Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Inalfa is dominant in schuifdaken en wil dat blijven

Inalfa is wereldwijd de dominante producent van schuifdaken. Bewuste keuzes voor kwaliteit en innovatie brachten Inalfa aan de top.

Van oorsprong was Inalfa een ‘gewoon’ metaalbewerkingsbedrijf. Totdat ze zich besloten toe te leggen op één kunstje: het schuifdak. Nu is het bedrijf uit het Limburgse Venray wereldmarktleider. Hoe is dat zo gekomen? En belangrijker nog: hoe houden ze het zo?

Klinkende namen staan er op de productielijnen bij Inalfa Roof Systems: Rolls-Royce, Jaguar Land Rover, Mercedes, Volvo, Audi. En dan niet zomaar een Audi, nee, het absolute topmodel: de A8 met verlengde wielbasis. De schuifdakenfabrikant uit Venray heeft zich aan de top van de markt gevestigd en mag zo'n beetje alle autofabrikanten tot zijn klanten rekenen, op Toyota na.

Die dominantie in de markt kwam niet vanzelf. Cruciaal waren de strategische keuzes die Inalfa heeft gemaakt, zegt Jan Tulkens, coo van Inalfa Roof Systems Group en ceo van het Europese deel. 'De keuze om ons volledig op één product te richten: schuifdaken. En de keuze om in dat ene product leidend te zijn met innovatie en kwaliteit.'

500 patenten

Die beweging is een jaar of 10 geleden ingezet door Inalfa, van oorsprong een metaalbewerkingsbedrijf met een breed activiteitenpalet. De omslag kwam min of meer met auto's als de BMW X5, vult chief technology officer Jos Sanders aan. Dat was de eerste auto die een groot panoramadak had met twee glazen panelen waarvan het voorste over het achterste naar buiten schoof, in plaats van één paneel dat in het dak verdwijnt, zoals tot dan toe gebruikelijk was.

Méér fabrikanten gingen deze constructie toepassen. De markt was er rijp voor. De premiumfabrikanten, zoals Audi, Daimler en BMW, namen het voortouw met dit accessoire. En Inalfa kon juist dat product bieden. Vrijwel als enige ook, dankzij zo’n 500 patenten. Het betekende groeikansen, want in het premiumsegment kiezen veel meer autokopers voor een schuifdak, of de autofabrikant monteert het zelfs standaard in zo'n dikke full-options uitvoering.

15 tot 30 kilo glas

Er komt heel wat kijken bij zo'n modern panoramadak met groot oppervlak. De massa neemt exponentieel toe bij een groter oppervlak. Er zit zo'n 15 tot 30 kilo glas op een hoge plek in de auto en dat beïnvloedt de gewichtsverdeling en het verhoogt het zwaartepunt. Bovendien moet het glas veilig zijn. ‘Het moet de kracht van een ontploffende airbag kunnen weerstaan. Dan komt er een druk van 700 kilo op het glas te staan’, illustreert Sanders. Er zijn ook grote stappen voorwaarts gezet op het gebied van zaken als de inklembeveiliging, dus dat je niet met je arm klem raakt in het dichtschuivende dak.

Door de toegenomen complexiteit van een schuifdak zijn autofabrikanten steeds meer gaan uitbesteden. Die complexiteit heeft ook ertoe geleid dat de ontwikkeling van een schuifdak voor een automodel al tijdens de eerste schetsfases van de auto zelf wordt meegenomen. 'Vroeger werkten we op basis van vraag uit de markt. Nu zijn we al heel vroeg betrokken bij het ontwikkelproces van een nieuwe automodel’, zegt Tulkens.

Maar Inalfa beweegt mee met de autoverkopen en de conjunctuur. Toen in 2009 de crisis uitbrak en autoverkopen een duikvlucht namen, voelden ze dat in Venray dus ook. 'We verloren in 3 weken tijd 30 procent van ons omzetvolume', aldus Sanders. 'Dat kwam hard aan. We moesten in 2 maanden tijd een derde van onze productiemedewerkers laten gaan.'

Loonoffer

Ondanks de krimp bleef de ontwikkelafdeling op sterkte. 'Een bewuste keuze', benadrukt Tulkens. 'Je research & development is je toekomstige business. Onze mensen begrepen dat.’

Het was zelfs zo dat ze vrijwillig een loonoffer van 10 procent brachten om het bedrijf door de moeilijke tijd heen te helpen, zegt Sanders. ‘Dat loon hebben we allang weer terugbetaald. Die 30 procent omzetverlies hebben we ruimschoots weer goedgemaakt. We doen nu 20 procent meer omzet en hebben nu weer méér mensen aan het werk dan vóór de crisis.'

