Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Reportage: zo wordt een pallet gemaakt

De pallets van FHG worden niet in China gemaakt. Op stap met ceo Ingrid Faber. 'We zitten waar het gebeurt.'

Het is bloedheet in een van de kamers die onderdeel uitmaakt van het kantoor van Pasec, een productielocatie van de Faber Halbertsma Groep (FHG), nummer 74 in de Maakindustrie 100. Ingrid Faber (foto boven), derde generatie binnen de Nederlands marktleider in pallets, en sinds 2006 directeur, zet snel een raam open. Ze legt uit waar die overdaad aan warmte vandaan komt: ‘Ze stoken hier op hout van pallets.’ Helemaal achteraan het negen hectare tellende bedrijfsterrein in Westmalle, in de buurt van Antwerpen, staat een gigantische verbrandingsoven. In de ruimte waar de oven zich bevindt ruikt het heerlijk, alsof je door een ­nat dennenbos loopt.

Jaarlijks 18 miljoen pallets

Maar het sprookje eindigt hier voor het gebruikte hout: de verbrandingsoven betekent het warme uiteinde van de houten pallets, waarvan FHG er jaarlijks 18 miljoen produceert – 3,5 miljoen stuks door Pasec. Als ze niet meer gerepareerd kunnen worden, gaan ze de vermaler in, die het hout verpulvert tot kleine stukjes. Een magneet verwijdert het metaal, waarna de gefilterde houtsnippers naar de oven worden vervoerd. De energie die door de verbranding vrijkomt wordt gebruikt om nieuw hout te drogen in een van de vier droogovens, of om de panden en fabriekshallen te verwarmen. Overgebleven houtkrullen worden aan andere bedrijven geleverd en als materiaal gebruikt voor spaanplaten, stalbedekking, in konijnenhokken en als korrels voor CV-ketels. Faber: ‘Daardoor hebben we nauwelijks afvalstromen.'

Meerdere productielijnen

Het begin van de levenscyclus van een pallet bevindt zich aan de andere kant van het terrein, in de fabriekshallen van Pasec. Het bedrijf heeft meerdere productielijnen, die staan uitgestald in ruim opgezette, hol klinkende hallen waar Faber nauwelijks boven het lawaai van de vele machines uitkomt. Op haar zwarte pumps loopt ze van machine naar machine, gehuld in een felgeel veiligheidshesje en met een opvallende plastic veiligheidsbril voor haar ogen. Later tijdens de rondleiding zegt ze lachend: ‘In Nederland willen ze ook altijd dat ik veiligheidsschoenen draag. Dan antwoord ik: hebben jullie geen veiligheids­pumps?’

Nieuw: robotarmen

Aan een van de besturingspanelen van een machine hangt een poster van een knappe vrouw, waarschijnlijk door een van de werknemers uit een tijdschrift gescheurd. Inderdaad, aan deze productielijn werken alleen mannen. Verderop werken medewerkers aan de reparatie van pallets. Een van hen trekt wat losse spaanders van een oude pallet en zaagt een kapotte plank weg, die hij vervolgens vervangt. De plank gaat richting het afval, de pallet kan weer naar een klant. Faber: ‘Nu is ie weer bruikbaar ook al ziet hij er niet meer zo goed uit. Maar dat hoeft ook niet, hè.’ De nieuwste productielijn van pallets, sinds een jaar live, is eigenlijk niet voor pottenkijkers bedoeld. Hier vindt de robotisering van de palletproductie plaats: twee volautomatische robotarmen zorgen dat er nog maar drie mensen nodig zijn om het proces te begeleiden. 

Een medewerker van de FHG-productielocatie Pasec in Westmalle

De impact van het weer

De fotograaf mag de robots niet op de foto zetten, want voor je het weet kijkt de concurrentie mee, zegt Faber: ‘Hout is niet maatvast, door weer- en temperatuursinvloeden wordt het soms dikker of juist dunner. Voor robots is het daardoor lastig om hout steeds op dezelfde manier vast te pakken. Maar wij hebben daar wel een manier voor gevonden. Hoe we dat hebben gedaan, hou ik liever geheim.’ Vergeleken met de robotlijn zien de oudere productielijnen er oubollig, primitief en gedateerd uit. Af en toe legt een medewerker een houten plankje recht, verder gaat alles automatisch. Hout komt aan de zijkant van de lawaaiige hal via een lopende band binnen en wordt vervolgens in het productieproces geleid, waar de twee robotarmen zorgen voor de goede doorstroming van de dekken (de onder- en bovenkant van een pallet) en de blokjes die dienen als tussenstukken. ‘Mijn zoontje vindt het wel cool dat ik met robots werk’, zegt Faber, wijzend naar de volautomatische armen.

