Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Bewust kinderloos

Waarom aan kinderen beginnen als je een prettig leven hebt en uitstekende carrièreperspectieven? Steeds vaker besluiten stellen kinderloos te blijven. “Met kinderen had ik mijn loopbaan niet op deze manier kunnen uitbouwen. Dat had me ongelukkig gemaakt.”

“I k heb nooit dat moment gehad van ‘en nou wil ik’. Toen ik tussen de twintig en de veertig was, kwam het er niet van. Ik wilde carrière maken: ik was en ben ambitieus en het heeft me altijd moeilijk geleken dit te combineren met kinderen.” Yvonne Breuk (50), directeur van een evenementenbureau, woont al jarenlang samen met haar partner; geen van beide heeft ooit een nadrukkelijke kinderwens gevoeld. Niet dat Yvonne Breuk kinderen niet leuk vindt: uit haar cv blijkt juist een grote belangstelling voor kinderen. Op haar twintigste zette ze een eigen kinderopvang op, die ze na acht jaar verkocht. Ze studeerde pedagogiek en schreef zelfs boeken over omgaan met peuters en over de prenatale fase van moeders. Maar daar bleef het bij. “Ik vind kinderen leuk, maar niet om mee naar huis te nemen.” Een steeds grotere groep vrouwen krijgt geen kinderen. Van de vrouwen die in de jaren dertig zijn geboren, bleef een op de tien kinderloos. Van de vrouwen die in de jaren zeventig zijn geboren, blijven inmiddels twee op de tien kinderloos. De groei zit voornamelijk in de vrouwen die vrijwillig kinderloos blijven: zo’n 10 procent van de Nederlandse vrouwen dus. Dat gaat niet altijd zonder slag of stoot. Lang niet altijd zijn huwelijkspartners het met elkaar eens over het al dan niet krijgen van kinderen, of het moment waarop met kinderen wordt begonnen. In Yvonne Breuks geval is er geen strijd geweest. Ook haar partner stond niet te springen. Kinderen zijn een grote verantwoordelijkheid en niet iets waar hij lichtvaardig een besluit over kan nemen. Breuk: “Ik heb wel een tijd gedacht kinderen te willen, mits de vader de helft doet. Maar bij vriendinnen die dergelijke afspraken maakten, zag ik dat dit in de praktijk heel moeilijk is: veel komt uiteindelijk toch op de schouders van de moeder terecht. En ik weet van mezelf dat ik een enorme bemoeial ben. Ik was als de dood dat ik in die valkuil zou stappen om toch de volledige de zorg op me te nemen.” Het leek Breuk vooral heel moeilijk om kinderen groot te brengen en tegelijkertijd haar leven te leiden. “Ik heb altijd in veel besturen gezeten en ik heb op verschillende plekken directeursfuncties gehad. Dat is niet van negen tot vijf. Dat combineren met een kind lijkt me heel moeilijk. Dat doe je er niet even bij doen. Al ben ik soms wel eens nieuwsgierig naar hoe mijn kinderen zouden zijn geweest, mijn belangrijkste motief is: ik weet wat ik nu heb en niet wat ik krijg. Als mensen vertellen over hun net geboren baby zeggen ze vaak dat een oneindig geluk hen is overkomen. Ik vraag me dan altijd af: ‘vind je dat nu echt of wil je dat graag?’ Ik vind de geboorte van een kindje oprecht het mooiste wat er is. Maar dat vind ik ook van poesjes en hondjes.”

