Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Blij met de toezichthoudende rol van AFM en DNB

Wilde Podiumauteur Petrosjan Damen twee jaar geleden dat AFM en DNB zouden stoppen met toezichthouden, nu wil hij ze juist niet meer kwijt. Hij verklaart zijn switch. 

‘Schaf toezichthoudende rol AFM en DNB af’. Dat was mijn oproep die in februari 2011 op de voorpagina van het Financieele Dagblad terecht kwam. Die stelling maakte destijds heel wat los. Inmiddels, twee jaar verder, ben ik van mening veranderd. Niet inhoudelijk, maar wel wat toon betreft. Het toezicht op de financiële sector is nog steeds niet effectief genoeg. Ook de ongewenste consequenties zijn in stand gebleven. De kern daarvan blijft dat het zelfdenkend vermogen van de sector wordt afgeremd door de aard van het toezicht. Het probleem zie ik hetzelfde, de oplossing echter anders. Daarvoor heb ik drie redenen: 

1. Vertrouwen in toezichthouders toegenomen

Mijn vertrouwen in de toezichthouders, vooral in de Autoriteit Financiële Markten (AFM), is toegenomen. Dit komt door zowel hun huidige koers als door hun opstelling. In hun richting herken ik een oprechte zoektocht naar de optimale balans tussen sturen door regels (formele controle) en het sturen door normen en waarden (sociale controle). Een balans die ik bepleitte met mijn stelling van 2011. In die zoektocht staan ze open voor tegengeluiden en willen ze leren van, en met de sector. Een kwetsbare opstelling, die meteen ook de meest sterke is naar mijn idee. Deze koers en opstelling komt mooi naar voren in een speech die Ronald Gerritse, bestuursvoorzitter van de AFM, medio januari van dit jaar hield bij de introductie van de nieuwe AFM-richtlijn.

2. Vertrouwen in financiele sector afgenomen

De tweede reden is dat mijn vertrouwen in het huidige systeem binnen de financiële sector is afgenomen. Er gebeurt te weinig en te oppervlakkig om tot de zelfsturing te komen die ik voorsta. Ook is mijn mensbeeld enigszins bijgesteld sinds februari 2011. Dit is mede ingegeven door de reacties die ik ontving op mijn stelling van toen. Naast de vele steunbetuigingen kreeg ik ook andere signalen. Signalen van mensen uit de sector zelf. Interne toezichthouders die aangaven de externe regels hard nodig te hebben om hun collega’s op het rechte pad te houden.

3. Tijd voor een andere toon

Daarnaast is de tijd rijp voor een andere toon. Mijn stelling in 2011 was bewust gechargeerd geformuleerd om de dialoog op gang te krijgen. Dat is goed gelukt. De keerzijde van die toon was dat het gat tussen sector en toezichthouders erdoor werd vergroot. De tegenstellingen werden benadrukt, niet het gemeenschappelijke doel: herstel van vertrouwen in de sector. Op dit moment hebben we iets anders nodig. Geen afstand, maar toenadering. Alleen samen, sector en toezichthouders, kan de meest effectieve vorm van controle worden gevonden. Vandaar het andere karakter van bovenstaande kop.

Ervaring bij Bouwfonds Property Finance

Mijn kijk op het toezicht is mede gevormd door een ervaring bij Bouwfonds Property Finance. Zo’n 10 jaar geleden heb ik bij dat bedrijfsonderdeel, dat momenteel zoveel in het nieuws is, een adviesopdracht gedaan bij de afdeling Risk Management. Ook toen al ontbrak het ons niet aan formele regels. Stapels hadden we ervan, in dit geval betreffende Basel II. Toch is er in de 10 jaar die daar op volgde een en ander misgegaan. Dat is inmiddels wel duidelijk. Alleen maar meer regels hadden de nationalisatie van de SNS Reaal echt niet voorkomen. Betere regels, aangevuld met meer oog voor onderliggende normen en waarden wel, is en blijft mijn stelling. 

Van Compliance naar Organized Reliance

De oplossing die ik zie om ongewenst gedrag binnen de financiële sector uit te bannen heet:‘Organized Reliance’. Dit concept staat voor het inrichten van een omgeving van georganiseerd vertrouwen, door een optimale wisselwerking tussen formele- en sociale controle. Hierbij gaat het dus niet om vertrouwen in de zin van iemand op zijn/haar blauwe ogen geloven. Het gaat om vertrouwen in de waarborgen die zijn ingericht om het gewenste gedrag te krijgen.

Binnen dit systeem zouden zowel externe als interne toezichthouders de nadruk dienen te verleggen van documenten die gericht zijn op het voorkomen van negatief gedrag, zoals nu doorgaans het geval is, naar een proces dat gericht is op het stimuleren van positief gedrag. Hieronder versta ik een dialoog over wat gewenst en ongewenst gedrag is binnen de sector. Met het inrichten van zo’n proces wordt de kracht van sociale controle veel beter benut. De onvermijdelijke formele controlemechanismen, die door de huidige regelgeving worden afgedwongen, kunnen dan veel meer als ruim kader worden ingezet waarbinnen het proces van sociale controle zich kan afspelen.

Deze invulling roept naar mijn idee hele andere associaties op dan de term Compliance. Die term wordt in mijn beleving door veel mensen, terecht of onterecht, geïnterpreteerd als het naleven van regels van anderen, van buitenaf. Bij ‘Organized Reliance’ gaat het om het samen bepalen wat goed en fout is en daar vervolgens ook naar handelen. 

 

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Eerdere bijdragen:

Over de auteur:
Dit Podiumartikel is geschreven door Petrosjan Damen, Principal Consultant bij adviesbureau Kirkman Company en initiatior van One Million Snowflakes. Damen is tevens bezig met een promotieonderzoek aan Nyenrode Business Universiteit, waarbij hij zich richt op samenwerkingsverbanden tussen financiele instellingen.

Over het podium: 
Ook uw visie geven op ontwikkelingen binnen uw vakgebied? Plaats een artikel op 
MT Podium. Log in op mt.nl/profiel en voeg onder 'activiteiten' uw artikel toe. Interessante bijdragen worden meegenomen in de nieuwsbrief en op home geplaatst. MT Magazine publiceert bovendien periodiek 'Het beste van MT Podium'