Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

Let’s make things different

Europese, Japanse en Amerikaanse bedrijven besteden steeds meer werk uit, krimpen personeelsbestanden in, stoten dochters af en schroeven investeringsbudgetten terug. Ondertussen kiest het Zuid-Koreaanse Samsung voor een compleet andere aanpak.

 

Het technologieconcern investeert dit jaar de lieve som van 41 miljard dollar in nieuwe technologie, producten en markten. Dat is meer dan Sony, Philips, Siemens, Sharp, Hitachi, Toshiba en zo nog wat bekende bedrijven samen. Waarom Samsung dit doet? Om de concurrentie een klap te geven die straks nog lang zal nadreunen. Nu al domineert het concern omvangrijke markten voor dure schermpjes van mobiele gadgets, geheugen- en systeemchips, tv’s enzovoorts. Crisis of niet, Samsung focust sterk op groei en verovering van markten. En dat lukt het bedrijf ook nog. Al was het maar omdat rivalen kennelijk vinden dat ze in ­mindere tijden een stap terug moeten doen of – op zijn best – een pas op de plaats moeten maken.

“We leggen het af tegen ze, ook hier in Rusland”, vertelde een manager van Philips me vorig jaar. “Dat komt omdat wij hier eigenlijk op alle ­producten een min of meer vastgestelde winstmarge moeten maken. Bij Samsung denken ze anders. Daar duiken ze onder de prijs, kopen ze marktaandeel. De winst komt later wel.”

Philips; the incredible shrinking company

Ik denk niet dat dit het hele verhaal is, want over winstgevendheid hebben de Koreanen geen klagen. Feit is wel dat Samsung, 20 jaar geleden nog een dwerg in de elektronica, het voorheen dominante Philips aan alle kanten heeft ingehaald. Dat ligt trouwens niet alleen aan de prestaties van de Koreanen. Bij Philips wordt namelijk al 25 jaar een crisisbeleid gevoerd. Waartoe dat heeft geleid, weten we. De omzet ligt 40 ­procent lager dan in 1984. Ongecorrigeerd voor inflatie. Uit een ellenlange rij van markten (we noemen slechts de grootste: computers, telecom, defensie, huishoudelijke apparaten, chips, muziek, beeldschermen) trok Philips zich terug. Het vroegere wereldmerk kwijnt weg; in de research heeft het ooit vooraanstaande concern (Natlab!) enorm veel veren gelaten. Zelfs in tijden van hoogconjunctuur boekte Philips geen aanspreekbare resultaten. Om over de beurskoers maar te zwijgen.

Philips staat intussen bekend als the incredible shrinking company. Geen enkele topman heeft de herhaalde belofte om het bedrijf weer te laten groeien waar­gemaakt. En niets wijst erop dat Frans van Houten daar wel in gaat slagen. Hij zingt hetzelfde liedje als zijn voorgangers: Philips is nog te log, te bureaucratisch. Dat wordt dus opnieuw afslanken, in de kosten snijden, markten en producten loslaten. Typisch geval van anorexia.

Teloorgang

De teloorgang van Philips is een feit. Een spectaculaire wederopstanding zit er helaas niet in. Dat ligt niet ­alleen aan het gebrek aan elan, aan de juiste ondernemende mensen. Nee, Philips heeft zich, net als veel andere beursgenoteerde Europese en Amerikaanse bedrijven, volledig uitgeleverd aan de financiële markten. Snotneuzen bij investeringsbanken die nog nooit een moderne fabriek van binnen hebben gezien, schrijven de leiding al jaren de wet voor. Die wet komt erop neer dat er zo min mogelijk risico’s mogen worden genomen, dat er op korte termijn resultaten moeten komen en dat er zoveel mogelijk geld richting aandeelhouders moet. Dankjewel, zeggen Samsung en andere Aziaten.

Hans Crooijmans is een in bedrijfseconomie gespecialiseerde journalist en columnist. Hij werkt vanuit Moskou.


Op
MT.nl/columns vindt u de bijdragen van alle MT-columnisten: