Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

6 redenen waarom familiebedrijven slagen

Bedrijven komen, bedrijven gaan, maar het familiebedrijf blijft vaak als enige bestaan. De waarde(n) verklaard in 6 stappen.

 

Op de bovenste foto de familie Van Bommel, op de onderste foto de familie achter de Quooker.

1. Strategische continuïteit

Voor familiebedrijven is niets belangrijker dan continuïteit. Bijna een derde van de familiebedrijven heeft een ceo die al 20 jaar aan het roer staat. Ook staat voor familiebedrijven geld verdienen niet voorop. Nog geen vijfde van de eigenaren ziet de onderneming als vehikel om geld te genereren en vermogen op te bouwen, zo bleek recent uit onderzoek van Nyenrode Business Universiteit. Dus zijn familiebedrijven over het algemeen terughoudend in het uitbesteden van werk naar lagelonenlanden, een maatregel die meestal uit kostenoverweging wordt genomen.

Kijk naar de VDL Group, die productie juist zoveel mogelijk binnen de eigen landsgrenzen probeert te houden. Het bedrijf van topman Wim van der Leegte heeft onlangs nog de Limburgse autofabriek NedCar overgenomen, waardoor 1.500 productiebanen in het Limburgse Born behouden blijven. Goed bezig, Wim. Over het algemeen blijken familiebedrijven toch al meer begaan met hun personeel en zijn ze terughoudender met ontslagen, meldt onderzoek van TiasNimbas voor Van Lanschot. Sommige mensen noemen familiebedrijven behoudend, wellicht zelfs conservatief, maar opvallend genoeg blijken familiebedrijven juist prima in staat in te spelen op nieuwe ontwikkelingen. En dat doen ze ook: meer dan de helft van de familiebedrijven investeert in de huidige crisis meer in innovatie. Familiebedrijven denken namelijk als eigenaar, en niet als uitvoerend klusjesman.

2. Maatschappelijke inbedding

53 PROCENT VAN HET BBP

Lucien Claessens, directeur van de DGA-desk bij Van Lanschot Bankiers: “Familiebedrijven zorgen voor 50 procent van de werkgelegenheid en zetten gezamenlijk 320 miljard euro om, 53 procent van het BBP. Ze zijn een stabiliserende factor in de economie en verdienen daarom veel meer aandacht dan ze krijgen.” Op zoek naar familiebedrijven? Kijk dan eerst in the middle of nowhere. Veel familiebedrijven zijn met afstand de grootste werkgever in een lokale gemeenschap en vinden dat ook belangrijk. Van de familiebedrijven voelt 54 procent zich verantwoordelijk voor de werkgelegenheid van werknemers, blijkt uit de Van Lanschot Familiebedrijven Barometer. Ook als opdrachtgever én als klant zijn ze op lokaal niveau belangrijk, en dat weten ze ook maar al te goed. Familiebedrijven zijn trouw aan alle betrokkenen en als een leverancier of klant hulp nodig heeft, springt het familiebedrijf graag bij.

Familiebedrijven blijken niet alleen vaak de motor van de lokale economie, ze willen ook iets terug doen voor de maatschappij waar ze zoveel van profiteren. Dat blijkt niet alleen in Nederland: uit onderzoek van McKinsey & Company uit 2010 blijkt dat van de 20 grootste Amerikaanse goede doelen er 13 bestaan dankzij kapitaal uit familiebedrijven. Een van de grootste filantropische organisaties van de VS is de Ford Foundation, in 1936 opgezet door Henry Ford en zijn vrouw. Na de dood van het echtpaar hield de stichting een groot belang in de autobouwer, inmiddels zijn die teugels gevierd: Ford is nu deels in handen van de familie en voor de rest beursgenoteerd. Maar de Ford Foundation beschikt nog altijd over een vermogen van 10 miljard dollar.

3. Stabiele financiering

Er wordt vaak met afgunst gekeken naar de behoudend gefinancierde familiebedrijven, die bij voorkeur groeien met eigen vermogen. Uit onderzoek van opnieuw McKinsey blijkt dat de schuld van familiebedrijven gemiddeld veel kleiner is dan die van andere ondernemingen. De verhouding tussen schuld en eigen vermogen steeg in het vorige decennium bij Amerikaanse niet-familiebedrijven van 20 tot bijna 40 procent, bij familiebedrijven ging de verhouding van 15 naar iets meer dan 20 procent. Van de familiebedrijven maakt 55 procent liever geen gebruik van externe financiering, zo bleek in 2006 uit onderzoek van Nyenrode, al is niet ieder familiebedrijf er vies van.

Zo heeft Jumbo, het supermarktbedrijf van de familie Van Eerd, de afgelopen jaren twee spectaculaire overnames gedaan die voor een groot deel zijn gefinancierd met bankleningen. Al erkende topman Frits van Eerd onlangs wel in MT dat hij af en toe wakker ligt van die grote schulden.
Een belangrijk voordeel van het hebben van minder schulden is goedkopere financiering. Volgens McKinsey ligt de rente die familiebedrijven betalen gemiddeld 0,3 procentpunt lager dan de rente die niet-familiebedrijven moeten ophoesten. Zo komt de conservatieve financiering de stabiliteit van de onderneming ten goede. De molensteen van rentebetalingen en aflossingen, die veel ondernemers sterk inperken in hun vrijheid, hangt opmerkelijk weinig familiebedrijven om de nek.

