Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Alweer een nieuwe manager

In menig bedrijf is het een komen en gaan van managers. maar hoe voelt dat voor de werknemers? Podiumauteur Luc Timmers zet de voordelen op een rij.

Uit onderzoek van Professor Willem F. Bontekaas (fictief personage van de Lijnmanager) blijkt dat een medewerker gemiddeld iedere anderhalf jaar een nieuwe manager krijgt. Daaruit trekt de Professor een aantal belangwekkende conclusies. Helaas is Dhr. Bontekaas vergeten te vragen of diezelfde medewerker dat veelvuldige wisselen eigenlijk wel erg vindt.

Ik heb stellig de indruk dat – ondanks allerlei managementtheorieën over leiderschap en consistentie in beleid, stijl en verantwoordelijkheid nemen – medewerkers het eigenlijk wel prima vinden dat ze geregeld een nieuwe baas hebben. Om overigens heel erg uiteenlopende redenen.

Voordelen van een vertrekkende manager

Er zijn mensen die misbruik maken van de discontinuïteit van hun management. Na een aangenaam planningsgesprek met concrete afspraken over te behalen doelen en te tonen competenties, en een al heel wat minder aangenaam voortgangsgesprek over bijsturing van niet gehaalde doelen en competenties met een vooruitzicht op een slechte beoordeling, vertrekt die vervelend consequente en vasthoudende manager vlak vóór beoordelingstijd en heeft hij, met wat extra geluk, niets vastgelegd. Of wel vastgelegd, maar geen handtekeningen gevraagd waardoor het formeel allemaal niet waar is. Of wel vastgelegd en wel handtekeningen verzameld maar geen of overdracht gedaan omdat zijn opvolger er nog niet was. Of…

Enfin, die nieuwe manager kan hoe dan ook alleen maar beter zijn dan die oude. Misschien is er zelfs wel ruimte voor de nooit gekregen en door alle voorgaande managers ook nooit beloofde maar wel al heel lang heel erg verdiende doch door die incompetente geen-wonder-dat-ze-vertrokken-zijn-managers nooit gegeven omdat zij hem nooit begrepen en op waarde schatten promotie? Meteen bij de kennismaking over beginnen, want daarna wordt de kans snel kleiner.

Komen en gaan van managers

Oude rotten, al lang aan het einde van hun financiële, professionele, promotionele en competentitatieve mogelijkheden, maar niet oud genoeg om te mogen stoppen, doen hun ding al jaren hetzelfde, geheel onafhankelijk van welk type manager dan ook. Man of vrouw, ervaren of onervaren, vast of interim, met master of titelloos, ze kennen ze allemaal, hebben ze allemaal zien komen en gaan, in ongeveer de frequentie die uit het onderzoek van die Professor Bontekaas blijkt.

Sterker nog, ooit waren zij het zelf: lijnmanager. Seen it, been there, done that. En wordt een van die management-snoeshanen té opdringerig, té bemoeizuchtig? Dan zorgt het oude-rotten-roddelnetwerk er wel voor dat de energie van die manager zich snel keert naar het redden van zijn eigen hachje. Óf de rot vertrekt naar een andere afdeling, met dus een andere manager boen zich. Zijn werk neemt 'ie gewoon mee.

Uitgekeken op manager

Ontslag nemen of ontslagen wordenJonge honden, aan het begin van hun financiële, professionele, competentitatieve en promotionele mogelijkheden, zijn snel uitgekeken op hun manager. Ze erkennen dat ze veel van hem zouden kunnen leren, ware het niet dat ze hem bijna nooit zien, hij te weinig verstand heeft van wat zij doen, met voor hen volstrekt oninteressante zaken zoals administratie, budgetten, vergaderingen en plannings- en beoordelingsgesprekken bezig is en in de schaarse bilaterale gesprekken vooral over zijn eigen manager roddelt, waarvan dus ook al niet veel goeds te verwachten valt.

Een klein deel van de jongelingen denkt ‘dit kan ik ook, én beter’ en treedt toe tot diezelfde veelvuldig wisselende groep van managers, het overgrote deel denk ‘dit wil ik nooit’ en wordt onderhevig aan de veelvuldig wisselende groep van managers.

Weer een nieuwe manager

En de manager zelf? Ikzelf? Ik beschouw mijzelf als een oude rot manager. Ik voldoe in alle opzichten én vanuit alle invalshoeken, aan de uitkomsten van het onderzoek van de Professor. Ik heb heel vaak nieuwe bazen gehad, én ik ben zelf heel vaak van werkgever, afdeling of team gewisseld, mijn medewerkers daardoor een nieuwe manager bezorgend. Ik heb deze week afscheid genomen van mijn teams. Na tien maanden. Én in die tien maanden heb ik zelf twee managers gehad.

Ik verheug mij op mijn nieuwe werk, nieuwe collega’s, en ja, een nieuwe manager. Én ik ga ook nu weer leiding geven aan medewerkers die ongetwijfeld bij mijn binnenkomst dolenthousiast zullen zijn, springend, dansend, roepend en klappend en stampend en zingend in koor “Ha fijn, een nieuwe manager.”

Managers wisselen voortdurend van functieWerknemers zie managers liever gaan dan komen

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Eerdere bijdragen:

Over de auteur:
Dit Podiumartikel is geschreven door 
Luc Timmers, verandermanager bij grote (ICT) commerciele bedrijven en overheidsorganisaties, en auteur van onder meer De Lijnmanager en het boek De interimmanager als vriendelijke beul.

Over het podium: 
Ook uw visie geven op ontwikkelingen binnen uw vakgebied? Plaats een artikel op 
MT Podium. Log in op mt.nl/profiel en voeg onder 'activiteiten' uw artikel toe. Interessante bijdragen worden meegenomen in de nieuwsbrief en op home geplaatst. MT Magazine publiceert bovendien periodiek 'Het beste van MT Podium.'