Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

Hollands Glorie – De Campari-tomaat

Klein land, wereldproduct. Deze aflevering: de zaadjes van de Campari-tomaat van Enza Zaden, die per kilo duurder zijn dan een kilo goud.
 

De Campari, sinds 1995

De Campari-tomaat, in Europa bekend als de Tasty Tom, is een ­product van Enza Zaden. Dit bedrijf, in 1938 opgericht door ­Jacob Mazereeuw, ging in eerste instantie als De Enkhuizer Zaadwinkel door het leven. ­Vanaf 1944 heette het De Enkhuizer Zaadhandel, maar tegenwoordig staat de veredelaar bekend als Enza Zaden. De ­vestigingsplaats is nog steeds ­Enkhuizen, al blijven de activiteiten daar niet meer toe beperkt. Vorig jaar werd de 35ste vestiging van het bedrijf geopend, in Brazilië.
Enza Zaden is anno 2011 een onafhankelijk familiebedrijf met een jaaromzet van 160 miljoen euro en wereldwijd ruim 1.200 medewerkers. De eerste jaren van Enza Zaden stonden in het teken van zaaizaden voor ­particulieren, na de Tweede Wereldoorlog werd de focus verlegd naar de professionele tuinders. Tegenwoordig ontwikkelt, veredelt en produceert het ­bedrijf met name zaadjes voor tomaten, komkommers, paprika’s en sla. Een vroeg succes was de tomaat Extase, een ras ontwikkeld door zoon Piet. In 1959 begon hij daarmee, waarna introductie op de Nederlandse markt in 1962 volgde. Daarna kwamen successen zoals de eerste gele ­paprika van Nederland, de vleestomaat en (in 1995) de introductie van een nieuw ras smaaktomaat, Campari. Deze tomaatsoort, geteeld in ­kassen in Nederland, Japan, Nieuw-Zeeland en Noord-Amerika, was een reactie op klachten over de smaak van de tomaat van begin jaren ’90, zegt kleinzoon en adjunct-directeur bedrijfsprocessen Jaap Mazereeuw. “Wij hebben toen als eerste een trostomaat ontwikkeld gericht op smaak.”

Kwart omzet naar r&d

De Campari-tomaat is al jaren een grote hit. De ­tomaat heeft in z’n eentje gezorgd voor de opkomst van het zogenoemde cocktailsegment: tussen de cherry- en romatomaat in. Aan de introductie van zo’n nieuwe soort gaat een jarenlang traject vooraf, zegt ­Mazereeuw: “Het begint met een idee, ­gebaseerd op een combinatie van zwakke signalen uit de markt en de creativiteit van de veredelaar.”
Het bedrijf maakt duizenden nieuwe rassen per jaar, legt hij uit. “Daarvan haalt slechts 5 procent de eindstreep.” Die eindstreep wordt bovendien pas behaald na gemiddeld 6 tot 12 jaar. De ontwikkelkosten zijn dan ook hoog: 25 procent van de omzet van Enza ­Zaden gaat naar research en development. Eenmaal ontwikkeld worden de ­zaadjes geproduceerd in ­verschillende landen. In Tanzania staat het enige ­eigen dochterbedrijf van Enza Zaden.

Duurder dan goud

Als een tuinder 1 kilo zaadjes voor de Campari-tomaat wil kopen, kost hem dat meer dan een kilo goud. Mazereeuw: “Het zaadje is de hardware, de genetica de software. En de ontwikkeling van die genetica kost veel tijd en geld.”
Toch moet de vergelijking met de goudprijs in perspectief worden gezien, zegt hij: “Het klinkt indrukwekkend, maar je moet niet vergeten dat een tuinder uit één zaadje tussen de 30 en 35 kilo tomaten kan oogsten. Daarnaast gaan er honderdduizenden zaadjes in een kilo.”
Niet vreemd dus dat Enza Zaden geen zaadjes per kilo ­verkoopt, maar per stuk. In een zakje zitten meestal ­tussen de 500 en 10.000 stuks. Om te kunnen voorspellen of een ras de verwachtingen waarmaakt, gaat het bedrijf voorafgaand aan de marktintroductie kleinschalige samenwerkingstrajecten aan met tuinders. Mazereeuw: “Bij de ­tuinder moet een zaadje zijn waarde laten gelden. Het ­succes hangt af van de genetica in het zaadje en de kunde van de tuinder. Tijdens het beproevingsproces wordt het ras uitontwikkeld. Dat is ook in het voordeel van de ­tuinders, want zij zitten hierdoor dicht op het vuur en ­kunnen alvast ervaring met een bepaald ras opbouwen. Bij lange onderzoeksproeven krijgen de tuinders ook een vergoeding voor de door hen gemaakte kosten.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Goede veredelaars zijn schaars

Enza Zaden verkoopt bijna 1.000 commerciële rassen. Elk jaar valt er ­daarvan een aantal af, die worden vervangen door betere rassen. Een ras kan worden verbeterd op 3 aspecten: de smaak, de oogstopbrengst en de resistentie ­tegen ziekte en plagen. Wereldwijd heeft het bedrijf hiervoor 18 r&d-afdelingen, en daarnaast zijn er samenwerkingsprojecten met onderzoeksinstituten en ­universiteiten, zoals die in Wageningen. Enza Zaden is bijvoorbeeld partner in Keygene, een samenwerkingsverband van vier zaadveredelingsbedrijven, dat vooral draait om fundamenteel onderzoek. Mazereeuw: “Toegepast onderzoek doen we vooral binnen onze eigen organisatie, want dat is concurrentie­gevoeliger.” Een extra voordeel van samenwerking met universiteiten is dat ­talent vroeg gespot kan worden. Jaarlijks heeft Enza Zaden 50 tot 100 ­vacatures, terwijl maar een handvol veredelaars afstudeert in Wageningen. Mazereeuw: “Het is een uitdaging om in Nederland goed gekwalificeerde veredelaars en onderzoekers te vinden.”

> Dit artikel is afkomstig uit MT magazine. Bestel de nieuwste editie online