Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Censuur op internet onwenselijk

Het Ministerie van Justitie wil meer bevoegdheden om op te treden tegen internetcriminaliteit. Dit werkt echter onwenselijke censuur van overheidswege in de hand.  

Onlangs heeft het Ministerie van Justitie (van een demissionaire regering) een concept-wetsvoorstel aan de Tweede Kamer voorgelegd waarmee het het Openbaar Ministerie de bevoegdheid wil geven zonder tussenkomst van een rechter websites te laten verwijderen of blokkeren. Dit is een zeer ongewenste verruiming van de bevoegdheden van het OM nu dit censuur van overheidswege in de hand werkt.

Op dit moment kan een Officier van Justitie een tussenpersoon, zoals een hoster, pas vervolgen als deze niet voldoet aan een bevel van de rechter-commissaris om een website te verwijderen (artikel 54a Wetboek van Strafrecht). Deze bepaling is bedoeld om overheidscensuur en zelfcensuur te voorkomen.

Het Ministerie van Justitie wil dit echter veranderen. Zij wil het OM de bevoegdheid geven om zonder tussenkomst van een rechter een tussenpersoon te bevelen om gegevens te verwijderen als dit nodig is om een strafbaar feit te beëindigen of te voorkomen.

‘Strafbaar feit’

Het probleem zit hem in de zeer ruime betekenis van de term ‘strafbaar feit’. Dit betekent namelijk dat ook belediging hieronder valt. Daar komt bij dat indien het onduidelijk is of er sprake is van een strafbaar feit, het OM zelf beslist of de verwijdering of blokkering van een website noodzakelijk moet worden geacht en dus dat het OM zelf beslist of een bepaalde uiting onder de vrijheid van meningsuiting valt.

Checks and balances

Een dergelijke bevoegdheid is niet wenselijk nu dit censuur in de hand werkt en het de zogenoemde checks and balances, (oftewel de scheiding der machten) die momenteel wordt gehanteerd onderuithaalt. Vergaande bevoegdheden zoals het blokkeren van een website dienen in een rechtsstaat alvorens zij worden uitgeoefend te worden getoetst door een onafhankelijke rechter. Bovendien lijkt er geen enkele noodzaak te bestaan om het OM een dergelijke vergaande bevoegdheid te geven nu het voor het OM reeds mogelijk is websites te verwijderen of te blokkeren, zij het pas na toetsing door een rechter.

Vrijheid van meningsuiting

Een voorbeeld waarom de uitbreiding van de bevoegdheden van het OM op dit gebied geen goede ontwikkeling zou zijn, deed zich zeer recent voor.

Journalist Bert Brussen werd door het OM verzocht een bericht van zijn weblog te verwijderen. In dat bericht had de journalist een tweet (Twitter-bericht) opgenomen waarin een derde de politicus Geert Wilders met de dood bedreigde. De titel van Brussens bericht luidde: ‘Wilders met de dood bedreigen doe je zo’. De journalist beriep zich op de vrijheid van meningsuiting en weigerde het bericht te verwijderen.

Het OM heeft toen besloten niet alleen degene die de tweet plaatste te vervolgen, maar wil nu ook de journalist vervolgen wegens bedreiging. Het OM trekt hiermee een journalist die schrijft over een bedreiging, en dit illustreert met de bedreiging in kwestie, gelijk met de bedreiger zelf. Het OM stapt hier zeer gemakkelijk over de vrijheid van meningsuiting heen waarop een journalist zich kan beroepen.

Rechten van de Mens

Reeds in 1994 oordeelde het Europese Hof voor de Rechten van de Mens dat een journalist niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de uitingen van degene die hij interviewt, en die overwegingen zijn ook relevant in deze zaak (EHRM 23 september 1994, NJ 1995, 382). Hieruit kan immers geconcludeerd worden dat een journalist ook niet aansprakelijk moet worden gehouden voor uitingen van een ander persoon die ter illustratie in een artikel worden gebruikt.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Indien de verruiming van de bevoegdheden van het OM reeds een feit zou zijn, zou in het bovenstaande geval de website van de journalist onmiddellijk door het OM zijn geblokkeerd.

Mocht u naar aanleiding van het bovenstaande vragen hebben, of andere vragen op het gebied van intellectueel eigendomsrecht of ICT-recht, dan kunt u contact opnemen met Wouter Offringa via +31 20 521 66 99 of [email protected].