Pallets is niet ingewikkeld

FHG wil van 300 naar 500 miljoen

Ingrid Faber is sinds 2006 ­directeur bij de Faber Halbertsma Groep. Ze begon met wc’s schoonmaken en stond geregeld zelf achter de machines. ‘Voordat ik mijn vader opvolgde, heb ik veel nagedacht of ik het moest doen. Ik wilde niet mislukken.’ Na de Tweede Wereldoorlog werd de focus verlegd van kratjes en botervaatjes naar pallets, in 1997 introduceerde het een systeem van pooling (een vorm van leasing). Naast houten pallets levert FHG tegenwoordig pallets gemaakt van afvalpapier. Het bedrijf, dat dochterondernemingen heeft in Nederland, Duitsland, België en Frankrijk, draait een jaaromzet van 300 miljoen omzet, en er werken 800 man – van wie 130 in Westmalle bij Pasec. Tweederde van de omzet komt uit de poolingtak, waarin het de tweede partij binnen Europa is. De komende jaren wil Faber doorgroeien naar een jaaromzet van 500 miljoen euro.
De robotisering is de volgende stap in de evolutie van palletproductie. Eigenlijk is een pallet niet zo ingewikkeld, zegt Faber. ‘Je hebt alleen wat planken en spijkers nodig. Als je dat zo efficiënt mogelijk met hout en mensen doet, is het goedkoop.’ In den beginne werden pallets met de hand gemaakt, bij kleine series gebeurt dat nog steeds. Die worden zowel binnen als buiten de fabrieksmuren geproduceerd. Zo wordt een deel van dit handwerk uitgevoerd door gedetineer­­den, in gevangenissen in Veenhuizen (Drenthe) en Merksplas (bij Turnhout). Binnen de muren van de gevangenis in Merksplas heeft FHG zelfs een complete fabriek gebouwd, waar eigen werknemers het werk aansturen en plannen. Desondanks is palletproductie tegenwoordig vooral een geautomatiseerd proces, waarbij de volgende stap is dat robots het til-, aanstuur- en zetwerk overnemen van de mens. Faber: ‘De nieuwste machines zorgen voor een betere arbo-omgeving, meer snelheid en een kostenefficiënter resultaat.’ 

Kosten? 7,50 tot 10 euro

Op dit moment kost een meermalig te gebruiken pallet tussen de 7,50 en 10 euro. Zeker in tijden van crisis is een goedkoper houten draagmiddel alleen maar beter, weet Faber. ‘Een pallet is net zoiets als gas, water en licht. Het moet er altijd zijn, maar mag ook nooit wat kosten.’ De marge op één pallet is ‘heel klein’, zegt Faber. ‘Het is niet te vergelijken met andere producten, want een pallet is een commodity. We moeten de kosten dus goed beheersen en grote aantallen verkopen.’ Om de kosten naar beneden te halen werken de verschillende takken van FHG samen op het gebied van houtinkoop en automatisering. Een goede prijs betalen voor hout is de grootste uitdaging voor FHG: de grondstof bepaalt 70 procent van de kostprijs van een pallet. Faber: ‘Hout is overal nodig, daardoor worden de prijzen hoger. Ook andere markten, zoals de papierindustrie, willen het hebben. Het is een wereldmarkt en dat maakt het zo leuk en veelzijdig, ondanks dat mensen vaak denken: een pallet is een pallet is een pallet.’

