Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

App-stores van belangrijkste aanbieders in Nederland

Google, Apple en de rest leveren strijd om de smartphone. Half Nederland heeft ‘m straks op zak. Is het hoog tijd om nu een app te ontwikkelen? Op welk platform?
 

Internet wordt steeds mobieler. ­Volgens marktonderzoeker Gfk is op dit moment eenderde van alle ­verkochte telefoons een smartphone, ofwel een apparaat met (virtueel) toetsenbord, toegang tot internet en de mogelijkheid software te downloaden. Juist die applicaties, kortweg apps, ­maken smartphones extra aantrekkelijk.
Apple was in de zomer van 2008 de ­eerste die via zijn AppStore de mogelijkheid bood apps voor zijn iPhone binnen te halen. Inmiddels zijn er meer dan 250.000 in de aanbieding. Van ­nuttig (wekker) tot idioot (een scheetkussen) en van gratis tot serieus betaald, zoals de navigatiesoftware van TomTom, waarvan de prijs oploopt tot bijna 90 euro.
Google betrad het strijdperk enkele maanden later en verovert de markt met besturingssysteem Android, dat het aan alle telefoonfabrikanten ter beschikking stelt. Dat helpt Android aan een razendsnelle opmars; in de VS steken de ­Android-telefoons naar verwachting in 2012 al het aantal iPhones voorbij.
Ook de Android Market is een goedgevulde winkel met meer dan 100.000 apps. Microsoft (met Windows 7), BlackBerry en Nokia blijven met hun app-aanbod ver achter.
Een mobiele applicatie kan aantrekkelijk zijn voor wie e-commerce bedrijft, als uitgever content aan de man brengt of zijn klanten onderweg service wil bieden. De software is goed op maat te snijden, geeft ook toegang tot telefoonfuncties als GPS (‘Kijk welk filiaal bij u in de buurt is’) en camera (‘Scan de barcode van het artikel en wij kijken of het op voorraad is’).
Een app verwerft bovendien een plekje op het bureaublad van de telefoon, waar hij vele malen vaker wordt gebruikt dan een ­vergelijkbare mobiele website. De ­gecontroleerde softwaredistributie via de ­Apple- en Googlewinkels is ook een pre.
Terwijl Nederland vertrouwd raakt met Buienradar en Appie (van Albert Heijn), drijft de wirwar aan telefoons, systemen en apps echter tot waanzin.

Waar zet je op in?

Natuurlijk wil elk bedrijf in de broekzak meeliften, maar waar zet je op in? Wie maximaal bereik wil, moet voor elk systeem een programma (laten) ontwikkelen. Dat jaagt de kosten op, want denk maar niet dat een Android-appje met één druk op de knop om te ­zetten is in een versie voor de iPhone. Bovendien kunnen ontwikkelaars dankzij de app-gekte stevige tarieven vragen. Vervolgens moet het programma ook nog eens up to date en in de lucht worden gehouden en in het schap komen te liggen.
Is het budget beperkt, dan moet een app-aanbieder dus ­kiezen. Veel hangt af van de doelgroep. Welk toestel gebruikt die? De Blackberry was ooit strikt zakelijk, de iPhone voor jongelui. Toch is het inmiddels ook op het schoolplein ­vergeven van de Blackberry’s, en speelt juist de zakelijke gebruiker nu ook met de iPhone. Ook Android, vorig jaar nog de lieveling van gadgetfreaks, wordt in ijltempo gemeengoed.
Een eigen appje is natuurlijk niet verplicht. Een goed ingerichte mobiele site kan net zo gebruiksvriendelijk zijn, maar vergt minder ontwikkelkosten, én heeft als groot voordeel dat hij werkt op alle smartphones, wat het bereik optimaal maakt. Je hoeft hem maar één keer te laten ontwikkelen en op één plek te laten draaien. Het grote nadeel: een mobiele site geeft geen controle over functies van een smartphone, zoals de camera, al wordt wel hard gewerkt om de mobiele browser slimmer te krijgen. Een compromis is een combinatie te laten maken van een appje met een mobiele site: de app linkt dan na het opstarten door naar de website.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Toch maar stil zitten?

Laten we ervan uitgaan dat de apps een blijverdje zijn. ­Moeten we dan toch niet even wachten om te bezien welk mobiel platform komt bovendrijven? “Stil zitten is altijd een mogelijke strategie”, zegt Rolf Meester, die met Futureways adviseert over mobiele concepten. “En misschien zijn er ­bedrijven die zich dat kunnen veroorloven. Op dit moment zul je inderdaad nooit al je klanten bereiken met welk ­platform dan ook. Maar het aantal smartphonebezitters neemt snel toe, en mensen met een smartphone gebruiken per definitie mobiel internet. Wat als het gebruik van mobiele data straks naar de 100 procent gaat? Je moet je nu afvragen wat daarvan de impact op je business is. Je zult je in elk geval nu moeten oriënteren.”

>> Dit artikel komt uit MT magazine. Bestel de nieuwste editie online <<