Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Peter Vandermeersch (NRC) over de houdbaarheid van leiderschap

Negen jaar leidde Peter Vandermeersch een redactie vol mondige journalisten. Zijn vrijwillige demotie van hoofdredacteur naar correspondent begreep niet iedereen. ‘Ben je soms ziek, Peter?’

Peter Vandermeersch
Foto: Andreas Terlaak

Dit interview is een samenvatting uit MT Insights. Voor het gehele interview, neem een abonnement en ontwikkel jezelf met de beste inzichten over management en leiderschap.

Hij loopt nog steeds rond op de redactie van ‘zijn’ NRC aan het Rokin in Amsterdam, maar mentaal staat Peter Vandermeersch (58) al met één voet buiten. ‘Vanaf het moment dat ik mijn vertrek had aangekondigd, kijken mensen me anders aan. Ideeën worden niet langer uitgesproken. We wachten wel even wat de nieuwe baas ervan vindt, is de gedachte.’

Het besluit kwam voor velen binnen en buiten het bedrijf als een grote verrassing. De krant floreerde immers onder Vandermeersch: meer abonnementen, hogere omzet en nette winstcijfers. ‘De vele positieve reacties emotioneerden mij, maar tegelijkertijd kwamen er ook veel vragen. Ben je ziek? Is er ruzie met de eigenaar? Een Metoo-affaire? Men kon zich niet voorstellen dat een leider voor het eind van zijn carrière vrijwillig een stap terug doet.’

Tien jaar

Slechts een handvol intimi was op de hoogte van de werkelijke reden van het vertrek. De Belg had al bij zijn aanstelling in 2010 met zichzelf de afspraak gemaakt zijn functie niet langer dan tien jaar te bekleden. Vandermeersch kwam destijds over van De Standaard, de Vlaamse krant waar hij ruim elf jaar hoofdredacteur was geweest.  

‘Elf jaar was lang’, erkent hij. ‘Men maakt onderscheid tussen mijn eerste acht jaar en de laatste drie. Ik was in de laatste periode kribbig geworden en snel ontvlambaar. Bij mijn afscheid zeiden collega’s dat ze het een verstandige keuze vonden. Dan weet je dat je te lang bent blijven hangen. Je moet in een bedrijf, en zeker in een creatieve omgeving, mensen niet te lang vermoeien met jouw ideeën en meningen.’

Emotie

Vandermeersch heeft lang zijn stempel gedrukt op het medialandschap in België en Nederland. Opvallend voor iemand die zichzelf ongeschikt achtte als bestuurder. ‘Ik werd gevraagd voor de functie toen ik als correspondent woonde en werkte in New York. Leiders waren naar mijn beeld evenwichtige mannen en vrouwen, die op basis van ratio juiste beslissingen namen. Ik ben juist enorm emotioneel. Als iemand een prijs won, kon ik hem of haar van blijdschap wel kussen en danste ik letterlijk door de gangen. Als iemand iets deed wat naar mijn idee niet juist was, kon ik gigantisch uit mijn slof schieten.’

Het was deze emotie die hem in Nederland niet altijd in dank werd afgenomen. ‘Ik werd een keer door de redactieraad bijeengeroepen, die mij vertelde dat mijn manier van feedback geven te hard was. Ik was in staat om mensen voor een groep af te fakkelen. Ikzelf was die boosheid na tien minuten weer vergeten en heb meermaals mijn excuses aangeboden, maar mensen sliepen hier soms nachten niet van. Dat is geen goed leiderschap. Ik was te hard op de persoon, daarom heb ik heb geleerd feedback inhoudelijk te maken en als het om de mens gaat dit één op één te bespreken. Ik weet nu dat goede leiders juist wel emotie tonen, maar zich op het juiste moment kunnen beheersen.’

‘Dat was het grootste leerpunt toen ik van België naar Nederland verhuisde. In België heerst een zeer hiërarchische structuur van leiderschap: wanneer de baas iets zegt, dan doe je dat, no questions asked. Bij het NRC was ik een primus inter pares, een leider onder zijn gelijken. Er was niet één hoofdredacteur, maar een redactie vol hoofdredacteuren die allemaal overal iets van vonden en graag hun mening deelden. Die mondigheid was even wennen, maar heeft ervoor gezorgd dat ik een veel betere bestuurder ben geworden.’

[…]

[…]

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Houdbaarheid

De stap van kapitein naar radertje in het uurwerk van een organisatie is iets waar meer bestuurders over zouden moeten nadenken, zegt Vandermeersch. ‘Het is opvallend dat mensen met veel bombarie worden binnengehaald, maar dat het bespreekbaar maken van een einddatum not done lijkt. Mij is ook nooit gevraagd door de raad van commissarissen hoeveel jaar ik de functie nog wilde bekleden. Politici hebben allemaal een termijn. Waarom geldt dit niet voor topmannen en vrouwen met veel maatschappelijke invloed? Het is niet alleen in het belang van de samenleving, maar ook in het belang van henzelf. Er is niks triesters dan iemands wiens houdbaarheidsdatum voorbij is, zonder dat hij dat zelf doorheeft.’


MT Insights #01 - CoverDit interview is een samenvatting uit MT Insights. Voor het gehele interview, neem een abonnement en ontwikkel jezelf met de beste inzichten over management en leiderschap.