De mannen achter familiebedrijf Quooker

4. Voorbeeldgovernance

Het clichébeeld dat bestaat van de bestuur- en beslisstructuur binnen familiebedrijven is hardnekkig. Zo wordt bijvoorbeeld vaak gedacht dat de familieverhoudingen doorsijpelen in het bedrijf, waardoor falen niet wordt bestraft. Maar in de praktijk blijkt dat familiebedrijven juist opvallend goed bestuurd worden, vooral omdat vertrouwen een grote rol speelt. Dat uit zich vaak in het ontbreken van formele structuren; de raad van commissarissen bestaat niet zelden alleen op papier. Ruim twee op drie MKB-familiebedrijven in Nederland heeft zelfs geen toezichthoudend orgaan, zoals een raad van advies. Niet dat dit belangrijk hoeft te zijn: het wel of niet aanwezig zijn van een bestuursorgaan heeft geen relatie met het presteren van een onderneming, zo bleek in 2010 uit onderzoek van de Christelijke Hogeschool Windesheim.

Een belangrijk – en uniek – onderdeel in de governance bij familiebedrijven is het familiecontract, dat de verhoudingen tussen de familieleden onderling, en tussen de familie en het bedrijf regelt. Wat erin staat? Afspraken over toetreding en uittreding van familieleden, over communicatie en over de gezamenlijke toekomstvisie. Het zorgt ervoor dat familieleden samen moeten nadenken over de koers, waardoor de neuzen dezelfde kant op gaan staan. Als het allemaal goed geregeld is, zijn familieleden de beste aandeelhouders die je maar kunt wensen. Voor je het weet helpen ze het bedrijf via hun netwerk aan leads waarmee het bedrijf aan de slag kan. Denk aan de familie Heineken, wier relaties onlangs nog beslissend bleken in de overnamestrijd rond het Thaise APB.

5. Verrassend innovatief

Nog zo’n clichébeeld: familiebedrijven zouden een gesloten cultuur hebben, die geen ruimte biedt voor nieuwe ideeën en werkwijzen. Niets van dat! Check Bavaria, dat laat zien dat innovatie niet alleen in de industriële en hoogtechnologische sector plaatsvindt. Het familiebedrijf lanceerde onlangs Bavaria 0.0% Gold, een alcoholvrij bier dat bitterder is dan andere alcoholvrije biertjes. Bovendien toonde Bavaria nog maar eens aan dat ook familiebedrijven creatief kunnen marketen, door de aan alcohol verslaafde Hollywoodacteur Charlie Sheen in te huren voor een reclamespot voor het biertje.

Uit een studie van Ernst & Young uit 2010 blijkt dat familiebedrijven meer investeren in innovatie dan vergelijkbare andere ondernemingen. Meer dan de helft van de ondervraagde familiebedrijven denkt ook dat ze een competitief voordeel hebben als het gaat om innovatie. Door hun focus op de lange termijn en hun medewerkers loopt kostbare kennis er minder snel de deur uit. En uiteraard beschikt de familie zelf ook over veel kennis, kennis die bij wijze van spreken ‘via de moedermelk’ van generatie op generatie wordt overgedragen. Ook handig: familiebedrijven staan bekend om de korte communicatielijnen, wat door werknemers extra wordt gewaardeerd.

6. Rentmeesterschap als focus

Euh, rentmeesterschap? Volgens het Britse Institute for Family Business (IFB) staat dat voor ‘actief en verantwoordelijk beheer van toevertrouwde middelen nu en op de lange termijn, om deze in een betere staat door te geven.’ Goed rentmeesterschap betekent kort gezegd dat je als familiebedrijf goed omgaat met het beschikbare kapitaal. En dan hebben we het niet alleen over de financiën, maar ook over het familiekapitaal en het menselijk kapitaal. Zo blijken familiebedrijven sterk in het managen van geleidelijke verandering, omdat ze een familiekapitaal bezitten. De drie vormen van kapitaal kunnen alleen in goede staat worden doorgegeven, als de opvolging binnen het familiebedrijf goed is geregeld. Waarmee we weer aankomen bij waarde 1, continuïteit. Bijna 40 procent van de familiebedrijven geeft aan dat continuïteitsproblemen ‘een issue’ zijn bij de overdracht.

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Ze kunnen een voorbeeld nemen aan topman Willem van Eeghen van de Amsterdamse handelsfirma Van Eeghen, het drie na oudste familiebedrijf van Nederland, uit 1662. Willem, veertiende generatie, wilde begin jaren 80 eigenlijk op avontuur naar de Verenigde Staten. Maar toen zijn vader hem vroeg bij het bedrijf te komen, besloot hij toch in ­Nederland te blijven. Waarom? Hij voelde zich als familielid verantwoordelijk.

Van Lanschot heeft samen met TiasNimbas en MT een boekje uitgegeven over de waarde(n) van het familiebedrijf, waarin een aantal succesvolle familiebedrijven zijn geportretteerd. Het boekje is gratis opvraagbaar. Voor dit artikel is gebruik gemaakt van de verschillende Familiebedrijven Barometers die Van Lanschot met regelmaat publiceert.

Meer over familiebedrijven?