Omzet verdubbeld

De afgelopen 3 jaar is Inalfa in omzet verdubbeld en Sanders en Tulkens verwachten dat de komende 5 jaar nog eens te kunnen doen. ‘Dus onze keuzes hebben gewerkt.’

De jaaromzet van Inalfa bedraagt meer dan 700 miljoen met ruim 3.500 medewerkers. Jaarlijks maken zij dik 4 miljoen schuifdaken, hetgeen goed is voor een marktaandeel van 20 procent wereldwijd.

Vorig jaar opende Inalfa drie nieuwe vestigingen. Inclusief Venray zijn er nu 18, allemaal in de buurt van grote autofabrikanten. Inalfa zit in de Verenigde Staten, Mexico, Polen, Slowakije, Brazilië, China en Zuid-Korea. In enkele landen dus met meerdere vestigingen. Binnenkort opent een nieuwe fabriek in Shanghai, de vierde in China, en medio volgend jaar komt er een vijfde in China bij, in Beijing.

Uit zijn jasje gegroeid

Door de groei is Inalfa ook uit zijn jasje gegroeid. Het huidige pand in Venray uit 1955 oogt zeer karakteristiek voor die tijd, maar biedt inmiddels onvoldoende plaats. Daarom is er een nieuw hoofdkantoor in aanbouw, aan de rand van Venray, tegen de A73. Daar kan Inalfa een flinke inhaalslag maken met een volledig from scratch ontworpen gebouw. De productie- en logistieke afdelingen zullen in vierkante meters nauwelijks groeien, wel de kantoren en de ontwikkelafdeling.

Want Venray herbergt het zogeheten competence center dat onder leiding staat van Sanders en Tulkens. Dat vormt het hart van de productontwikkeling en processtandaardisatie voor alle vestigingen wereldwijd. 'Waar je ook ter wereld in een vestiging van ons binnenstapt, je ziet steeds hetzelfde proces. Binnen zie je bij wijze van spreken niet in welk land je bent.'

Wel kunnen de vijf verschillende ontwikkelcentra die over de wereld zitten, in samenwerking met hun klant specifieke producten ontwikkelen, maar wel op basis van de standaard componenten die in het competence center zijn ontwikkeld.

Onder één dak

De strakke aansturing is nodig, omdat autofabrikanten tegenwoordig een model wereldwijd op hetzelfde moment introduceren. Daardoor moet Inalfa ook direct zijn schuifdaken leveren, vanaf de productiestart van zo'n model in alle fabrieken waar het geassembleerd wordt. 'Vroeger werd een model eerst op de thuismarkt geïntroduceerd en werden in de eerste periode de kinderziektes eruit gehaald. Dat gold ook voor accessoires. Nu moeten wij vanaf het begin een volledig uitontwikkeld product leveren, op grote schaal’, schetst Tulkens.

In Venray zit de ontwikkelafdeling letterlijk tegen de productiehal aan. Dat is precies de bedoeling. Ontwikkelaars kunnen hun ideeën direct in de praktijk testen en afstemmen met de productiemedewerkers. De samenwerking is in Venray duidelijk te zien bij een productielijn waar getest wordt met schuifdaken voor een nieuw model van Jaguar. De CAD-tekenaars zitten er pal naast en werken intensief samen met de productie. 'Je moet engineering en productie bij elkaar houden', zegt Tulkens. Samen onder één dak. Dat bevordert de snelheid van handelen en de kwaliteit.

Altijd in Nederland

Daarom zal Inalfa altijd productie in Nederland houden. 'Dat kan als je genoeg waarde toevoegt. Wij bouwen in ons competence center kennis op, en die voegt waarde toe aan het product. Dat vervolgens in Nederland blijven maken, kan dan uit.'

Inalfa is sinds 2001 eigendom van het Chinese Beijing Hainachuan Automotive Parts. De groei wordt volledig gefinancierd uit eigen middelen. Diversificatie zit er voorlopig niet in, zeggen Sanders en Tulkens in koor. 'In schuifdaken zien wij voor de komende jaren nog volop mogelijkheden tot groei. Die is nog lang niet aan zijn eind. De breedte in gaan is voor ons nu niet nodig.'

 

Dit artikel is onderdeel van het dossier Made in NL. Bij MT vinden we dat Nederland trotser mag zijn op zijn maakbedrijven. Met Made in NL wil MT de kennisdeling binnen én over de sector bevorderen en maakbedrijven een podium bieden. Opdat we terecht trots zijn op de hidden champions van de maakindustrie.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Lees meer over de maakindustrie:

De huidige printeditie van Management Team heeft ook 'de maakindustrie' als thema. Ben je nog geen abonnee? Vraag de huidige editie dan aan als gratis proefnummer.