Een pallet gaat 7 tot 10 jaar mee

Pallets dus. Rond de fabriekshallen van Pasec in Westmalle, vijf kilometer van de beroemde trappistenbrouwerij, staan ze overvloedig opgesteld. Onder een afdakje, binnen een opslagschuur, maar ook in de open lucht, wachtend tot ze worden opgehaald door lange vrachtwagens. Het duurt gemiddeld een maand voor het zover is, maar veel hebben de pallets in de tussentijd niet te lijden van de gure weersomstandigheden die kenmerkend zijn voor de winter. Eén pallet gaat gemiddeld 7 tot 10 jaar mee, gokt Faber, al is hout in principe altijd te repareren. ‘Grenen gaat soms schimmelen’, zegt ze, ‘maar dat gebeurt pas boven de 15 graden.’ Bij warmere temperaturen wordt het hout beschermd met een zoutbehandeling, of worden ze kunstmatig gedroogd. De pallets van FHG zijn gemaakt van hout uit de Ardennen, Estland, Letland, Litouwen, Wit-­Rusland en Scandinavië. Vroeger kwam het hout ook wel uit Zuid-Europa, maar dat is tegenwoordig te duur, of niet meer de juiste houtsoort.

De verbrandingsoven van Pasec, waar overtollig hout wordt omgezet in energie en warmte

Verschillende houtsoorten

Een pallet kan uit verschillende soorten hout worden gemaakt, van populieren tot grenen, soms gecombineerd in één houten product, al naar gelang de klantwensen. De fabrikant van babyvoeding wil bijvoorbeeld droge pallets hebben, terwijl de onbreekbaarheid van pallets voor aardappelboeren minder essentieel is dan voor vervoerders van scheerapparaten. Een aardappel kan wel tegen een stootje. Alle pakketten hout die binnenkomen krijgen een label, zodat de herkomst van het hout indien nodig achteraf is te traceren. FHG levert aan uiteenlopende industrieën als voedingsmiddelen en chemie, maar ook aan boeren, die hun aardappelen opslaan in houten kisten van FHG. Bedrijven kunnen pallets kopen bij FHG, maar via een poolingsysteem kunnen ze ook gehuurd worden.

Dit artikel komt uit het tijdschrift van Management Team, dat volledig is gerestyled. In de eerste nieuwe editie is er, naast de Maakindustrie 100, aandacht voor BAM-ceo Nico de Vries en vertelt Baraba Kellerman dat het nieuwe werken bullshit is. Meer weten? Bestel hier het tijdschrift.Het bedrijfsterrein van Pasec is een houten verzameling die kleurrijker is dan verwacht – zo heeft een deel van de pallets een groen kleurtje gekregen, om aan te geven dat deze exemplaren zijn bedoeld voor de verhuur. ‘Er is niets zo moeilijk als pallets tellen’, zegt Faber, als ze de verslaggever langdurig naar een stapel pallets ziet kijken. ‘Ik zal het voor je doen.’ Na een korte optelsom komt ze tot 42 voor deze stapel, met tientallen, zo niet honderden stapels verspreid over het hele terrein.

Dit kan niet in China

Kleine vorkheftrucks brengen orde in deze palletstapels. Opvallend vaak zit er een vrouwelijke chauffeur achter het stuur. Vrouwen blijken minder schade te maken, zegt Faber. ­Glimlachend: ‘Dat vind ik wel leuk.’ Ondertussen komen geregeld lange vrachtwagens voorbij rijden, die één voor één een lading komen afleveren of ophalen. Ze vertrekken daarna bijvoorbeeld naar de havens van Rotterdam of Antwerpen, waar de te vervoeren producten in containers aan vaste land komen, en vervolgens op houten pallets worden gestapeld. Weg uit de lawaaiige fabriekshal en terug in het warme kantoortje van Pasec legt Faber uit waarom deze op het eerste gezicht kromme constructie noodzakelijk is. ‘Een pallet kan niet meer dan 250 tot 300 kilometer reizen, anders wordt de kostprijs te hoog. Het worden dan te veel luchttransporten.’ Het betekent dat de productie van pallets is gebonden aan een locatie dicht bij de klant. Faber, inmiddels zonder geel hesje, maar wel opeens heel fel: ‘Ik word altijd kriegel als mensen zeggen dat de maakindustrie uit Nederland verdwijnt. Kijk eens hoeveel er nog wordt gemaakt! Dit kan ook helemaal niet in China, we moeten zitten waar het gebeurt.'

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Het beeld bij dit artikel is gemaakt door Duco de Vries.

Een medewerker van Pasec spuit houten pallets schoon

Meer over de Nederlandse maakindustrie?