Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

‘Ecosystemen als Solliance worden steeds belangrijker’

Er bloeit iets moois in Zuidoost-Brabant, waar consortium Solliance werkt aan unieke ultradunne, flexibele zonnecellen.

Bij de productie van zonnepanelen is glas nog altijd hét materiaal waarop lagen zonnecellen worden aangebracht, schetst Solliance-directeur Huib van den Heuvel. ‘Glas is een logische keuze: het is vlak, transparant, en het biedt een uitstekende bescherming tegen vocht en andere invloeden van buitenaf. Een belangrijk nadeel is echter dat het relatief zwaar is. Bovendien is het niet flexibel. Lang hebben we gezocht naar een lichter, flexibeler alternatief dat je roll-to-roll kunt produceren, net zoals je een krant bedrukt in een drukkerij. Dat alternatief hebben we nu wellicht gevonden in perovskiet: een veelbelovend, relatief nieuw materiaal dat uitstekend geschikt is voor dunne-film-zonnecellen.’

Mogelijke doorbraak

Eind 2015 nam Solliance, gevestigd in Brainport Eindhoven, een unieke productielijn in gebruik. Daarbij wordt een kunststof of metalen folie roll-to-roll bedrukt met diverse dunne laagjes materiaal, waaronder perovskiet als ‘actieve laag’. Het doel: in een industriële proeftuinomgeving ervaring opdoen met perovskiet en vooral ontdekken hoe flexibele zonnecellen efficiënt en grootschalig geproduceerd kunnen worden. Van den Heuvel: ‘Kun je nagaan: bij de start van Solliance, 5 jaar geleden, kenden we perovskiet niet eens als materiaal voor zonnecellen. En nu staan we, dankzij de combinatie van ons roll-to-roll productieproces en dit nieuwe materiaal, aan de vooravond van een mogelijke doorbraak.’

Nu staan we aan de vooravond van een mogelijke doorbraak.’

Internationale alliantie

Van den Heuvel wil maar zeggen: de ontwikkelingen binnen de productie van zonnecellen gaan razendsnel. De ingebruikname van de nieuwe productielijn markeert een belangrijk moment voor Solliance. Het onderzoeksconsortium ontstond in 2010 nadat onderzoeksinstituten TNO en ECN besloten hun krachten te bundelen. Al snel haakten partijen als de provincie Noord-Brabant, R&D-organisatie Holst Centre en de technische universiteiten van Eindhoven en Delft aan. En inmiddels leveren ook Belgische en Duitse partners – Imec uit Leuven en Forschungszentrum Jülich uit de buurt van Aken – een bijdrage aan het op de Eindhovense High Tech Campus gevestigde instituut, dat momenteel het bindende element is voor 250 onderzoekers. Naast de onderzoeksinstanties werken ook meerdere nationale en internationale bedrijven mee aan dit project.

Uniek in de wereld

De ambitie van de initiatiefnemers – een verschil maken op het wereldtoneel van de productie van ultradunne zonnecellen – is met de ingebruikname van de nieuwe productielijn weer een stap dichterbij gekomen, denkt Van den Heuvel. ‘Qua schaalgrootte en focus – we richten ons exclusief op dunne-film-zonnecellen – zijn we uniek in de wereld. Andere sterke troef is de combinatie van academisch en toegepast onderzoek én inbreng vanuit het bedrijfsleven. We zoeken voortdurend naar industriële partners die samen met ons een doorbraak tot stand willen brengen.’

Weinig standaardisatie

Tegelijkertijd is de markt voor dunne-film-zonnecellen geen gemakkelijke, schetst Van den Heuvel. ‘De waardeketen staat de laatste 10 jaar enorm onder druk doordat China in gigantische hoeveelheden goedkope zonnepanelen produceert. De prijzen zijn enorm gezakt. Dat maakt het voor startende bedrijven in een innovatief marktsegment als het onze enorm lastig om voldoende schaalgrootte te bereiken. De technologie onder controle krijgen én opschalen: dat is een enorme uitdaging.’

De technologie onder controle krijgen én opschalen: dat is een enorme uitdaging.’

Open karakter

Wat volgens Van den Heuvel ook niet meehelpt is het gebrek aan standaardisatie. ‘De Nederlandse maakindustrie staat bekend om zijn open karakter. Maar in deze onder druk staande markt is van open innovatie maar mondjesmaat sprake; bedrijven laten niet graag in hun keuken kijken. Op zich is dat begrijpelijk, maar voor ons is het daardoor soms wel lastig gebleken om met deze bedrijven in contact te komen. Gelukkig zien ook steeds meer ondernemers in dat júist in de samenwerking de mooiste dingen kunnen ontstaan.’

Gelukkig zien ook steeds meer ondernemers in dat júist in de samenwerking de mooiste dingen kunnen ontstaan.’

Internationale aandacht

‘Ecosystemen’ als Solliance zullen in de toekomst verder aan gewicht winnen, denkt Van den Heuvel. ‘Binnen kennisinstellingen als TNO en ECN groeit het besef dat aansprekende resultaten het snelst tot stand komen in dit soort samenwerkingsverbanden. Wat dat betreft is Solliance een interessant experiment, zeker ook omdat het bij mijn weten voor het eerst is dat liefst 8 partijen samenwerken. Hoe geef je zo’n samenwerking vorm, praktisch en qua financiering? Hoe bewaak je de balans tussen je eigen identiteit en het grotere gemeenschappelijke verhaal? En hoe combineer je kleinschalige efficiency met voldoende schaalgrootte en slagkracht? De internationale aandacht voor Solliance is groot, dat zegt veel. Maar gelukkig gaat het daarbij niet alleen om de organisatie, maar vooral ook om de flexibele zonnecellen.’

Resultaten delen

Binnen Solliance wordt inmiddels goed samengewerkt, constateert de op 1 januari 2015 aangetreden directeur. ‘Natuurlijk kost het tijd om vertrouwen te kweken. Vóór de samenwerking binnen Solliance waren deze organisaties vaak een soort concurrenten van elkaar; ze visten in dezelfde subsidievijver en aasden op dezelfde partnerbedrijven. Inmiddels is iedereen overtuigd van het belang van een gemeenschappelijke propositie.’

Cultuurverschillen

Binnen Solliance werken Nederlandse, Belgische én Duitse onderzoekers samen. In hoeverre spelen eventuele cultuurverschillen daarbij een rol? Nauwelijks, constateert Van den Heuvel. ‘Deze mensen zijn het gewend om in Europees academisch verband samen te werken, dus dat levert geen noemenswaardige obstakels op. De uitdaging is nu vooral om onze onderzoekers meer uit hun lab te laten komen, zodat hun resultaten goed landen in het bedrijfsleven. Je bevindingen durven delen met partijen die er geld mee gaan verdienen: dát is de crux.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

 

Dit artikel is onderdeel van het dossier Made in NL. Bij MT vinden we dat Nederland trotser mag zijn op zijn maakbedrijven. Met Made in NL wil MT de kennisdeling binnen én over de sector bevorderen en maakbedrijven een podium bieden. Opdat we terecht trots zijn op de hidden champions van de maakindustrie. In deze missie wordt MT vergezeld door de volgende partners: Centraal Beheer Achmea, MBCF, NIBC, Salesforce en TNO.

Meer Made in NL?