Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

Virtueel leidinggevenden blijkt heel andere koek

Werd jij vóór de coronacrisis gezien als sterke leider, wiens ferme aanpak door iedereen werd gewaardeerd? Wees op je hoede, dat beeld kan inmiddels zijn omgeslagen.

Ga maar na. Op kantoor zat je meestal aan het hoofd van de tafel. Nu ben je slechts één van de 20 Zoom-schermpjes. Eigenschappen als charisma, overredingskracht en een natuurlijk overwicht komen ineens veel minder uit de verf. Een nieuwe studie wijst dan ook uit dat sterke persoonlijkheden moeite doorgaans hebben met hun nieuwe rol als virtuele manager, die zich de hele dag staande moet zien te houden in digitale meetings. Een traditionele top-down benadering blijkt ineens niet meer de juiste tactiek om teams in beweging te krijgen, zeggen Amerikaanse onderzoekers tegen de BBC.

Online communiceren

Eén van hen is Steven Charlier, verbonden aan de Georgia Southern University in de Verenigde Staten. Hij komt met een concreet voorbeeld. “Voordat ik academicus werd, werkte ik een aantal jaren voor IBM in veel virtuele teams. Mijn manager was een geweldige kerel in de omgang, maar blonk bepaald niet uit in online communiceren. Hij was ongelooflijk traag en reageerde nauwelijks. Toen kreeg ik al het vermoeden dat persoonlijke charisma en leiderschapsvaardigheden virtueel veel moeilijker te vertalen zijn “

Doener neemt touwtjes in handen

Nieuwe onderzoeksgegevens bevestigen de vermoedens die Charlier toen al had. Extraverte eigenschappen zijn niet direct een voordeel als het om leidinggeven op afstand gaat. In plaats van een dominante manager zijn het juist de georganiseerde, betrouwbare en productieve werknemers die de regie pakken in teams die virtueel samenwerken. Het zijn de doeners die dingen gedaan krijgen. Deze individuen helpen andere teamleden met taken, houden het schema strak in de gaten en zijn voortdurend gefocust op het behalen van doelen”, zegt Radostina Purvanova. Zij is universitair hoofddocent Management & Leadership aan de Drake University in de Amerikaanse staat Iowa en werkte mee aan het onderzoek.

Ander type leider gewenst

De studie is gepubliceerd in ‘Journal of Business and Psychology’. De onderzoekers volgden 220 teams in de Verenigde Staten om te zien welke teamleden duidelijk naar voren kwamen als leiders in persoonlijke, virtuele en hybride groepen. Opvallend is dat de studie werd uitgevoerd toen de coronacrisis nog niet was uitgebroken. De face-to-face-teams gingen in ieder geval voor zelfverzekerde leiders. Duidelijk, slim en extravert. Dat verrast de onderzoekers niet, het zijn namelijk precies de eigenschappen die vaak worden genoemd bij organisatieleiders.

Bij teams die vooral op afstand met elkaar samenwerken, kozen mensen duidelijk voor een ander type leider. Echte doeners, die bereid zijn om teamgenoten te helpen en dingen voor elkaar kregen. Deze leiders zijn vooral doelgericht, productief en betrouwbaar. Virtueel verschuift de nadruk van zeggen naar doen, stellen de onderzoekers nu vast. “Bij face-to-face interacties laten de meesten van ons zich gemakkelijk beïnvloeden door de kracht van persoonlijkheid”, zegt Purvanova. “Dat is anders bij virtueel samenwerken. Leiders worden dan eerder gezien op basis van wat ze werkelijk doen en veel minder op basis van wie ze zijn.” Een collega-professor wijst overigens wel op het belang van vervolgonderzoek. Dat  zou bijvoorbeeld kunnen aantonen of deze zogeheten ‘doenerleiders’ in de loop van de tijd hun interpersoonlijke vaardigheden behouden die ze nu hun voorsprong geeft.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Frustraties nemen toe

Barbara Larson is uitvoerend hoogleraar Management aan de D’Amore-McKim School of Business van Northeastern University. Ze noemt de resultaten van het onderzoek spannend. “Ineens gaat het niet alleen om wie het meeste praat, maar ook om wie dingen voor elkaar krijgt. Mensen die het gewend waren om als natuurlijk leider van de groep te worden gezien, merken nu ineens dat collega’s niet zoveel aandacht meer aan hen schenken. Dat kan behoorlijk frustrerend zijn.”