Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Waarom de industrie meer dan andere sectoren worstelt met financiering

‘Er is een beroemde foto van het Microsoft-team, gemaakt in 1978, met daarop 11 enorme nerds. Helemaal links onderin staat een bleke Bill Gates. Het onderschrift: Would you have invested? Ik waarschijnlijk niet, en zie waar Microsoft nu staat.’ Kees Cools, hoogleraar Corporate Finance aan TIAS Business School, wil maar zeggen: het is voor beginnende bedrijven heel lastig een investeerder zo gek te krijgen dat hij geld steekt in jouw plannen.

Financiële kracht van de maakindustrie

Bill Gates Microsoft 1978
De beroemde foto van het Microsoft-team, gemaakt in 1978.

‘Dat geldt voor maakbedrijven net zo goed. Groeiende start-ups hebben áltijd problemen om aan seed capital te komen; je hebt nu eenmaal nog niets om aan een potentiële investeerder te laten zien. Ik vergelijk het altijd met zeeschildpadden. Van de 200 eieren die zij leggen bovenaan het strand, bereiken er uiteindelijk maximaal 2 daadwerkelijk de zee. Maar welke? Niemand die het weet. Vergis je niet: zelfs voor winstgevende bedrijven is het vaak erg lastig hun eigen groei te financieren. Dat is ook precies de reden waarom zelfs een succesvol bedrijf als Philips op een gegeven moment naar de beurs is gegaan.’

Kapitaalintensieve, conjunctuurgevoelige sector

‘De vaste lasten in de maakindustrie zijn enorm hoog’

De maakindustrie heeft daarbij volgens Cools bovendien de pech dat het gaat om een kapitaalintensieve, conjunctuurgevoelige sector. ‘Het eerste wat er bij een economische teruggang niet meer gekocht wordt, zijn kapitaalgoederen. Denk maar aan het transportbedrijf dat voorgenomen investeringen uitstelt en besluit nog even door te rijden met zijn huidige wagenpark. Bovendien zijn de vaste lasten in de maakindustrie, met zijn omvangrijke machineparken, enorm hoog. Uiteindelijk moeten al die machines wél worden terugverdiend.’

Private investeerders

Alternatieve financieringsmogelijkheden zoekt Cools (nu banken nog altijd terughoudend zijn) vooral in de hoek van private investeerders. ‘Participatiemaatschappijen, regionale ontwikkelingsmaatschappijen, informal investors: er zijn in Nederland genoeg partijen waar geld zit. Crowdfunding? Daar geloof ik eerlijk gezegd niet in als financieringsinstrument voor de maakindustrie: het gaat vaak om relatief kleine bedragen, en uiteindelijk komt het neer op schieten met hagel.’

Innovatie cruciaal

‘Innovatie is dé belangrijkste factor voor succes’

De Nederlandse maakindustrie zou – onder invloed van ontwikkelingen op het gebied van smart industry – bezig zijn aan een opleving; steeds meer bedrijven zouden de productie terughalen vanuit lagelonenlanden, en qua innovatie zou Nederland tot de mondiale voorhoede behoren. Cools vraagt zich hardop af of dat laatste inderdaad zo is. ‘Uiteindelijk wordt de toekomst van onze maakindustrie door enkele factoren bepaald. Innovatie is een belangrijke, misschien wel dé belangrijkste factor voor succes. Neem een bedrijf als NTS: dat investeert flink in zijn onderzoeks- en ontwikkelactiviteiten en is mede daardoor enorm succesvol. Het is op zich ook goed dat bedrijven steeds vaker in elkaars nabijheid gaan zitten en samen optrekken. Vooral in de Brainport-regio rond Eindhoven zie je dat natuurlijk gebeuren.’

Gedeelde belangen veranderen

Tegelijkertijd lijkt het volgens Cools – alle ‘verkooppraatjes’ ten spijt – wel mee te vallen met de écht economische groei in Eindhoven en omgeving. Bovendien, zo benadrukt Cools, klinkt samenwerking leuk op papier, maar komt het in de praktijk niet altijd van de grond. ‘Hoe dicht je ook tegen elkaar aan gaat zitten: uiteindelijk is samenwerking fundamenteel in strijd met de uitgangspunten van de markteconomie. Neem het voorbeeld van KLM en Schiphol. Lange tijd werkten deze bedrijven, vanuit een gedeeld belang, intensief samen om van Schiphol een vooraanstaande luchthaven te maken. Maar inmiddels zijn hun posities veranderd: Schiphol wil graag low cost carriers toelaten op aantrekkelijke plekken, terwijl KLM deze prijsvechters begrijpelijkerwijs het liefst helemaal niet op de luchthaven ziet. In de maakindustrie werkt het vaak net zo: de intentie tot samenwerking is er wel degelijk, maar zodra één samenwerkingspartner meer succes boekt dan de andere, is het meestal afgelopen.’

Kapitaalvernietiging

‘De inflexibele arbeidsmarkt is nadelig voor de Nederlandse maakindustrie’

Naast innovatie en samenwerking is ondernemerschap volgens Cools een andere bepalende factor in het succes van maakbedrijven. Ook op dat punt valt er in Nederland nog het nodige te verbeteren, denkt Cools. ‘In de Verenigde Staten kennen ze een systeem op basis van hire and fire, waarbij een bedrijf al naar gelang de behoefte gemakkelijk personeel kan aannemen en ontslaan. Aan het andere einde van het spectrum vind je een land als Frankrijk, dat de crisis niet voor niets maar moeizaam doorstond. De Nederlandse arbeidsmarkt is íets flexibeler, maar niet veel. Door die inflexibele arbeidsmarkt is de Nederlandse maakindustrie mondiaal in het nadeel.’

Familiebedrijven

Bovendien ontbreekt het in Nederland aan een structurele industriepolitiek, constateert Cools. ‘Drie van de meest succesvolle landen te wereld – Zuid-Korea, Zwitserland en Singapore – kennen geen natuurlijke grondstoffen. Dat ze tóch zo succesvol zijn, heeft te maken met het consistente overheidsbeleid. In Nederland is er echter nauwelijks sprake van een meerjarige agenda.’ Ook het grote aantal familiebedrijven is volgens Cools een nadeel voor onze maakindustrie. ‘De opvolging is in dit soort bedrijven vaak een probleem. Goede ondernemers zijn schaars, en vaak zou het raadzaam zijn om de opvolging buiten de eigen kring te zoeken – maar dat gebeurt helaas veel te weinig. Het gevolg: pure kapitaalvernietiging.’

Lichtpuntjes

‘Hightech en biomedische technologie: dáár liggen de grootste kansen’

Cools haast zich te zeggen dat de Nederlandse maakindustrie – ondanks alle kanttekeningen – wel degelijk lichtpuntjes kent. ‘Hightech en biomedische technologie: dáár liggen volgens mij de grootste kansen voor Nederland op het wereldtoneel. Wat mij betreft maken overheid en bedrijfsleven nu snel werk van een meerjarige agenda en zetten we als land vol op in deze sectoren.’

Dit artikel is onderdeel van het dossier Made in NL. Bij MT vinden we dat Nederland trotser mag zijn op zijn maakbedrijven. Met Made in NL wil MT de kennisdeling binnen én over de sector bevorderen en maakbedrijven een podium bieden. Opdat we terecht trots zijn op de hidden champions van de maakindustrie. In deze missie wordt MT vergezeld door de volgende partners: Centraal Beheer, MBCF, NIBC, Salesforce en TNO.

Lees ook:

Bewaren