Geen producten in de winkelwagen.
De maatregel die staatssecretaris Wijn van Financien heeft genomen om gouden handdrukken voor oudere werknemers te ontmoedigen zijn volgens de woordvoerder van de bewindsman verkeerd begrepen door onder meer de sociale partners.
Niet de werknemer, maar de werkgever moet in bepaalde gevallen extra belasting betalen over de ontslagvergoeding. Bovendien geldt het regime niet als de werkgever kan aantonen dat er sprake is van een reorganisatie.
Het kabinet wil het gebruik van VUT en prepensioen ontmoedigen, omdat het vindt dat oudere werknemers langer aan de slag moeten blijven. Het parlement is hiermee inmiddels akkoord gegaan. Om te voorkomen dat ontslagvergoedingen als een soort alternatieve VUT wordt gebruikt, heeft Wijn aanvullende maatregelen genomen.
Die houden in dat een ontslagen werknemer van boven de 55 jaar een ontslagvergoeding mag ontvangen die zo hoog is, dat de ontslagene in combinatie met zijn WW recht heeft op een jaarlijkse uitkering van 70 procent van zijn laatste salaris. Die mag lopen tot twee jaar voor hij met pensioen zou gaan. Is de uitkering hoger, dan betaalt de werkgever (en dus niet de werknemer) over dat meerdere een extra heffing van 26 procent.
Is de werkgever onder de 55, dan mag zijn gouden handdruk zo hoog zijn dat deze samen met de WW garant staat voor een jaarlijkse uitkering van 100 procent van het laatste salaris, tot het moment dat hij 55 wordt. Daarna geldt het regime voor 55-plussers.
CDA en PvdA in de Tweede Kamer stelden woensdag dat de aanpak van Wijn strijdig is met een door de Kamer aangenomen amandement. Daarin staat dat met een nieuw regime voor gouden handdrukken gewacht zou worden tot een discussie over de toekomst van de WW en het ontslagrecht is afgerond. De Kamerleden Verburg (CDA) en Depla (PvdA) willen opheldering van Wijn. Volgens de staatssecretaris is er echter geen sprake van nieuw beleid, maar om een verduidelijking van al bestaand beleid. (PWnet/ANP)