Oergevoel

Maken kinderen echtparen gelukkiger? Volgens professor Ruut Veenhoven niet. Veenhoven is verbonden aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en doet al jaren onderzoek naar de sociale voorwaarden voor menselijk geluk. Al in 1974 kwam hij tot de conclusie dat echtparen zonder kinderen gelukkiger zijn dan stellen met kinderen, al is het verschil klein. Het grootste nadeel is dat kinderen de intimiteit van het huwelijk belasten, ontdekte Veenhoven. “Voor onze grootouders was dat nog niet zo erg, maar in het maatjeshuwelijk wat mensen nu hebben is die intimiteit veel belangrijker. Dat is terug te zien in de cijfers: zodra er kinderen geboren worden, daalt de huwelijkssatisfactie.” Als mensen kiezen voor kinderloosheid dan is volgens Veenhoven werk en carrière een belangrijk motief. “Als je het gevoel hebt lekker te werken, goed bent in je vak en houdt van een uitdaging, dan ben je minder geschikt om met kinderen thuis te zitten. Andere mensen zijn daar juist weer veel meer geschikt voor.” Opmerkelijk is dat Veenhoven in zijn onderzoek korte metten maakt met het idee dat de kinderwens een oergevoel van mensen zou zijn. Hij staaft dat met de mate van geluk die de door hem onderzochte echtparen voelen en de mate van gezondheid waarin zij verkeren. “Als de kinderwens een oerbehoefte zou zijn, dan zou het niet hebben van kinderen kinderlozen vroeg of laat moeten opbreken. Er zou dan een diep verlangen naar kinderen moeten zijn dat aan de kinderloze knaagt, met psychosomatisch klachten tot gevolg, zoals hoofdpijn, zweethanden, tobberigheid.” En dat is helemaal niet zo, volgens Veenhoven. “Ik heb echtparen in de leeftijd van 25 tot 65 onderzocht en de kinderlozen zijn zelfs beduidend gezonder dan de mensen met kinderen. Kinderwens is dus geen onvermijdelijke drang, maar een keuze. Het is vergelijkbaar met het streven naar een bepaalde carrière of het verlangen om in een bepaald land te wonen.” Toch moeten stellen die besluiten geen kinderen te willen, opboksen tegen fikse vooroordelen en soms zelfs agressie uit hun omgeving. Marije Feddema (28), senior business analyst bij het ministerie van Sociale Zaken in Australië, en haar man Michael Feddema (35), technical manager bij TUSC, kunnen daarover meepraten. Moeilijk vindt Marije Feddema het dat er steeds naar haar redenen wordt gevraagd, waarop mensen soms zelf ronduit onbeschoft reageren. “Soms wordt er gesuggereerd dat ik niet genoeg van mijn man zou houden of dat ik nog niet de juiste partner ben tegengekomen. Met het antwoord dat je gewoon niet de behoefte voelt om moeder te worden, wordt vaak geen genoegen genomen. Er moet een rationele reden zijn, een verklaring voor dit ‘afwijkende’ gedrag.”
Noch Marije noch Michael heeft ooit een kinderwens gehad. Aanvankelijk was dit vooral een gevoel, maar later kwamen daar meer rationele argumenten bij. Marije: “Carrière vormt daarin een belangrijk onderdeel, hoewel het niet de hoofdreden is waarom ik geen kinderen wil.” Vooral dat ze vrij kan beschikken over haar tijd vindt Marije een groot voordeel. “Dat we ons flexibele werktijden kunnen permitteren, draagt uiteraard ook bij aan het vlotten van onze carrières. Als iets dezelfde dag af moet zijn, kunnen wij dus net dat beetje meer werken om het ook daadwerkelijk af te krijgen, terwijl ouders het vaak moeten laten afweten omdat ze echt weg moeten voor de kinderen.” Michael is het van harte met zijn vrouw eens. “Een carrière is al erg moeilijk met een kind, maar het maakt het vaak zelfs onmogelijk om je carrière uit te breiden. Als een van ons bijvoorbeeld een baan in New York krijgt aangeboden, dan stimuleren we elkaar om dat te verwezenlijken. Met een kind zou zoiets vrijwel onmogelijk zijn.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Kinderhater

Marije is persoonlijk nooit rechtstreeks agressief bejegend, maar vertelt dat op de kindervrije online forums – ze is oprichter van de website www.kindervrij.org – soms behoorlijk wat wordt afgescholden op mensen die niet voor kinderen kiezen. Marije: “Psychisch gestoord, geen echte vrouw, gevoelloos, kinderhater, teren op andermans baarmoeder, niet in staat tot liefhebben, is een greep uit de termen die regelmatig de revue passeren.” Onbegrip voor de keuze van mensen om geen kinderen te krijgen, blijkt ook uit het net verschenen boek van Margreet Feenstra Dáárom wil ik geen kinderen! Na meer dan dertig jaar anticonceptie voelen ook de vrouwen en mannen in dit boek, die overigens helemaal niet bij uitstek carrièrejagers zijn, dat ze zich nog steeds moeten verantwoorden tegenover de buitenwereld. De tieners en twintigers krijgen te horen: ‘dat verandert nog wel als je ouder bent’, de dertigers en veertiger moeten het doen met ‘meid, je weet niet wat je mist’, en de vijftigers en zestigers wordt gevraagd of ze niet bang zijn voor de eenzaamheid. De antwoorden van de kinderlozen worden meestal vrij achteloos in de wind geslagen, is de algemene opvatting van de geïnterviewden in het boek. Terwijl het besluit tot vrijwillige kinderloosheid eigenlijk nooit achteloos wordt genomen, maar juist na hard en diep nadenken. Friso de Zeeuw (51), directeur Nieuwe Markten van Bouwfonds Ontwikkeling, heeft helemaal niet het idee dat hij niet zou weten wat hij mist. Hij is er juist heel blij mee dat hij het opvoeden van kinderen heeft weten mis te lopen. “Ik ken maar weinig spijtoptanten, van beide kanten overigens.” Al vanaf dat De Zeeuw een jaar of negentien was, wist hij dat hij geen kinderen wilde. “Ik heb daar nooit een millimeter spijt van gehad. Voor mijn vrouw Thea geldt precies hetzelfde. Vooral dat gedoe met kleine kinderen sprak me niet aan.” Ook De Zeeuw heeft wel eens gelezen dat vrijwillig kinderlozen egoïsme wordt verweten. Zij ontduiken hun plicht jonge mensen te produceren, zodat de AOW moet worden opgebracht door steeds minder mensen. De Zeeuw vindt het argument niet indrukwekkend. “De keuze voor geen kinderen is niet meer of minder egoïstisch dan wel kinderen nemen. Je gaat mij niet vertellen dat mensen kinderen nemen om maatschappelijke redenen.”
Het belangrijkste motief voor Friso de Zeeuw is de drang naar vrijheid van handelen, ook in het werk. “Als je geen kinderen hebt, heb je meer tijd om fanatiek te zijn in je carrière. Als ik door kinderen mijn loopbaan niet op deze manier had kunnen uitbouwen, dan had me dat ongelukkig gemaakt. Dat cocoonen, zo met het hele gezin aan tafel, dat spreekt mij totaal niet aan. Ik denk wel eens dat ik het druk heb – ik zit in tien besturen en commissariaten – maar jonge vrouwen met jonge kinderen moeten 24 uur paraat staan. Zij zijn nooit vrij. Ik kan nog zeggen: dit loket gaat dicht. En daar ben ik heel blij mee.”