Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Derk Haank

Binnen het Reed-Elsevier-concern is hij de hoogst geplaatste Nederlander, verantwoordelijk voor de wetenschappelijke divisie Elsevier Science. Zelf heeft Derk Haank weinig op met wetenschappelijke distantie. “Deze man is wel erg bot.”

Juni jongstleden. Met gekromde tenen luistert uitgevend Nederland naar de speech van Derk Haank. Nog nooit heeft iemand het gepresteerd om tijdens het Nationale Uitgeverscongres zo veel heilige huisjes tegelijk radicaal met de grond tegelijk te maken. “Een echte boer, laat die man alsjeblieft terug gaan naar de Achterhoek, hij had gewoon boer moeten worden,” wordt er in de wandelgangen van het Rotterdamse Hulstkampgebouw gemonkeld. Bij de concurrentie is Derk Haank niet erg populair. Zéker niet na deze speech, die meer demasqué van uitgevend Nederland was, dan speech.

Aanvankelijk moest uitgevend Nederland wel lachen. Althans dat deel dat níét op de korrel werd genomen. Maar uiteindelijk moesten alle segmenten in de uitgeefwereld eraan geloven. “En dat kwam hard aan,” herinnert een krantenuitgever zich. “Vervelend aan deze man is dat hij, ondanks zijn botheid, het gelijk aan zijn kant lijkt te hebben. Sinds hij verantwoordelijk is voor Elsevier Science zijn de resultaten daar aanzienlijk verbeterd. En dat is geen toeval. Dat heeft álles met Derk Haank te maken.”



Tijdens zijn speech gaf Haank (48) handvatten om de resultaten van álle Nederlandse uitgeverijen te verbeteren. Maar daarvoor zijn wel uiterst radicale maatregelen vereist. Om te beginnen zullen de huidige uitgevers en masse moeten opstappen. Want dat, zo meent hij, zijn allemaal huilebalken. Huilebalken, sukkels en klaagzangers. Neem nou de krantenuitgevers. “Dat zijn toch allemaal sukkels met kapsones van hier tot Tokio die zich moeten doodschamen voor het product dat ze in elkaar flansen. Krantendirecties zijn slappelingen omdat ze achter hun redacteuren aanlopen die veel te intellectuele kranten maken en niet bereid zijn hun pagina’s met advertenties te ontsieren.”



Geheel tegen de huidige trend in pleit Haank voor dikke kranten. “Als je met een dunne krant komt aanzetten zullen mensen heus niet zeggen: “Goh wat is dat een succesvol product. Maar zo’n krant moet dan niet dezelfde pretenties hebben als deVolkskrant en de NRC. Want als ik die zie denk ik, het is toch allemaal wel verdomde gedegen, neem me niet kwalijk hoor.”

Die kritiek geldt niet voor literaire uitgevers. Weliswaar zijn dat in de ogen van Haank allemaal huilebalken, klaagzangers en sukkels, maar hun product deugt in het algemeen. Alleen is de prijstelling volkomen fout. “Want wie koopt er nog een boek? Dat is toch het schouwburgpubliek! De geen-geld-lezer gaat naar de bibliotheek. Wie een boek koopt heeft kennelijk behoefte aan hebbedingetjes, een luxegoed dus. Nou luxegoederen kun je niet duur genoeg maken.”

In de wandelgangen heeft menig uitgever die junidag één troost. “Deze man is gelukkig niet mijn superieur. Hij is wel érg bot.”



Lummel

“Deze man is helemáál niet bot,” corrigeert Jan van der Veer enkele maanden later. En hij kan het weten, want hij is voorzitter van de ondernemingsraad van Elsevier Science. “We hebben enorme goede ervaringen met de heer Haank,” jubelt de OR-voorzitter. “Alles is met hem bespreekbaar, hij neemt de OR serieus en doet vaak wat met onze aanbevelingen. In vergelijking met zijn voorganger is meneer Haank echt een verademing. Hij is direct verantwoordelijk voor onze divisie Science en daarbij is het heel handig dat hij veel invloed heeft in het hele Reed-Elsevier-concern. Sinds hij verantwoordelijk is voor onze divisie, zijn de resultaten duidelijk verbeterd. Onze prijstelling was te hoog, daardoor kwamen we in moeilijk vaarwater. Dankzij hem is dat nu rechtgetrokken. Hij is gelukkig geen visionair. Zijn voorganger Spruit was dat wél. Die had fantasieën, ideeën en verhalen. Alleen kwam van de uitvoering weinig terecht.”



