de post en de luchtvaartsector. “Een van de eerste toepassingen waaraan wordt gewerkt is het containervervoer,” zegt hij. Rfid leek als geroepen te komen na 11 september. Nu de veiligheidseisen overal in de wereld worden aangescherpt is rfid een goed middel waarmee informatie kan worden opgeslagen over de herkomst van containers. Als tweede voorbeeld noemt Vincent de postsector. De technologie wordt er gebruikt om de internationale poststromen in kaart te brengen. 23 postorganisaties (waaronder TPG in Nederland) versturen grote hoeveelheden ‘nep-post’ voorzien van een rfid-chip. In totaal wordt er een half miljoen brieven verstuurd naar zo’n drieduizend adressen. Op elektronische leesstations aan de grens en in distributiecentra worden de stukken uitgelezen, waarmee precies kan worden nagegaan welke brief welke route heeft afgelegd, en hoe lang hij onderweg is. “Het doel is om de werking van het postnet in kaart te brengen,” zegt Vincent. Bottlenecks in de poststromen kunnen worden opgespoord en structurele verbeteringen aangebracht. Ook zal het systeem informatie gaan opleveren die gebruikt kan worden voor onderlinge verrekeningen tussen de postorganisaties in verschillende landen. In 2005 moet de ‘internationale postbarometer’ operationeel zijn. “Het gevolg zal zijn dat de stromen soepeler verlopen,” zegt Vincent. “Daar hebben alle belanghebbenden baat bij.” Meer ‘sexy’ is het gebruik van rfid op luchthavens. Bij het inchecken kan de bagage van elke luchtvaartpassagier worden voorzien van een chip. De bagageafhandelingssystemen kunnen zo worden ingericht dat de juiste koffer in het juiste vliegtuig terechtkomt. Belangrijker nog is de toepassing wanneer iets mis gaat. Als een passagier wel incheckt maar niet voor de vlucht komt opdagen, moet zijn bagage worden verwijderd. Nu komt het nog regelmatig voor dat een volle Boeing 747 een uur staat te wachten terwijl tussen de duizend koffers en tassen naar de betreffende bagage wordt gezocht. Met een rfid-chip is de juiste tas snel opgespoord. Inmiddels hebben KLM en Schiphol een pilot gedaan met het verwerken van rfid in de bagage op vluchten van en naar Japan. De pilot wordt op dit moment geëvalueerd, maar ook als dat positief uitpakt betekent dat volgens woordvoerder Mirjam Snoerwang nog niet dat het systeem binnenkort wordt ingevoerd. “Er lopen op verschillende plaatsen in de wereld tests. Invoering heeft alleen zin als we het met verschillende partijen tegelijk kunnen doen.” Duidelijk wordt waar de snelle opkomst van rfid tegen zijn grenzen aanloopt. Er moet overeenstemming zijn tussen de betrokken partijen, niet alleen over de wens om het systeem in te voeren maar ook over de technische aanpak. Het zal nog wel even duren voordat onze koffers computergestuurd het juiste vliegtuig in verdwijnen, om eenmaal aangekomen in Los Angeles of Calucutta razendsnel op de juiste transportband te voorschijn te komen. Maar die dag komt steeds dichterbij.

Daar gaan we weer!

VoIP
Voice over IP, de VoIP-telefoon maakt gebruik van internet


Webservices
Stukken software die via internet door computerprogramma’s worden opgeroepen


XML
Extensible markup language, een soort meta-computertaal die ervoor zorgt dat programma’s met elkaar kunnen praten


Rfid
Radio frequency identification, chips die draadloos signalen uitzenden

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Multimedia is the message

Superunie is een inkooporganisatie die voor zeventien supermarktketens werkt. Sinds kort zijn de winkels aangesloten op een virtual private network, een ‘eigen’ communicatienetwerk dat gebruik maakt van internettechnologie. Als de klanten hun boodschappen staan af te rekenen, gaan de transactiegegevens door het netwerk naar de magazijnen. De bevoorradingsketen kan gebruik maken van de meest actuele informatie over de verkooptrends in de in totaal 2500 winkelfilialen.
De mogelijkheden van het netwerk gaan nog verder. Er wordt gekeken naar ‘instore promotions’. In de winkels moeten daarvoor plasmaschermen worden opgehangen, waarop de laatste aanbiedingen te zien zijn. Bij actuele ontwikkelingen in vraag en aanbod kan daar met het uitzenden van promotiemateriaal in de winkels razendsnel op worden ingespeeld. Het is een voorbeeld van het gebruik van multimedia. Terwijl in het bedrijfsleven de afgelopen tijd weinig nieuwe softwarepakketten zijn ingevoerd, is één ontwikkeling gestaag verdergegaan: het ‘huwelijk’ van de computer en de telefoon. Zowel particulieren als werknemers beschikken inmiddels over breedbandverbindingen. Zelfs de mobiele telefoons die veel mensen in hun binnenzak dragen kunnen videofilmpjes afdraaien. “Multimedia wordt een trend,” zegt Marlies Roest, van BT Benelux. “Elke consument en zakelijke gebruiker wil beter en sneller geïnformeerd worden.” Bedrijven gebruiken beeldmateriaal om de gang van zaken in hun fabrieken via internet in de gaten te houden. “Niet alle bedrijven staan te springen om dit mogelijk te maken,” zegt Paul Köllner van HP. “Maar ze kunnen moeilijk anders. Zowel hun werknemers als hun klanten raken er aan gewend. We komen meer en meer in een beeldcultuur terecht, en de bedrijven zullen daarin mee moeten.”