Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Innovator of the Year 2014

Ronald Goedmakers

Bedrijf Vebego
Functie Ceo
Sinds 2005

Niet iedereen zal de schoonmaakbranche associëren met innovatie. Maar Vebego, een familiebedrijf met wereldwijd 50.000 werknemers en een omzet van ruim een miljard euro, bewijst dat innovatie niet afhankelijk is van een branche. Het concern, dat ook actief is in de gezondheidszorg, personeelsdiensten en sociale werkvoorziening, weet zich voortdurend in de kijker te spelen met nieuwe vindingen. Zo startte Vebego-dochter Alpheios dit jaar een pilot waarbij schoonmakers Google Glass dragen tijdens hun schoonmaakwerkzaamheden. Als ze een lastige vlek tegenkomen kunnen ze een expert realtime mee laten kijken. Ook bedacht Vebego een oplossing voor verborgen leegstand. Het lanceerde het internetplatform Pop-up Office, waarop organisaties leegstaande kantoorruimte kunnen aanbieden. Topman Ronald Goedmakers noemt innovatie ‘de toekomst en daarmee ook de waarborg voor continuïteit van het familiebedrijf.’ Als ceo wil hij de voorwaarden scheppen voor innovatie en de angst om fouten te maken wegnemen.

Goedmakers richtte met dat doel Vebego Innovations op, een kleine organisatie die vernieuwing binnen de groep aanjaagt. De innovatieclub zorgt voor het uitwisselen van innovaties en ervaringen tussen de verschillende Vebego-bedrijven en -partners. Goedmakers: ‘We willen stimuleren dat bedrijven slim ideeën van anderen toepassen en het “not invented here”-syndroom vervangen door “proudly invented elsewere”. Ook doen de mensen van Vebego Innovations actieve toekomstverkenningen en helpen ze bedrijven met het ontwikkelen van nieuwe concepten. Uiteindelijk moeten de meest kansrijke ideeën worden opgepakt door een van onze bedrijven. Die moeten erin geloven en ermee aan de slag willen. Als het niet goed binnen een bestaand bedrijf past, kunnen we er een aparte start-up van maken. Dit laatste is soms nodig omdat innovaties het vaak moeilijk hebben binnen grote organisaties. Echte innovaties moet je de ruimte geven en niet doodknuffelen met de goedwillende structuren van een groot bedrijf.’