Dat ‘doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg’, is er bij Haank met de paplepel ingegoten. Achterhoekse nuchterheid. Hij wordt in 1953 als boerenzoon in het dorpje Terborg geboren. Zijn eindbestemming staat dan al vast. Hij zal het bedrijf van zijn vader overnemen. Vier jaar later wordt dit voornemen door pa Haank al resoluut geschrapt. “Wat er ook gebeurt, deze lummel mag mijn bedrijf niet overnemen.” De lummel toont geen enkele interesse in het agrarisch metier. Op een dag, zo herinnert Haank zich, kwam hij thuis en merkte op: “Goh, staan de koeien alweer op stal?” Die koeien bleken daar al zes weken lang te vertoeven. Voetbal boeit hem daarentegen wel. Op zijn zesde raakt hij al in de ban van De Graafschap. Thans is hij voorzitter van deze club. Maar zelf houdt hij zich verre van alles dat maar enigszins naar lichamelijke inspanning tendeert. “Ik heb een hekel aan lichamelijke inspanning. Ik kan heel goed niets doen en gewoon een beetje zitten,” vertrouwde hij onlangs het uitgeversvakblad Media Facts toe.



Aan denksport doet hij wél. De uitgeefwereld vormt daarbij zijn schaakbord. Hij start daar in 1987 als stafmedewerker van Elsevier. De voorafgaande zes jaar is hij wetenschappelijk medeweker bij de VU. Daar maakt hij kennelijk geen overdonderende indruk. Er valt althans niemand te traceren die überhaupt nog iets over hem heeft te melden.

Dat laatste is in de uitgeverswereld geen enkel probleem. Begin jaren negentig schopt Haank het tot algemeen directeur van Elsevier-dochter Misset. Daar werkt op dat moment ook Marcel ten Holte, thans uitgever bij de VNU. Zoals zo velen herinnert ook die zich de komst van Derk Haank als een verademing.

“We hadden een jaarlijkse sales meeting,” memoreert hij. “Dat was redelijk saai, met veel cijfers en zo, dus moest er altijd een keynote speaker komen om ons wat op te krikken. Met de komst van Derk was dat ineens niet meer nodig. We kregen weinig, maar voldoende cijfers en Derk was zelf de keynote speaker. Zijn humor en manier van spreken werkten zéér motiverend. Derk was ook de eerste die alle businessunit managers bij hem thuis voor een nieuwjaarsborrel uitnodigde. Hij is enorm scherp, schrijft tijdens vergaderingen niets op, maar noteert alles in zijn hoofd. Hij heeft een uitstraling van ‘ik heb alles onder controle’. Zijn handelsmerk is ‘maak het vooral simpel, het is allemaal niet zo ingewikkeld’. Hij kan tijdens vergaderingen soms met de benen op tafel zitten. Derk kan best bot overkomen. Hij draait er nooit omheen, maar hij heeft vooral ook humor. Met die humor en scherpe tong weet hij alles te pareren.”



“Zijn belangrijkste karaktereigenschap is humor,” reageert ook Arnold Verstegen, vestigingsdirecteur van Elsevier Bedrijfsinformatie te Doetinchem, “nee, ik kan daar geen voorbeelden van geven. Hij is niet van het type grappenmaker, hij reageert altijd humoristisch op bestaande omstandigheden.”

De prestaties van zijn voetbalclub De Graafschap geven helaas weinig inspiratie tot grappenmakerij. Maar als Achterhoekse boerenzoon zal hij De Graafschap nóóit laten vallen. Zelfs in het buitenland probeert hij de wedstrijden via een krakende transistorradio te volgen. De Graafschap zal echter nooit een topper worden à la Elsevier. Behalve van superboeren, zoals de fanatieke aanhang zich noemt, lijkt er ook sprake van superlosers. En dát zint de winner Haank niet. Graafschap-directeur Jacco Swart schrikt dan ook wanneer hij MT aan de lijn krijgt. “Nee,” klinkt het, “geen commentaar.” Tja, zo krijgen de kranten natuurlijk nóóit het door Derk Haank gewenste volume.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

CV Derk Haank


BURGERLIJKE STAAT getrouwd

WOONT in Doetinchem en Amsterdam

BIJZONDERHEDEN zijn botheid wordt algemeen geaccepteerd

HOBBY De Graafschap



CURRICULUM

1953 geboren in Terborg

1978 bedrijfseconomie UvA

1980-1986 wetenschappelijk medewerker VU

1987 stafmedewerker Elsevier

1987-1989 managing director Elsevier Science

Publishers Ltd Londen

1989-1991 chief executive Elsevier Science

Publishers Ltd. Londen

1991 algemeen directeur Misset vakbladen

1996 groepsdirecteur Business Press Europe


1999 lid Raad van Bestuur Elsevier